Politieke klimaatverandering? (6 en slot)

Fascistisch gevaar huist in rechts

Door Rinze Visser

Ondanks het feit dat de met op een na grootste fractie de Tweede Kamer binnenmarcherende LPF zich als een zelfmoordcommando lijkt te hebben opgeblazen, heeft de - met de opkomst van Fortuyn, de latere moord op hem en de verkiezingsoverwinning van zijn lijst - ingetreden politieke klimaatverandering zich gestabiliseerd. Een van de aspecten van die verandering is het spreken en denken over fascisme.

Ook al zou je het dimmen van overtrokken antiracisme en antifascisme een positieve ontwikkeling willen noemen, het gevaar is aanwezig dat hiermee ook de fascistische tendenzen als zodanig zullen worden onderschat. Over het wel of niet demoniseren van Fortuyn is al veel geschreven, maar het demoniseren van het communisme en de communisten gaat gewoon door. Dit laatste gaat nogal eens gepaard met het bagatelliseren en normaliseren van de recent-historische fascistische machts- en veroveringspolitiek en aanverwante uitroeiingspraktijken. Juist nu, nu rechts het politieke klimaat lijkt te dicteren, is het van groot belang dit gevaar aan te wijzen, en dan niet gebaseerd op incidenten (hoe waar die ook zijn) maar op grond van algemene politieke feitelijkheden.

Ondanks alle retoriek dat de (burgerlijke) democratie zich positief ontwikkelt, spreken de feiten andere taal. Zo is daar de uitholling van de democratie in de vorm van de terugtredende overheden, door individualisering en privatisering in het voordeel van het grootkapitaal en in de vorm van het afstoten van nationale bevoegdheden naar een Europees centrum. Nu ook ultra-rechts, openlijke fascisten, pleit voor sterke nationale staten, zich afkeert van terugtredende overheden en zeer kritisch staat tegenover Europese eenmaking, is het absoluut nodig de communistische argumenten duidelijk voor het voetlicht te brengen.

Hoewel het op het eerste gezicht tegenstrijdig zou kunnen lijken, is er niet veel verschil tussen fascistische standpunten en de algemeen geldende kapitalistische drijfveren aangaande sterke staten. Terugtredende overheden zijn immers overheden waar de voor de arbeidersklasse vitale elementen zijn weggesneden: de geheel teruggetreden overheid is hier de asociale overheid van de asociale staat. Deze staat moet een sterke zijn - militair en repressief - om de dan asociaal geworden toestand te bestendigen.

Fascisme is dan nodig om het kapitalistische stelsel niet in gevaar te brengen. Nodig is dan dat een groot deel van de intellectuelen van de middenlagen zich erachter schaart en dat grote delen van de arbeidersbevolking of apatisch zijn of er niet geheel onwelwillend tegenover staan. Fascisten zullen sociale retoriek zeker niet schuwen om de arbeidersbevolking te paaien en tekortkomingen van links breed uit te meten. Kijk naar wat er tussen de twee wereldoorlogen gebeurde in Italië en Duitsland.

Mussolini is begonnen als socialist, de Hitlerpartij noemde zich zelfs 'socialistische arbeiderspartij' (NSDAP). Een van de meest treffende voorbeelden is het Argentijnse peronisme, dat ook naar andere Latijns-Amerikaanse landen een grote uitstraling had. Eduardo Galeano zegt het in een van zijn boeken zo: "Het peronisme omvatte Tyriërs en Trojanen, arbeiders en bazen; en binnen dat kader speelde de ware geschiedenis zich af als een voortdurende tegenspraak."

Het is eerder betoogd: een groot gevaar voor een ontwikkeling richting fascisme is als twee vanuit hun belangenposities tegengestelde bevolkingsgroepen samen een politieke stroming met een charismatisch en demagogisch leider steunen. In ons land en in andere Europese landen zijn dat diegenen die hun aversie tegen staatsinstellingen (en de daarmee vereenzelvigde politiek, de 'oude politiek') laten blijken, omdat die hun verdere machts- en geldhonger in de weg staan; en diegenen die zich erdoor in de steek gelaten voelen, omdat hun zekerheden en voorzieningen verkwanseld werden. Overal waar dit gevaar bestaat en waar daarvoor politieke meerderheden aanwezig kunnen worden geacht, worden algemene of door velen als negatief ervaren zaken centraal gesteld. Vrijwel altijd gaat het dan om zaken die het gevolg zijn van een kapitalistische ontwikkeling, zoals: onveilgheid, verruwing, problemen in verband met migratie, fraudepraktijken, waarbij vooral ambtenarij (bureaucratie), mensen met een donker uiterlijk (vreemdelingenhaat of angst) en een te slap politie- en justitieapparaat, de centrale thema's zijn.

Het is vanuit rechts-autoritair gezichtspunt dan ook niet verwonderlijk dat het deze thema's zijn waarop voortdurend getamboerd wordt, waarmee de belangentegenstellingen tussen de kapitalisten, hun veel-verdienende adepten, en het arbeidersvolk, kleine zelfstandigen en anderen, uit het zicht worden gehaald. Zo wordt ook duidelijk waarom er te pas en te onpas verkondigd wordt dat de tegenstelling links-rechts er niet meer toe doet en dat er eigenlijk niet meer van een arbeidersklasse sprake is. Daarbij komt dat er een klimaat wordt geschapen waarin de gedachte kan postvatten dat deze politiek-rechts te vertalen meerderheidsgevoelens door links veroorzaakt zijn. Er zou een metershoge stapel leesvoer te verzamelen zijn waarin dit tot uitdrukking wordt gebracht.

Individualistisch en egoïstisch gedrag, dadenloosheid van omstanders bij calamiteiten, zou verklaard moeten worden uit een veel te ver doorgeschoten verzorgingsstaat. De schuld van links dus... De horden vreemdelingen die zouden klaarstaan om ons land binnen te trekken met alle gevolgen van dien, zouden het gevolg zijn van zogenaamde progressieve politiek: "Hoe meer vreemdelingen hoe liever, hoe meer verschillende culturen hoe liever." De schuld van links dus... De toename van onveiligheid en geweld komt door tientallen jaren beleid van vertroeteling van daders, van het welzijnswerk met zijn zachte heelmeesters en zogenaamd humaan strafrecht. De schuld van links dus...

Het lijkt mij voldoende om daarin een politieke klimaatverandering te herkennen en daarin het fortunisme een plaats te geven. Werd in het (ook nog recent) verleden maar al te vaak ergens het etiket 'fascisme' opgeplakt, zonder de maatschappelijke ontwikkelingen serieus te onderzoeken, bestaat nu het gevaar dat, omdat ook veel 'gewone mensen' op de lijst Fortuyn blijken te hebben gestemd, het gevoel gaat overheersen dat dit alles wel meevalt. Waarschijnlijk zijn er in ons land maar weinig fascisten, maar dat zegt nog niets over wat er boven en onder de oppervlakte gaande is. Het aantal echte, als zodanig te herkennen, fascisten kan in een land heel klein zijn. Maar onder bepaalde omstandigheden kan tegelijkertijd het gevaar voor fascisme groot zijn. Alleen waakzaamheid is niet voldoende.

Een linkse politiek waarbij communisten een vooraanstaande rol zouden moeten spelen, waarin de werkelijke oorzaken van waar mensen mee zitten voor het voetlicht worden gebracht, gericht op een tegenbeweging, schept niet alleen duidelijkheid maar dwingt ook rechts - daar waar het fascistische gevaar schuilt! - tot duidelijke stellingnames. Opdat voor de arbeidersbevolking en alle weldenkende mensen zichtbaar wordt waar hun vriendenen vijanden zitten.