Stop wapentreinen in Engeland

Door Ron Verhoef

De voorbereiding voor de oorlog tegen Irak is ook in Groot-Brittannië volop in gang gezet. Zoals bekend is Tony Blair, samen met de Australische premier Howard, één van de voornaamste bondgenoten van Bush in de strijd tegen Irak. Blair is daarom nu al begonnen met het zenden van troepen. Daarnaast heeft Blair echter ook materieel ter beschikking gesteld. En bij het vervoeren daarvan is hij op een onvoorzien probleem gestoten.

Een deel van het materieel moet namelijk uit het Schotse Glen Douglas komen. De bedoeling was om het materieel per trein naar de haven van Glasgow te rijden. Twee machinisten van de West Highland line hebben echter besloten dat zij geen materieel zullen vervoeren dat mogelijk gebruikt kan worden voor een oorlog tegen Irak.

Gevolg is dat een aantal geplande treinritten niet heeft kunnen doorgaan en de Britten dus achterliggen op schema. Ondanks de druk van de regering blijven de machinisten van de EWS, een particulier spoorwegbedrijf, bij hun actie en hebben zij bovendien steun gevonden bij 13 collega's, zodat nu 15 machinisten de wapentransporten weigeren. Hierin worden zij gesteund door de "Stop the war-coalitie". Ook in het parlement is er echter steun voor de actie. John McDonnell, Labour, heeft de volgende motie ingediend in het lagerhuis:

"Het parlement applaudiseert voor de heldhaftige en principiële acties van de twee machinisten uit Motherwell (een voorstad van Glasgow-RV), die besloten hebben geen goederentreinen te besturen met wapens en ammunitie aan boord, die gebruikt kunnen worden voor een mogelijke oorlog tegen Irak en gelooft dat het recht op gewetensbezwaar op alle Britten van toepassing is."

Verzet binnen Labour tegen oorlog groeit

De motie zal natuurlijk niet aangenomen worden, maar het is wel opvallend dat een groot aantal Labour-parlementsleden aangeeft voor de motie en tegen de oorlog te zijn. Boze tongen rond het kabinet beweren zelfs dat enkele ministers eveneens tegen de oorlog zijn. De kans bestaat zelfs dat het kabinet Blair uit elkaar spat zodra de eerste bommen vallen. Dat is voor Blair niet zo'n probleem omdat hij de afvallige ministers kan vervangen door nieuwe zonder verkiezingen uit te schrijven. Het zou echter kunnen dat de ministers die opstappen ook tussentijds het parlement verlaten en zo een tussentijdse verkiezing voor hun district forceren. Een dergelijke verkiezing zou Blair wel slecht uitkomen, omdat er dan gestemd gaat worden met vallende bommen in Irak. Dat maakt Labour minder populair, vooral in die gebieden waar een reëel alternatief bestaat voor Labour.

Naast de motie in het parlement roepen ook steeds meer Labour-leden (waaronder parlementsleden) op tot het bijeenroepen van een buitengewoon congres om over de op handen zijnde oorlog te beraadslagen. Daarnaast willen deze leden ook praten over de "oorlog tegen de brandweerlieden", zoals zij het noemen. Op een dergelijk congres is het bij lange na niet zeker dat Blair de meerderheid van de partij achter zich krijgt en er zal hem dan ook veel aan gelegen zijn een congres te vermijden.

De druk op Blair groeit daardoor met de dag, zowel binnen het parlement en zijn eigen partij als op straat. Naar aanleiding van de actie van de machinisten heeft de Stop the war-coalitie in ieder geval besloten een nationaal congres te houden waarin verdere acties zullen worden besproken. Zeker is dat de coalitie arbeiders zal oproepen om werken met of aan materieel bestemd voor Irak te boycotten. Al met al neemt de anti-oorlogscoalitie dus steeds grotere vormen aan.

Bronnen: New Worker, Morning Star, Scottish Socialist Voice.