Schurkendeal op kosten van Irak

Demonstraties tegen oorlog van tokio (boven) tot Cleveland (onder).  

 

 

David Pestieau interviewt Boudewijn Deckers

Bush wil zo snel mogelijk oorlog in Irak. Frankrijk en Duitsland strubbelen wat tegen. Een spelletje oppositie voor de show, een echte ommekeer of een reële tegenstelling met de Verenigde Staten?

Boudewijn Deckers. Het marxisme hoedt ons voor een simplistische benadering terzake. De verschillende imperialistische blokken verdedigen hun barbaars systeem tegenover de onderdrukte volkeren en de werkende klassen. Op dit punt werken ze allemaal ook samen. Aan de andere kant wil elke monopolie ook zijn rivalen verslaan. Lenin toonde al aan dat de tegenstellingen tussen de imperialistische machten essentiële kenmerken zijn van het systeem die leiden tot echte conflicten en tot oorlogen, zelfs tot wereldoorlogen, zoals de wereld er al twee heeft gekend. Eenheid en strijd gaan dus samen.

Als revolutionair kan je alleen maar blij zijn dat de tegenstellingen tussen de imperialistische machten verscherpen. Ze zijn een uiting van de crisis van het imperialistische systeem, die veel dieper is dan in 1991.

Aan de andere kant was het verzet van de volkeren van de Derde Wereld én in de imperialistische landen zelf nooit zo hevig als vandaag. Dat kan ons optimisme alleen maar versterken.

Dat is trouwens een van de redenen waarom Europese landen zoals Frankrijk en zelfs België aarzelen: ze vrezen dat een oorlog een revolte zal uitlokken bij de arbeidersklasse en vooral bij de allochtone werkende mensen.

Zijn de tegenstellingen tussen Europa en de Verenigde Staten reëel? Meer dan zestien Europese landen geven toestemming voor Amerikaanse wapentransporten.

Boudewijn Deckers. Ja, er bestaan reële belangentegenstellingen tussen de VS en sommige Europese landen, dat valt niet te ontkennen. Bijvoorbeeld Irak: in 1972 werd de olie van Irak genationaliseerd en alle Amerikaanse en Britse maatschappijen werden onteigend. Dat hebben ze nooit kunnen verkroppen.

Begin jaren '90 gaf Irak het meest beloftevolle olieveld van het land, Majun, dicht bij de grens met Koeweit, in concessie aan TotalElfFina. Dat was niet naar de zin van de grote Amerikaanse maatschappijen als Exxon en Chevron, van het Britse BP en de Nederlandse Shell. Die vier multinationals, de machtigste van de wereld, willen terugwinnen wat ze zijn kwijtgeraakt, ten koste van TotalElfFina.

Deze oorlog is in zekere zin ook een oorlog tegen Europa

Ze staan met getrokken messen tegenover elkaar. Ook de Amerikanen en de Britten. Vorige maand trok bijvoorbeeld de baas van BP in een bijlage van The Guardian nog van leer tegen de druk van Exxon en Chevron, omdat die Irak in twee delen willen opsplitsen.

TotalElfFina kan bij een oorlog veel verliezen. Een deel van het Franse kapitaal heeft er dus alle belang bij zich ertegen te verzetten. Maar Frankrijk heeft ook andere multinationals dan die van de olie. Daarom is de grootburgerij in Frankrijk zonder twijfel erg verdeeld.

Duitsland heeft geen rechtstreekse oliebelangen in Irak. Maar vergeet niet dat de controle over Irak een van de grote uitdagingen was in de twee wereldoorlogen van de vorige eeuw. Duitsland heeft die ambitie nog lang niet opgegeven. Aan de andere kant heeft Duitsland enorme belangen in Iran, het is diens belangrijkste handelspartner, zowel voor de in- als de uitvoer. Duitsland weet maar al te goed dat de Verenigde Staten na Irak ook Iran willen aanvallen en daarmee het gras voor zijn voeten willen wegmaaien.

Hoe verklaar jij dat de Amerikanen zo gebeten zijn om oorlog te voeren voor olie, terwijl ze veel minder dan Japan of Europa afhankelijk zijn van de olie uit het Midden-Oosten?

Boudewijn Deckers. De Amerikanen halen inderdaad maar 25 procent van hun olie uit het Midden-Oosten (bijna evenveel als uit Venezuela alleen). Voor Europa is dat 37 procent, voor Japan 88 procent. Maar Lenin zei het al: als de grondstoffen schaars zijn, probeert het imperialisme die niet in de eerste plaats voor zichzelf te veroveren, maar wil het vooral de grondstoffen van zijn concurrenten controleren. In zekere zin is deze oorlog ook een oorlog tegen Europa, dat steeds meer afhankelijk wordt van de olie uit het Midden-Oosten.

Toch blijft het zogenaamde verzet van Duitsland en vooral van Frankrijk zo vaag dat ze nog alle kanten uit kunnen: zowel steun aan de VS als voorgewende neutraliteit?

Boudewijn Deckers. Op dit ogenblik is nog moeilijk te zeggen of grootmachten als Duitsland en Frankrijk hun belangen beter verdedigd vinden door geen enkele steun te geven aan een Amerikaans-Britse aanval tegen Irak, ofwel door er op een of andere manier aan deel te nemen. Ze zijn zeker niet tegen een omverwerping van nationalistische regimes als dat van Irak, maar ze willen alleen maar meedoen als ze garanties krijgen over de verdeling van de buit. De Amerikanen van hun kant beschikken over een heel arsenaal drukmiddelen tot zelfs chantage: de dreigende taal van Rumsfeld, de Amerikaanse minister van Oorlog, toont dat Amerika niet vies is van economische represailles. Ze kunnen de economische oorlog intensiveren door protectionistische maatregelen, zoals destijds met het staal, tegen Europese concurrenten als Arcelor.

Irak gaf zijn meest beloftevolle olieveld in concessie aan TotalElfFina

Europa kan op dit moment niet zonder de NAVO. Het euroleger telt amper 60.000 soldaten, de Amerikanen sturen naar de Golf alleen al 150.000 tot 200.000 manschappen. Als de Europese imperialisten de komende jaren ergens in de wereld militair tussenbeide willen komen, dan moeten ze een beroep doen op de NAVO. Daarom moeten ze wel bij dit bondgenootschap blijven.

In de huidige krachtsverhouding zal de meerderheid van de Europese landen toch weer buigen en de Amerikanen volgen. Toch is het intussen een feit dat veel Europese landen niet meer dezelfde trouwe bondgenoten zijn als in de jaren '90. Vandaag verkopen ze hun steun aan de VS zoals grote criminelenonder elkaar dat doen. Daarom mogen we er niet op rekenen dat de Duitse of Franse bandiet de Amerikaanse crimineel zal stoppen, omdat die veel sterker is.

Onze steun aan het verzet van Irak is onvoorwaardelijk en keert zich in de eerste plaats tegen het meest agressieve imperialisme, dat van de Verenigde Staten, maar ook tegen Europa.

Sommigen denken dat de oorlog te vermijden is als Saddam in ballingschap zou gaan. Wat denkt u daarvan?

Boudewijn Deckers. Dat zijn leugens. Ten eerste zeggen de VS zelf dat er in Irak geen geloofwaardig alternatief voor Saddam bestaat, zelfs niet van het allooi van de huurlingen van de Noordelijke Alliantie in Afghanistan. Ze kondigden al aan dat Irak zal worden bestuurd door een militair bestuur en dat er de eerste jaren geen verkiezingen zullen komen. Ten tweede wijzen alle strategische documenten van de regering Bush uit dat het doel niets anders is dan de controle verwerven over alle olie en de verovering van de markten van het Midden-Oosten. Zo onthulden Cheney, Rumsfeld, Wolfowitz en de andere opiniemakers van de regering Bush in een schriftelijk verslag van september 2000 dat de VS al decennialang proberen de hele streek militair onder controle te krijgen. En ze voegen eraan toe dat deze doelstelling veel verder reikt dan die van het regime van Saddam Hoessein.(1)

Noot

  1. "Rebuilding America's Defenses: Strategy, Forces and Resources for a New Century", p. 14.

Boudewijn Deckers is lid van het Politiek Bureau van de PVDA. Datum interview 29-01-2003.

Lees ook Marxistische Studies nr. 60: Irak, de inzet van de tweede Golfoorlog. U kunt dit nummer bestellen bij het NCPN-kantoor.