Steun voor Annemie Mels

Van de redactie

Op 28 september 2002 werd Annemie Mels op een solidariteitsconcert voor Palestina, in het Amsterdamse Oosterpark, aangehouden door de politie. De reden van de arrestatie: zij deelde flyers uit waarop Bush vergeleken wordt met Hitler. Op dinsdag 10 december 2002, om 10.25 uur, moet zij verschijnen voor de politierechter in Amsterdam, Parnassusweg, 220.

De tenlastelegging luidt : "dat zij te Amsterdam opzettelijk het hoofd van de regering van een bevriende staat, te weten de president van de Verenigde Staten van Amerika, G.W. Bush, in het openbaar, mondeling en/of bij geschrift en/of afbeelding heeft beledigd, door in het Oosterpark aan het aldaar aanwezige publiek pamfletten uit te delen met daarop de tekst 'Bush-Hitler: geen verschil'."

Wat is er aan de hand in Nederland?

Van Australië tot Canada, van Hong Kong tot El Salvador, van Indonesië tot Duitsland, overal komen mensen op straat om te betogen tegen de oorlog. Op veel van deze manifestaties vergelijken betogers, in beeld en geschrift, de oorlogszuchtige politiek van Bush met die van Hitler.

Ook Ignacio Ramonet, de hoofdredacteur van de gerenommeerde Monde Diplomatique maakt de vergelijking. "Deze doctrine (beschreven in het document 'De nationale veiligheidsstrategie van de VS, van 20 september 2002') herstelt het recht op een 'preventieve oorlog', die Hitler in 1941 toepaste tegen de Sovjet-Unie en Japan en in hetzelfde jaar tegen de VS in Pearl Harbor." (1) Zelfs de voormalige Duitse minister van Justitie, Herta Däubler-Gmelin, veroorloofde zich midden september om die vergelijking te maken. Maar als Annemie Mels een week later in Nederland hetzelfde doet, wordt ze prompt gearresteerd en moet voor de rechter verschijnen!

Het optreden van justitie heeft tegelijk verontwaardiging en hilariteit verwekt. Het versterkt het imago van een Nederlandse regering die, met de pink op de naad, de bevelen uit Washington opvolgt en zich voluit engageert met de oorlogsplannen van de Amerikaanse president. De vervolging ligt in de lijn van een hele reeks, veel belangrijker en politiek verwerpelijke, standpunten van de regering.

Al op 5 september 2002 verklaarde de minister van Buitenlandse Zaken, Jaap de Hoop Scheffer, dat een militair optreden tegen Irak niet uitgesloten kan worden. Een kamermeerderheid heeft dat standpunt kortgeleden overgenomen. Nederland behoort daarmee, na Groot-Brittannië, en samen met Spanje en Italië tot de meest onvoorwaardelijke Europese bondgenoten van de Verenigde Staten.

Op 9 augustus vroeg de minister van Buitenlandse Zaken van de VS, Colin Powell, aan andere landen om maatregelen te nemen tegen de CPP (Communistische Partij van de Filippijnen) en het NPA (New People's Army). Op 12 augustus verschijnt de naam van de Filippijnse professor José Maria Sison op de lijst van mensen wiens tegoeden in de VS geblokkeerd zijn. Hij was medestichter van de Filippijnse communistische partij en is thans de belangrijkste politieke raadgever van het Nationaal Democratisch Front in de vredesbesprekingen met de Filippijnse overheid. Een dag later al, op 13 augustus, heeft de Nederlandse regering de 'Sanctieregeling terrorisme 2002 III' klaar. Nederland haalt "de noodzaak tot het treffen van spoedige maatregelen" aan om "besluiten die op Europees niveau zullen volgen" niet af tewachten. De Nederlandse regering beëindigde prompt zijn uitkering en zijn ziekteverzekering, blokkeerde zijn bankrekening en dreigt hem uit zijn woning te zetten.

Is het dan toeval dat de Amsterdamse officier van justitie op 10 december, nota bene de internationale dag van de Rechten van de Mens, iemand voor de rechter daagt omdat die het waagde Bush met Hitler te vergelijken?

Vanwaar de slaafse volgzaamheid van de Nederlandse regering tegenover de VS?

De verklaring ligt voor de hand. De geplande nieuwe oorlog tegen Irak is een oorlog om olie, om de grootste oliereserves ter wereld. De VS voeren oorlog voor de belangen van hun oliemultinationals ExxonMobil en Texaco. De Britse en Nederlandse regering willen de belangen van 'hun' oliemultinational Royal Dutch Shell, de derde belangrijkste ter wereld, verdedigen door zich aan te sluiten bij de militaire avonturen van Uncle Sam.

Ja, de agressieve oorlogsplannen tegen Irak en de dreigingen met oorlog tegen onafhankelijke landen als Noord-Korea, Iran, Syrië, Libië en Cuba bootsen het militarisme van Hitler na.

Ja, het concept zelf van deze zogenaamde 'preventieve oorlogen' is in strijd met alle internationale rechtsregels. En precies zoals Hitler veegt Bush de vloer aan met deze regels.

Ja, net zoals Hitler oorlog voerde in opdracht van de grote staal- en chemieconcerns, zo voert Bush oorlog voor de belangen van de Amerikaanse energiereuzen en wapenfabrikanten. Die energie- en wapenmultinationals zijn trouwens direct in zijn regering vertegenwoordigd door onder meer vice-president Dick Cheney, mede-eigenaar van de energieholding Halliburton, en Condoleezza Rice, gewezen directrice en nog steeds lid van de raad van bestuur van Chevron.

Ja, net zoals Hitler de autoriteit van de Volkerenbond en andere internationale organismen verwierp, zo legt Bush internationale akkoorden (Kyoto), resoluties (VN-resoluties over Israël) en organen (het Internationaal Strafhof), naast zich neer.

Ja, net zoals Hitler, streeft de regering Bush de wereldoverheersing na door middel van oorlogen. Bush kondigde aan dat zijn 'oorlog tegen het terrorisme' vele landen omvat. Zijn vice-president Cheney noemde in augustus voor een zaal van 'VS-veteranen van de buitenlandse oorlogen' het cijfer van 60 landen: dat is eenderde van de wereld! (De VN telt 191 leden).

De publieke opinie alarmeren over de gelijkenissen tussen de imperialistische en oorlogszuchtige politiek van Bush en Hitler is geen misdrijf. Het is de plicht van elke rechtgeaarde pacifist en van al wie de mensheid en onze planeet wil behoeden voor een nieuwe wereldbrand.

(1) Le Monde Diplomatique, p. 1, okt 2002