Bouwstaking voor een nieuwe CAO bewijst actiebereidheid

 

Door Annabelle Schouten (*)

Na de achtste bouwstaking sinds 1945 van zeven weken hebben de werkgeversorganisaties en de vakbonden FNV, CNV en Het Zwarte Corps (HZC) begin mei een principe-akkoord bereikt over een nieuwe CAO. In grote lijnen komt het akkoord neer op een loonsverhoging van 7,5 procent over twee jaar, een aanpassing van de reisurenregeling en verbetering van de werkomstandigheden op bouwterreinen.

Actiebereidheid onder tienduizenden werknemers in de bouwsector en vakbondsstrijd vormden de bouwstenen voor de acties. "Werkgevers weigerden te onderhandelen. Staken moet dan wel zeer doen", zegt districtsbestuurder Jeroen Vos van het regiokantoor Groningen van FNV Bouw. Nog altijd probeert het bedrijfsleven in Nederland te tornen aan sociale verworvenheden en arbeidsrechten.

Aan de onderhandelingstafel in maart legden de vakbonden hun redelijke eisenpakket voor: een loonsverhoging van 1,5 procent per 1 januari van dit jaar naast de prijscompensatie, een winstdelingsregeling, verhoging van uitkeringen en toeslagen met 4 procent, aanvulling van de WAO-uitkering tot 80 procent en een oplossing voor onbegaanbare bouwterreinen. De werkgeversorganisaties kwamen daarentegen slechts met een dictaat over de reisurenregeling. De bedoeling was een verslechtering van de regeling door te drukken voordat de onderhandelingen begonnen. Zoals in de oude situatie hadden werknemers in de bouw buiten de CAO om een individuele afspraak moeten maken over de reisuren. Dit dictaat accepteerden de vakorganisaties niet. Ze riepen hun leden in de bouwsector op tot acties. Vos: "In het begin bestond onze landelijke actiestrategie uit stakingen daar waar het het meest pijn doet. Dus bij projecten, waar haast achter zit. Denk bijvoorbeeld aan renovaties van woningbouwcoöperaties. Een ander concreet voorbeeld is het aquaduct in Sneek dat af moet. Eerst staakten we maar een paar dagen. Dat bleek niet voldoende. Na Pasen hebben we besloten de hele boel plat te leggen."

De vakbonden bouwden hun regiokantoren om tot actiecentra. Ook gingen ze alle bouwplaatsen langs om de werknemers toe te spreken. Daar kwamen meestal positieve reacties op. De boel ging plat. "Je merkte een grote verbondenheid tussen de jongens in de keet bij jong en oud. Ze gingen allemaal als groep in staking. Leerlingen schreven zich ook in voor de acties bij ons. Maar school ging voor hen wel gewoon door natuurlijk", vertelt Vos. Bij stakingen krijgen werknemers niet doorbetaald. Ze ontvangen dan een uitkering uit de stakingskas van de bonden. De actievoerders in de bouw moesten elke week stempelen met 'terugkomkaarten'. Eén keer in de week vonden door het hele land actiebijeenkomsten plaats. Op 28 maart kwamen 11.000 mensen af op de landelijke stakingsdag in Utrecht. Er verschenen actiebulletins en stakingskranten om de stakende bouwvakkers te informeren. Posters en T-shirts met " 'n man 'n man 'n woord 'n woord" beeldden de actiebereidheid uit. Af en toe hielden de vakbonden en de stakers ook poortacties. Op de Dag van de Arbeid lagen de asfaltcentrales stil. De fikse vertraging in de wegwerkzaamheden zal de bouwondernemers ongetwijfeld pijn hebben gedaan.

De Vereniging van Huiseigenaren en de bouwbedrijven klaagden steen en been over 'financiële schade' door de bouwstaking. Verhalen over gedupeerde mensen, die nu uit nood in hun vakantiehuisje moesten zien te overleven, circuleerden in de media. "Allemaal propaganda", aldus Vos. "Over het algemeen was er begrip voor de acties. Zodra we de kans kregen onze kant van het verhaal uit te leggen althans." De emoties liepen af en toe hoogop. Op het landelijk actiecentrum te Woerden belde een werkgever woedend op met de vraag waar ze in hemelsnaam mee bezig waren. Hun staken maakte zijn hele bedrijf kapot. Sommige bouwbedrijven zijn nu nog aan het kijken of ze eventuele schade kunnen verhalen op de vakbonden. "Maar wie heeft nu schuld aan de staking?" vraagt de districtsbestuurder van FNV Bouw zich af. "Werkgevers weigerden te onderhandelen. Dan moet staken wel zeer doen." Het viel hen zo zwaar dat ze intimidaties en dreigingen met ontslag niet schuwden om de bouwvakkers van de strijd voor een volwaardige CAO af te houden.

Vos windt zich vreselijk op over de wantoestanden en de werkomstandigheden op bepaalde bouwterreinen, één van de punten uit het eisenpakket. "Aan de begaanbaarheid mankeert van alles. Het is een vieze bende. Je staat tot je enkels in de blubber. Ja, obstakels liggen er ook. Werkgevers moeten toch zorgen dat het terrein begaanbaar is. Mensen in de bouw moeten constant lopen. En als het regent zitten de jongens in van die slecht onderhouden Pipo de Clown wagentjes. Een onderkomen hoort gewoon goed te zijn." In het principe-akkoord hebben de werkgeversorganisaties toegezegd hier beter op te zullen letten.

Om een compromis te sluiten hebben de vakbonden bij het akkoord wel de winstdelingsregeling, de verhoging van de WAO tot 80 procent en uitbreiding van het aantal seniordagen opgeofferd. De reisurenregeling valt slechter uit bij grote afstanden, maar schept wel meer duidelijkheid. In het akkoord hebben de vakbonden dus vooral verdere verslechteringen van de bedrijfstop tegengehouden. Zo vervalt er bij de derde ziekmelding geen ATV-dag en wordt in geval van ziekte twee jaar loon doorbetaald. Vos is tevreden over het huidige akkoord. Een nieuwe CAO ligt er nu. Het bouwpersoneel gaat er met de loonsverhoging op vooruit. Het akkoord duurt tot 2004. "De stakingsdoos kunnen we alvast klaarzetten", zegt Vos strijdvaardig. "Elke keer moet je weer vechten voor een goede CAO. Ze proberen steeds een stukje verworvenheid er af te snoepen." De acties van de bouwvakkers en de bonden hebben in ieder geval bewezen dat het loont voor je rechten op te komen. Dat arbeidsstrijd ook in Nederland bestaat, staat als een huis.

(*) Overgenomen uit Voorwaarts, juni 2002

Een staker aan het woord

Wytze Wiestra (20) werkt als leerling-timmerman bij bouwbedrijf Jurriëns in Groningen. Hij heeft samen met acht andere collega's ook meegedaan met de bouwstaking.

"Sinds 20 maart werk ik hier bij Jurriëns. Hiervoor heb ik ook al twee jaar in de bouw gewerkt en ook nog bij een boekbinderij. Ik werk vanaf mijn zestiende, sinds ik de school verliet. Ik heb vier jaar bouwkunde gedaan, VMBO. Ik werk elke dag acht uur, 40 uur per week. Full-time dus. Het loon ligt hoger dan normaal voor mijn leeftijd. Momenteel werk ik in de nieuwbouw. Wanden plaatsen en aftimmeren en zo. Zelf heb ik niks te maken met de reisurenregeling. Ik kom gewoon op de fiets hier naar toe. Andere collega's komen van plaatsen rondom Groningen. Zij moeten iets verder reizen. Echt veilig is het niet hier. Vooral op de steigers, die staan niet vast. Ik ben laatst drie meter naar beneden gevallen.

In april kwam de FNV langs op onze keet. Ik ben lid van de vakbond. Toen stond ik nog maar twee dagen ingeschreven. Alle leden werden bijeengeroepen. Daar kregen we te horen over de vastgelopen onderhandelingen en de acties. We waren met zijn achten, die staakten uiteindelijk. Niet zoveel mensen hier stopten met werken.

In het begin waren er estafettestakingen. Die duurden enkele dagen. In totaal hebben wij hier tweeënhalve week gestaakt. Ja, wekelijks waren er bijeenkomsten van de bond. Zelf ben ik drie keer op zo'n bijeenkomst geweest in Heerenveen. Eerst was er wat muziek, dan kwamen er sprekers. Wekregen ook petjes, T-shirts en posters mee. Voor de rest was ik tijdens de staking eigenlijk thuis bezig, tuinieren.

Sommige collega's hadden weinig begrip voor de staking. Zij begrepen niet waarvoor we het werk neerlegden. Om op te komen voor onze rechten. Onze uitvoerder stond achter ons. Hij was solidair, ja. Intimidaties? Nee, ik ken niemand die dat heeft meegemaakt. Tijdens de staking kregen we wel een brief, waarin stond dat onze vakantiedagen niet meer opgebouwd werden. Zolang we niet werkten. Bouwbedrijven zullen best schade gehad hebben door de acties. Daar hebben ze gelijk in. Maar anders merk je niks van een staking."

Voorwaarts het blad van de NCPN Jongeren, juni 2002.