Voorbeelden van continue beïnvloeding door de rechtse media.

Congres kan mediacontrole door de bedrijven niet langer negeren

Door Bernie Sanders (*)

Eén van onze best bewaarde geheimen is de mate waarin een handvol grote bedrijven de informatiestroom in de Verenigde Staten controleert. Of het nu de televisie, de radio, de kranten, de tijdschriften, boeken of het internet betreft, enkele reusachtige concerns bepalen wat wij zien, horen en lezen. Bovendien lijkt de situatie nog ernstiger te worden, als gevolg van Bush' radicale maatregelen tegen deregulering en door een paar rampzalige beslissingen van het hof.

De televisie is het medium dat de meeste Amerikanen van 'nieuws' voorziet. Zonder uitzondering is elke grote televisiemaatschappij in handen van een groot concern dat enorme belangenverstrengenlingen heeft. Fox News Channel is in handen van Rupert Murdoch, een rechtse Australiër die al een belangrijk deel van de media over de hele wereld beheerst. Zijn maatschappij onderhoudt nauwe banden met de Republikeinse Partij, en Newt Gingrich maakt deel uit van zijn 'eerlijke en evenwichtige' commentatoren.

NBC is in handen van General Electric, een van de grootste bedrijven ter wereld, met een lange antivakbondstraditie. General Electric, dat een belangrijke bijdrage levert aan de Republikeinse Partij heeft aanzienlijke financiële belangen in de wapenindustrie, in het geldwezen, in de kernenergie en veel andere bedrijfstakken. De voormalige directeur Jack Welch liep voorop in het sluiten van Amerikaanse fabrieken en het verplaatsen ervan naar lagelonenlanden als China en Mexico.

ABC is eigendom van Disney Corporation, dat speelgoed en andere producten laat vervaardigen in ontwikkelingslanden waar de arbeiders in belabberde werkomstandigheden schandalig lage lonen ontvangen.

CBS is in handen van Viacom, nog een groot mediaconcern dat verder onder meer de eigenaar is van MTV, Showtime, Nickelodeon, VH1, TNN, CMT, 39 televisiestations, 184 radiozenders, Paramount Pictures en Blockbuster Inc.

Het wezenlijke probleem met televisie is niet alleen een rechtse vooringenomenheid in het nieuws en de programmering, of de verwording van de politiek en het bestuur tot entertainment en sensatiezucht. Evenmin betreft het alleen het constante bombardement aan reclame, veelal gericht op kinderen. Het grootste probleem is dat de belangrijkste problemen van de middenklasse en de arbeiders van ons land maar zelden besproken worden. De gemiddelde Amerikaan ziet zijn of haar werkelijkheid niet weerspiegeld op het scherm.

De Verenigde Staten is het enige geïndustrialiseerde land ter wereld dat geen nationale gezondheidszorg kent. Ondanks dat 41 miljoen mensen geen ziektekostenverzekering hebben, en nog eens miljoenen onderverzekerd zijn, besteden we per hoofd van de bevolking veel meer aan de gezondheidszorg dan welk ander land ook. Misschien is de oorzaak hiervan te vinden in het feit dat we tussen de reclames voor geneesmiddelen door, geen goede televisieprogramma's zien die bespreken hoe we iedereen een degelijke gezondheidszorg kunnen bieden, en dit tegen veel lagere kosten per hoofd van de bevolking dan momenteel het geval is.

Ondanks de grote economische bloei van de jaren '90 werkt de gemiddelde Amerikaanse arbeider nu meer uren tegen lagere lonen dan dertig jaar geleden, en miljoenen goedbetaalde banen in de industrie zijn verloren gegaan. Waar zijn de televisieprogramma's die ons handelstekort van 360 miljard dollar aan de orde stellen, of die bespreken wat onze rampzalige handelspolitiek gedaan heeft om de lonen in dit land te laten inzakken? En nu we het toch over de economie hebben: arbeiders die lid zijn van een vakbond verdienen dertig procent meer dan niet-vakbondsleden die hetzelfde werk verrichten. Er worden op de televisie veel programma's vertoond over hoe men rijk kan worden door het investeren op de aandelenbeurs. Heeft u echter ooit een speciaal programma gezien over hoe een vakbond opgericht wordt?

De Verenigde Staten kennen de meest oneerlijke verdeling van welvaart en inkomen in de geïndustrialiseerde wereld, en de grootste armoede onder de kinderen. Veel televisieprogramma's promoten hebzucht en eigenbelang, maar hoeveel programma's getuigen van de 'rechtvaardigheid' dat de rijksten, die één procent van de bevolking uitmaken, meer welvaart bezitten dan de onderste 95 procent? Of van de directeuren van de belangrijkste bedrijven die vijfhonderd keer meer verdienen dan hun ondergeschikten?

De televisie negeert de realiteit van het leven van de meeste Amerikanen alleen nog maar, echter de radio die door de bedrijven beheerst wordt is openlijk rechtsgezind. In een land waarin enkele miljoenen stemmen meer uitgebracht werden op Al Gore en Ralph Nader dan op George Bush en Pat Buchanan, zijn er tientallen rechtse praatprogramma's. Rush Limbaugh, G. Gordon Liddy, Bob Grant, Sean Hannity, Alan Keyes, Armstrong Williams, Howie Carr, Oliver North, Michael Savage, Michael Reagan, Pat Robertson, Laura Schlessinger, dit zijn maar een paar van de stemmen die dag in dag uit een rechts geluid laten horen in het hart van dit land.

De geluiden uit de linkse hoek zijn niet hoorbaar. De standpunten van de Republikeinse Partij, de bedrijven en de adverteerders worden krachtig uitgedragen op de radio. Helaas heeft de rest van Amerika zo goed als niets. Hoe slecht de situatie van de huidige media al is, het lijkt er sterk op dat ze nog meer achteruitgaat als gevolg van een recent besluit van het hof van beroep van het District of Columbia naar aanleiding van een proces dat aangespannen werd door Fox, AOL Time Warner, NBC en Viacom. Dit besluit vernietigde een federale verordening die paal en perk stelde aan het bezit van televisiestations en kabellicenties door bedrijven op dezelfde lokale markten. Het hof beval ook dat de Federale Communicatie Commisie de federale bepaling rechtvaardigt of herschrijft die het bereiken van meer dan 35 procent van de Amerikaanse huishoudens als limiet stelt als het gaat om televisiestations die in handen zijn van een enkel bedrijf.

Het gevolg is dat steeds minder, maar enorme, concerns vrijwel alles controleren wat de gewone Amerikaan ziet, hoort en leest. Dit is een kwestie die het Congres niet langer kan negeren.

(*) Bernie Sanders is onafhankelijk volksvertegenwoordiger uit Vermont. Capitol Hill, 12 juni 2002, vertaling: Frans Willems.