Turkije: Verkiezingen

Door E.M.

De gemeenteraadsverkiezingen die op 12 mei jongstleden zijn gehouden in Armutlu, een klein kiesdistrict in Izmir, markeren een belangrijke gebeurtenis in de geschiedenis van Turkije. Het was voor de allereerste keer dat een partij met het woord 'communistisch' in de naam meedeed aan de verkiezingen.

De betekenis hiervan werd zelfs nog groter doordat de Communistische Partij van Turkije (TKP) bijna één procent van de stemmen kreeg. Ook al zegt dit nauwelijks iets over de Turkse kiezers in het algemeen, moet men bedenken dat dit het resultaat is van slechts tien dagen actieve propaganda. Het betekent ook een enorme toename van steun, in vergelijking met de laatste nationale verkiezingen in april 1999. Toen kreeg de partij geen enkele stem in dat specifieke district.(*)

Ondanks dat Armutlu slechts een klein stukje van Turkije is zagen alle politieke partijen de gemeenteraadsverkiezingen die daar werden gehouden als een oefening voor de algemene verkiezingen. Om de lezer een idee te geven: ANAP, een van de grootste burgerlijke partijen, heeft ongeveer een half miljoen dollar uitgegeven voor haar verkiezingscampagne in dit kleine kiesdistrict.

Eén van de belangrijkste redenen dat de verkiezingen in zo'n klein deel van Turkije zo serieus zijn genomen was dat die, met als doel de regering te vervangen, opnieuw op de politieke agenda staan. Eigenlijk was de noodzaak daarvan al langere tijd duidelijk voor de Turkse bourgeoisie, maar het werd pas expliciet uitgesproken toen de VS hun mening daarover hadden gegeven via hun koloniale bestuurder meneer Derwish, die onlangs verklaarde dat de Turkse economie "verkiezingen kan verdragen". Kahkoen, de manager van het IMF van de afdeling Turkije, bevestigde dit tijdens zijn recente bezoek aan het land, door middel van de volgende verklaring: "Het is niet belangrijk wie het huidige IMF-programma uit gaat voeren, belangrijk is dat men zich aan het programma houdt." Al met al lijkt het erop dat de Turkse burgerij de VS ervan overtuigd heeft dat het huidige IMF-programma niet langer doorgevoerd kan worden met een regering die van het grote publiek vrijwel geen steun meer krijgt.

De politieke crisis neemt toe

Toch is de zoektocht, om in Turkije de juiste soort regering te vinden waaraan de imperialistische wil opgelegd kan worden, niet eenvoudig. Geen van de burgerlijke partijen heeft voldoende publieke steun, want het IMF-programma en het dreigende militaire avontuur in Irak vereisen een regering die in grote mate op de steun van de bevolking kan rekenen. Het hele politieke systeem bevindt zich in de absurde situatie dat geen enkele burgerlijke partij boven de drempel van tien procent steun van de bevolking uitkomt. Een drempel die zij zelf eerder hadden opgeworpen om de HADEP uit het parlement te verwijderen.

Omdat de eisen die het imperialisme aan Turkije stelt zo duidelijk zijn en alle burgerlijke partijen daarom dezelfde slogans en hetzelfde programma moesten aannemen, was het de bedoeling dat die partijen per toerbeurt de politieke macht zouden krijgen. Eerst vormen twee centrum-rechtse partijen een coalitie met een extreem-rechtse partij, als kleinere regeringspartner. Als de steun van het publiek voor die coalitie tanend is dan nemen de andere twee centrum-rechtse partijen het over en vormen met een andereextreem-rechtse partij een nieuwe regering.

Deze formule moet nu worden aangepast, en daarbij worden risico's genomen. Ook al brengen de VS een nieuwe ster, zoals meneer Derwish, ten tonele of sturen zij iemand met magische krachten om de economie te herstellen, er zijn weinig mogelijkheden om ervoor te zorgen dat de burgerlijke partijen de steun van de bevolking terugwinnen. Een van de mogelijke uitkomsten van de verkiezingen is dat alle burgerlijke partijen afgewezen zullen worden, wat zou duiden op een grotere politieke crisis dan voorheen. En dan is daar natuurlijk altijd het risico dat twee fascistische partijen, namelijk de MHP en AKP, zo sterk uit de verkiezingen komen dat zij hun eigen regering kunnen vormen, die moeilijk onder controle te houden is.

Onder deze omstandigheden klinkt de bewering dat er snel verkiezingen in Turkije komen misschien absurd. Aan de andere kant is dit wat de bourgeoisie te doen staat. Minister president Ecevit is erg oud en ziek en binnen de regering is er niemand om hem te vervangen. Het IMF heeft de opdracht gedicteerd dat er tot 2003 139.000 werknemers in openbare dienst ontslagen moeten worden, en die operatie moet deze zomer van start gaan. De geloofwaardigheid van de door het IMF geleide burgerlijke partijen zal dan nog meer afnemen.

En dan is daar ook nog het economische vraagstuk. Er is slechts 1 miljard Amerikaanse dollar over in het land, en hoe langer ze wachten, hoe moeilijker het wordt om de verwachte economische crisis uit te stellen. Dus als meneer Derwish zegt dat "de Turkse economie verkiezingen kan verdragen" bedoelt hij eigenlijk: "Nú is het de enige mogelijkheid om verkiezingen te houden, want later zal de publieke steun zelfs nog lager zijn."

Vertaling J.Bernaven

(*) Toen heette de partij nog de Partij voor Socialistische Macht.