Een blik op de toekomst

 

International festival van de jongerenorganisatie (KNE) van de Griekse Communistische Partij (KKE).  

Door Anna Ioannatou

Wie in de toekomst wil investeren, richt zich natuurlijk op jongeren. Wie wil verbergen, dat die toekomst er niet al te rooskleurig uitziet voor de meeste jongeren, kiest methodes om de werkelijkheid te manipuleren, te verfraaien. Dat gebeurt in griekenland.

In jeugdwerkloosheid spant Griekenland samen met Spanje de kroon wat betreft de landen van de Europese Unie (EU). Een kansloosheid, die mooi verpakt moet worden. Immers, de politiek, die verantwoordelijk is voor de teleurstellende realiteit, zou wel eens flink in twijfel getrokken kunnen worden, zeker in een land met een recente geschiedenis van massaal georganiseerd protest tegen een reeks politieke keuzes van de gevestigde partijen.

In het Witboek van de EU wordt gezegd, dat veel afhangt van de jongere generatie bij het streven naar vervulling van communautaire doelstellingen. Dit streven wint steeds meer aan betekenis, want de twijfels (en betwijfeling) onder de jongeren groeien t.o.v. het 'Europese visioen'. Twijfels, die ook steeds meer collectieve uitingsvormen zoeken. Wellicht juist daarom worden in Griekenland de laatste jaren in verhoogd tempo maatregelen en programma's voor jongeren bevorderd. De grote meerderheid van de jonge generatie heeft er geen baat bij, want het algemene doel van de programma's en acties is in zijn diepste wezen reactionair: de 'vrije' markteconomie moet ermee gediend worden, die voor een steeds groter deel van de Europese bevolking steeds onvrijer wordt en onder het mom van meer eigen initiatief en minder 'verzorging' steeds meer sociale verworvenheden afbreekt. Dit proces is in Griekenland volop gaande en uiteraard moeten de slachtoffers overtuigd worden van de zegeningen van dit beleid. Dit gebeurt via ideologische blikvangers, die aantrekkelijk ogen. De teksten zijn doortrokken van het begrip 'sociale cohesie'.Deze cohesie (samenhang) is lijnrecht in tegenstelling met de realiteit met haar overwegend op het voordeel van het grote bedrijfsleven gerichte politiek met als gevolg verslechtering van arbeidsvoorwaarden, vooral van jongeren, stelselmatige afbraak van sociale verzekeringen en rechten, toename van werkloosheid, maar wel intensivering van de werkdruk op diegenen, die nog werk hebben. Gevolgen, die allerminst de cohesie bevorderen, want de sociale tegenstellingen nemen alleen maar toe. De praktijk spreekt dus de theorie tegen en dat kan alleen maar tot wrijving en in een verder stadium tot (klassen)botsingen leiden. Waarbij de partij, die met gerechtvaardigde sociale eisen komt (de demonstrerende en protesterende getroffen lagen van de bevolking) de schuld in de schoenen geschoven krijgt voor het verbreken van de sociale cohesie en/of consensus. Om een voorbeeld te noemen, de op 29 mei jl. in Piraeus demonstrerende havenwerkers (worden vaak maandenlang niet eens betaald voor hun werk, laten we het nog niet hebben over andere eisen, gaven in de ogen van de reders blijk van gebrek aan consensus! Hun beloning? Slaag, arrestaties, dreigementen).

Jong en conservatief?

De jongere generaties moeten voorbereid worden op dit terugdraaien van de klok naar tijden van voor de Europese Verlichting (18de eeuw) en wel met een verwijzing naar de toekomst, die er anders slecht uit komt te zien! Kernbegrippen, waarmee zij zich vertrouwd dienen te maken, zijn o.a. 'flexibiliteit', 'mobiliteit', 'ondernemersgeest', 'concurrentiegerichtheid', maar ook 'vrijwilligerschap'. Het laatste wordt op het ogenblik erg 'gepusht' in Griekenland overwegend i.v.m. de komende Olympische Spelen (2004).

Het jonge protest moet gestuurd worden in een richting, die niet alleen hetkapitalisme niet in twijfel trekt, maar het zelfs steunt. Vandaar het maken van illusies over deelname aan gesprekken en besluitvorming. Er is een kloof tussen de wil van jonge mensen zich uit te drukken en de mogelijkheden (structuren), die onze samenlevingen daarvoor bieden, aldus het Witboek. Deze kloof dient door de overheden van de lidstaten overbrugd te worden, anders zou het z.g. deelnamedeficit (tekort aan mogelijkheden mee te doen) van de Europese burger betwijfelingsbevorderend kunnen werken.

Uiteraard zijn jeugdige twijfels op zich nog niet gevaarlijk, maar kunnen het wel worden, als ze gekoppeld worden aan militant-massale bewegingen (vakbonden, studenten-scholieren, politieke jeugdorganisaties), vooral diegenen, die de fundamenten van de 'vrije' markteconomie in twijfel trekken. En Griekenland bezit zelfs een invloedrijke, groeiende communistische jeugdbeweging.

Over methodes en structuren

De meeste jonge mensen willen best invloed uitoefenen op de politiek-sociale besluitvorming, maar individueler en concreter dan tevoren. Dus niet meer via de oude deelnamestructuren, zo heet het. Wat bedoeld wordt met 'oude structuren' blijkt duidelijk uit de regeringsbrochure 'Griekenland onder de 30', die reclame maakt voor de jeugdactieprogramma's. Daarin wordt gesproken over het verval van de studentenbeweging en de crisis in de relatie van jonge mensen tot de politiek (gegeneraliseerd voor alle partijen) en de traditionele vormen van collectief handelen, zoals vakorganisaties, verenigingen, massabeweging enz. Jarenlang heeft de sociaal-democratie in samenwerking met het neoliberalisme gewerkt aan de ontzenuwing en marginalisering van deze z.g. 'oude structuren' (oud, dus verouderd en achterhaald). De jongeren hebben zich massaal van de politiek afgewend, sociaal-politiek bewustzijn staat op het laagste pitje van de afgelopen 100 jaar en gevoelens van defaitisme (je kunt toch niks veranderen) en 'consensus' (dus maar meelopen met het bestaande) zijn wijd verbreid. De plaats van de jeugdbeweging (politiek, sociaal) moest ingenomen worden door organisaties met overwegend twee kenmerken: ze moeten 'goede sociale partners' zijn en de jonge generatie moet zich erdoor vertegenwoordigd voelen.

Een echt tegenstrijdige zaak in een sociaal-economisch systeem met grote sociale verschillen ook onder de jeugd!

De z.g. non-gouvernementele organisaties (NGO's) waarvan de meeste in het Europese Jeugd Forum zitten, dat in wezen functioneert als uitvoerend orgaan van de EU, voldeden aan de eerste eis. Maar de tweede eis ligt heel wat moeilijker. Immers, de bij het EU-gebeuren betrokken jeugdorganisaties accepteren de kapitalistische eenwording op Europees niveau en daarmee is hun beperktheid aangegeven. In Griekenland worden ze overwegend niet eens erkend als organisaties die representatief zijn voor de jeugd. Via schijnrepresentatieve jeugdorganisaties op Europees niveau wordt natuurlijk niet de kloof overbrugd met de voor de meeste jongeren steeds slechter wordende 'vrije' economische realiteit. En naarmate die realiteit zich opdringt, groeit de eis tot echte vertegenwoordiging op politiek niveau. Bij het verschijnen van dit artikel is het jaarlijkse Festival van de KNE (Communistische Jeugd Griekenland) in volle gang (18-21 september). Een festival, waarop elk jaar de echte problemen van de jeugd onder de loep genomen worden door een organisatie, die echt representatief is voor de grote meerderheid van de jeugd en die ook met echt alternatieve voorstellen komt.