Een nieuwe fundamentalistische regering in Turkije

Door E.M.

Op 3 november vonden in Turkije verkiezingen plaats. Slechts twee partijen hebben voldoende stemmen behaald om deel te kunnen nemen aan het parlement: de AKP (Partij voor Rechtvaardigheid en Ontwikkeling) van Erdogan en de CHP (Republikeinse Volks Partij) van Baykal. Toen de verkiezingen naderden hebben de meeste kiezers er blijkbaar voor gekozen om op een van de winnende partijen te stemmen, zodat 10 van de 17 partijen minder dan 2 procent van de stemmen kregen.

Het was een van de meest antidemocratische verkiezingen in Turkije sinds lange tijd. Linkse partijen werden voortdurend lastiggevallen en gecensureerd tijdens de propagandaperiode. Als gevolg van de kiesdrempel van 10 procent kon de AKP 66 procent van de zetels binnenhalen met slechts 34 procent van de stemmen. Een ander gevolg is dat 45 procent van de stemmen niet vertegenwoordigd is in de definitieve samenstelling van het parlement.

Behalve de AKP is er geen enkele partij blij met de uitkomst van de verkiezingen. Voor de partijen die niet in het parlement konden komen is de reden duidelijk. De CHP kon in het parlement komen, maar dat was niet genoeg voor de ambitieuze Baykal. Tot de verkiezingen zag de CHP zichzelf op één lijn met de AKP, terwijl zij uiteindelijk de helft minder stemmen kreeg dan de AKP. Zij heeft nu de helft van het aantal zetels dat de AKP heeft gekregen, waardoor zij een zeer zwakke positie heeft in het parlement, als enige oppositie.

De partijen die tot 3 november in de regering zaten bevinden zich in een zeer tragische positie. Drie jaar eerder behaalden zij gezamenlijk een totaal van ongeveer 60 procent van de stemmen. Op 3 november behaalden zij gezamenlijk slechts 15 procent van de stemmen. Het is in het bijzonder een droevige ontknoping voor Ecevit. De voormalig premier zag de steun voor zijn partij dalen van 26 procent naar slechts 1 procent. Het lijkt erop dat de Turkse bevolking de dienaren van het IMF hebben gestraft door twee andere dienaren te steunen.

Wat zal het nieuwe parlement gaan doen?

De AKP is niet volledig betrouwbaar en de reactie van het leger op een fundamentalistische regering is nog niet bekend. Maar ondanks dat, werd het nieuwe parlement begroet met grote stijgingen op de effectenbeurs. De Verenigde Staten en de Europese Unie verwachten dat de nieuwe regering relatieve stabiliteit voor het kapitalisme in Turkije zal brengen. De heersende klasse was lange tijd verontrust over het feit dat er teveel partijen waren die, in plaats van zich te concentreren op hun uiteindelijke doel, hun tijd en energie verdeden met tegen elkaar samenzweren. Van de in totaal 46 burgerlijke partijen die bereid waren om een rol te spelen, is het slechts twee gegund om mee te doen: het toneel is vereenvoudigd. Daarbij komt dat de voorzitter van de regerende partij een lange lijst van corruptieschandalen op zijn naam heeft staan, waardoor hij vrij gemakkelijk te manipuleren is. De kennistechnische ondersteuning zal worden verleend door de oppositiepartij. De CHP heeft Dervis, de voormalige superminister die werd aangesteld door de VS, bereid gevonden om de AKP te begeleiden met betrekking tot het IMF-beleid, als hij daarvoor wordt gevraagd.

De heersende klasse oefent nu druk uit om de verschillende partijen samen te laten werken voor kapitalistische doeleinden, in plaats van elkaar uit te dagen in het parlement. Deze samenwerking zal waarschijnlijk wel werkelijkheid worden, omdat de partijen geen andere keuze hebben, ook al zouden ze dat willen. Beide partijen zagen hoe de bevolking van Turkije de partijen afstrafte die de imperialistische opdrachten uitvoerden. Maar ondanks dat zullen ook zij ze weer uitvoeren, omdat ze wel moeten, waardoor zij langzaam aan betekenis gaan inboeten. Of misschien wel heel snel, met als gevolg een economische crisis in Turkijke in het nieuwe jaar.

Teleurstelling voor links

De verkiezingsuitslagen waren alarmerend voor links. Terwijl het volk zwaar lijdt onder het juk van het IMF en er een oorlog dreigt, kwam het totale aantal stemmen voor linkse partijen niet boven de tien procent uit. DEHAP (coalitie van een aantal progressieve partijen: HADEP, EMEP en SDP) kreeg 6,2 procent van de stemmen en behaalde dus bij lange na niet de kiesdrempel van 10 procent.(1) Het aantal stemmen voor de ÖDP (Partij van Vrijheid en Solidariteit) daalde van 0,9 procent in 1999 naar 0,3 nu, reden voor de partijleider om af te treden. Het aantal stemmen voor de TKP (Communistische Partij van Turkije) bleef hetzelfde, 0,2 procent, niet iets om tevreden over te zijn. Ontwikkelingen die de moeite waard zijn om verder op in te gaan, misschien in het volgende nummer van Manifest.

(1) Noot van de redactie: Dat is bijna 1,5 miljoen mensen. DEHAP beschuldigt de vorige regering ervan dat zij door tal van maatregelen, bedreigingen en andere malversaties ervoor heeft gezorgd dat nog eens 1,5 miljoen mensen niet op deze partij konden stemmen, waardoor de kiesdrempel niet werd gehaald. Bij een analyse over de zwakte van links zal dat zeker moeten worden meegenomen. DEHAP heeft intussen besloten om als partij verder te gaan. Vertaling J. Bernaven.