Het schijnbestaan van José Saramago

Boekbespreking door Jan Ilsink

In de jaren 80 nam ik namens Manifest deel aan een solidariteitsreis naar Portugal. Tulipa Vermelha, de organisatie in Nederland die solidariteit organiseerde met de Anjerrevolutie, had deze hartverwarmende reis georganiseerd. In twee weken tijd werden projecten bezocht die gesteund werden door Tulipa: vakbeweging, landbouwcoöperaties, vrouwenorganisaties, kinderopvang, scholen, enz. We brachten ook een bezoek aan de redactie van O Diario, het dagblad van de Communistische Partij, de PCP. Aan dit bezoek moest ik denken toen ik me voornam een commentaar te schrijven op Saramago's laatste boek: 'Het Schijnbestaan'. José Saramago was destijds redacteur van O Diario. (deel 2 en slot)

Economie

Op blz. 237 en 238, waar hij de gebruikswaarde en ruilwaarde van producten (waren) aan de orde stelt, geeft Saramago blijk nog steeds te beschikken over onvervalst geschoolde kennis van de marxistische economie. Hij slaat daar m.i. opnieuw de spijker op zijn kop m.b.t. actuele maatschappijkritiek. De verhouding tussen gebruikswaarde en ruilwaarde in onze tijd, van zeer goedkope arbeid in zgn. derdewereldlanden en de markten voor de producten van deze arbeid in de zgn. ontwikkelde landen, is volledig zoek. En deze onbalans wordt steeds erger. Dat ervaar ik hier in Zuid-Amerika, waar ik nu verblijf, heel sterk. De nationale economieën verarmen door de 'open aderen van de multinationals' steeds manifester. De regimes kunnen zich vooral nog 'staande houden' door een wijd vertakt netwerk van corruptie. De verschillen tussen arm en rijk worden hierdoor echter steeds groter.

Het is mogelijk dat het lezen van Saramago's 'Het schijnbestaan' aanvankelijk het gevoel oproept in een boek vol met quasi-diepzinnigheden terecht te zijn gekomen. De vergelijking met teksten waarmee Drs. P. met zijn (levens)liederen in Nederland beroemd is geworden, kan zich opdringen. Maar de volhouder zal worden beloond met de wereld van Saramago: zijn 'vreemde tafereel, en vreemde gevangenen. Ze lijken op ons' (citaat van Plato aan het begin van het boek).

Dialectiek

Het effect van zijn zeer dialectische wijze van schrijven: afstandelijk, maar ook op de huid, vol tegenstellingen:

"Marcal's hand heeft zich alweer teruggetrokken, zo gaat dat onder mannen, om mannelijk te blijven moeten uitingen van genegenheid snel zijn, vluchtig, volgens sommigen is dat de mannelijke schaamte, dat mag wel zo wezen, maar iedereen zal inzien dat Cipriano pas een vent was geweest, in de breedste zin van het woord, en heus niet minder mannelijk, als hij de bestelauto langs de kant had gezet en zijn schoonzoon ter plaatse had omhelsd en bedankt met de enige juiste woorden, Dank je wel dat je je hand op de mijne hebt gelegd, dat had hij moeten zeggen, maar in plaats daarvan grijpt hij de ernst van het moment aan om te klagen over het ultimatum dat de chef van de afdeling inkoop hem heeft gesteld, ..."

Een prachtige dialectische zin, of liever beeld. Deze dialectiek treffen we ook aan op blz. 263: "woorden zijn rookgordijnen voor de diepste gedachten" en op blz. 264: "Als we niet praten zijn we ongelukkig. Als we wel praten zijn we het niet met elkaar eens". Prachtig!

Het einde van het boek is een beetje melodramatisch. Alle hoofdpersonen besluiten de maatschappij van het 'centrum' te verlaten en gaan samen op reis. Maar hoe anders had hij dit boek moeten beëindigen? Bij mij riep diteinde heel sterk het beeld op van het slot van een Chaplin-film, waarin Charlie met zijn vriendinnetje, gearmd op een landweg, van de camera af, maar zich af en toe omdraaiend, de toekomst tegemoet loopt.

Het schijnbestaan

De vertaalde titel 'Het schijnbestaan' is m.i. heel goed gekozen. De oorspronkelijke titel 'A Caverna' (de grot) is m.i. veel cryptischer. Hier zal Saramago zowel de grot onder het centrum als de pottenbakkersoven hebben bedoeld (waar op het laatste moment, voor het vertrek, de kleibeeldjes uit worden bevrijd). In het Nederlands kennen we een andere metafoor: het leven onder een glazen stolp. Dit is m.i. wat Saramago bedoelt. 'Het Centrum' is een stolp die veiligheid, vertier en een bestaan biedt, daarvoor een ongehoorde discipline en volledige onderschikking eist en een zich bewust afsluiten van (de ogen sluiten voor) de rest van de wereld. Zelfs daarvoor een soort xenofobie ontwikkelen. De kern van dit 'nieuwe fascisme' is weliswaar een soort 'vrijwilligheid'. 'Het Centrum is geen straf. Je kunt er vrijwillig in en uit'. Maar je struikelt er wel over de bewakers. Onder dit schijnbestaan verstaat Saramago m.i. de hierboven vermelde maatschappijkritiek. De onbalans in wereldorde wordt niet erkend, maar verhuld en gemystificeerd. In de werkelijkheid wordt terrorisme bijv. ook niet herleid tot wanhopig verzet tegen de overmacht van multinationals en aan hen dienstige staatsapparaten in de wereld, maar tot een duivels plan tegen de beschaving. Verhuld wordt daarmee dat in feite multinationals zich met militair geweld verzekeren van en toegang verschaffen tot de laatste, nog niet kapitalistisch geëxploiteerde bodemschatten op deze wereld. Deze maskerade van een 'strijd tegen het kwaad' leidt tot een schijnwerkelijkheid, schijnbestaan. Deze mystificatie wordt prachtig weergegeven door de zin van de (aardige) souschef inkoop: "Het geheim van de smid bestaat niet, maar wij kennen het!" Deze zin is volgens mij de kern van het boek. De arrogantie, maar tevens bezwering die daaruit spreekt en de slachtoffers die erdoor worden gemaakt, hoewel de verantwoordelijkheid daarvoor wordt ontkend (het is toch niet de schuld van Het Centrum dat 'men' het aardewerk niet meer wil en dat marktonderzoek hetzelfde heeft uitgewezen voor de kleibeeldjes), is m.i. de leidraad in dit boek.

Bijzonder actueel: het is toch niet de schuld van 'onze Westerse democratieën' dat ze in Zuid-Amerika zo corrupt zijn! Terwijl op dit moment wel het proces rond het 'Plan Condor', de samenwerking tussen de Zuid-Amerikaanse militaire dictaturen, de CIA en westerse inlichtingendiensten, zgn. tegen het terrorisme van de RAF, in de jaren '70 en '80, waarbij tienduizenden mensen na folteringen zijn verdwenen, op alle mogelijke manieren door de 'westerse democratieën' wordt tegengewerkt. Om te beginnen met het treuzelen in Londen om Pinochet voor het gerecht te brengen en om hem later toch naar Chili terug te laten gaan.

Volgens de achterflap is 'Het schijnbestaan' het sluitstuk van een drieluik waarin Saramago zijn visie op de wereld geeft. Dat maakt nieuwsgierig naar de andere twee delen. Hopelijk is de vertaling van die boeken even puik als van 'Het schijnbestaan', waarvoor een vertaalsubsidie van de Europese Commissie werd ontvangen.

José Saramago: Het Schijnbestaan
Meulenhoff 2000
vertaling: Maartje de Kort