(WAO-)knelpunten

Door Jan Cleton

De toenemende klassentegenstelling in deze concurrentiemaatschappij (het kapitalisme) wordt onder andere verbloemd door detail- of nieuw ingevoerde discussies. Detaildiscussies die de aandacht zo ver afleiden van de werkelijke oorzaken, dat er van een grondige stelselherziening in klassenbewust opzicht geen sprake meer zal zijn. De discussie rond de WAO is hier een schoolvoorbeeld van.

Bijna gelijk met het uitkomen van het TNO Rapport "de gevolgen van recente WAO-voorstellen voor chronisch zieken en gehandicapten", detaildiscussies dus, kwam de (demissionaire!) regering met het dreigement van de 'partnertoets'. Oftewel, terwijl de bewijzen van de financiële achteruitgang - bij de recente voorstellen voor grote groepen WAO-ers - op tafel kwamen werd er een grote bom onder de WAO-overlegtafel gelegd. Toevallig?

Slecht, slechter, slechtst

Het poldermodel heeft het kapitaal geen windeieren gelegd. De 'verfijning' van dat model, in het belang van het kapitaal, onder paars I en II, resulteerde door de daardoor ontstane 'onlustgevoelens' van een groot deel van de bevolking in 'paars-plus'. Het kabinet Balkenende dus. De bliksemafleider voor die gevoelens, de LPF, werd op geraffineerde wijze uitgeschakeld, maar de ingezette verrechtsing wordt, na de val van het kabinet, nog ten volle uitgebuit. De partnertoets aangaande de WAO is namelijk nergens in het regeerakkoord terug te vinden.

De vakbonden, kozen steeds voor: minder slecht

Het verlaten van de klassenpositie, het opgaan in een zogenaamd harmoniemodel, het meegaan in de door de (kapitaalsafhankelijke) media bepaalde waan van de dag, heeft de groep die officieel vertegenwoordigd wordt door de vakbonden slechts windeieren gelegd.

Het door het kapitaal opgelegde 'spelletje' heet sinds het Akkoord van Wassenaar namelijk: "kiezen uit twee kwaden", dat in de praktijk voor de vakbonden resulteerde in "redden wat er te redden valt". Het verruilen van de solidariteit voor individualisme in de vorm van "Uw persoonlijke zaakwaarnemer", speelde hierbij een hoofdrol. Waar dat alles verder toe leidt onder slechte economische omstandigheden, wordt nu, met name in de WAO-discussie, pijnlijk duidelijk.

De vakbonden hebben niet alleen zichzelf in een chantage-positie gemanoeuvreerd, maar ook het overgrote deel van de mensen die zij heten te vertegenwoordigen. Door zich niet echt te verzetten tegen de privatisering van de sociale zekerheid, door mee te gaan in de politiek van de kredietmaatschappij - waardoor de schijn van welvaart opgehouden werd, welvaart waar nog vele jaren voor gewerkt moet worden, denk alleen maar aan de hypotheekschulden - dat resulteerde in een uitermate zwakke onderhandelingspositie voor de vakbonden en hun achterban. Een onderhandelingspositie die aangaande de WAO waarschijnlijk zal resulteren in 'slechts' het afwentelen van de partnertoets.

De uitweg

De uitweg uit deze situatie kan alleen gevonden worden door daadwerkelijke solidariteit met de eigen klasse te bewerkstelligen. Allereerst moeten de nog gezonde werknemers beseffen dat de huidige economische omstandigheden en de daaruit voortvloeiende arbeidsomstandigheden, in versterkte mate leiden tot een arbeidsongeschiktheidsrisico. Ten tweede, dat een privatisering van de dekking van dat risico altijd duurder uitvalt dan de werknemersverzekering. Ten derde, dat solidariteit een macht vormt waartegen geen enkel individueel belang opgewassen is en dat die macht in eerste instantie opgebouwd moet worden binnen de vakbeweging. Ten vierde, dat daarvoor nodig is dat de individuele vakbondsleden dit afdwingen binnen de vakbond, en richting de (omgekochte) vakbondstop, in het maatschappelijk belang van alle werknemers. Ten vijfde, dat er dus een verschil is tussen de belangen van de werkgevers en de werknemers.

Kortweg

Een herziening van de individuele omstandigheden valt en staat bij de wil van een groot aantal individuen dat zich inzet voor een gezamenlijk maatschappelijk doel. Maar ook dat die wil gebundeld moet worden in een klassenbewuste organisatie. Alle andere vormen van organisatie blijven beperkt tot individuele wensen en de door de kapitaalsafhankelijke media gepropageerde 'waan van de dag'. Het klassenbewustzijn is dus doorslaggevend. Dé maatstaf voor de mogelijke vooruitgang.