Achter de schermen van de oorlog tegen Irak

Door Jos van Bergen

In het vorige nummer van Manifest zijn we ingegaan op de achtergronden van de komende oorlog tegen Irak. De conclusie: "De 'edele motieven' achter de oorlog van de VS tegen Irak bestaan dus uit olie, olie en olie. De tactiek bestaat uit de controle over de energiebronnen en het transport. Kort gezegd, wie de energiebronnen controleert, die controleert de wereld." In dit nummer van Manifest gaan we hier nader op in.

Om het gevecht om Irak te kunnen begrijpen is het noodzakelijk afstand te nemen van de dagelijkse propaganda uit de koker van het propagandabureau van de VS, het 'Office for Strategic Influence'. Die propaganda wil ons doen geloven dat het conflict tussen de VS en Irak gaat om 'massavernietigingswapens' en een verbinding tussen de dictator van Bagdad en het 'internationale terrorisme'. Voor geen van beide beschuldigingen bestaat enig bewijs. Verder wordt Saddam Hoessein afgeschilderd als een tiran die zijn volk op brute wijze onderdrukt. Hij werkt niet voldoende mee aan zijn eigen ontwapening, hij moet op de proppen komen met zijn 'massavernietigingswapens', hij moet bewijzen dat hij geen 'massavernietigingswapens' in zijn bezit heeft, hij is het grootste gevaar voor de wereldvrede, hij wordt vergeleken met Hitler, enzovoorts. De propagandamachine draait op volle toeren. Saddam Hoessein is schuldig tenzij hij het tegendeel kan bewijzen, het omgekeerde van de beschaving die de VS zeggen te verdedigen. Het is echter onmogelijk te bewijzen dat je iets niet in je bezit hebt. Dus blijft het bij schuldig, en dat betekent oorlog. De 'regime change' zal er komen, de opdracht voor de voorbereiding van een aanval werd al kort na 11 september 2001 gegeven.

Meer dan alleen olie

Los van al deze propaganda blijft de vraag waarom de VS met alle geweld de oorlog tegen Irak willen voeren. De VS geven niet voor niets 200 miljard dollar uit aan een oorlog. Gelet op de bedragen staat er dus heel veel op het spel en is het belang enorm. James Baker, minister van Buitenlandse Zaken onder Bush Sr., was hierover duidelijk. Sinds Franklin D. Roosevelt voeren de VS een politiek die "de toegang tot de olievelden in de Golf openhoudt." De minister van Defensie, Donald Rumsfeld, stelt vast: "De VS en hun bondgenoten zullen afhankelijk blijven van de energiebronnen van het Midden-Oosten." Hoe hard de VS het in hun propaganda ook ontkennen, hun bemoeienis met het Midden-Oosten heeft wel degelijk te maken met olie. In een document, dat door het Project for the New American Century (PNAC) in september 2000 geschreven werd, wordt gesteld, dat: "de VS tientallen jaren probeerden een permanente rol te spelen in de veiligheid in het gebied. Het aan de gang zijnde conflict met Irak vormt een rechtstreekse aanleiding, maar de noodzaak om een belangrijke Amerikaanse troepenmacht in de Golf te legeren, overstijgt de kwestie Saddam Hoessein." Het document toont dus aan, dat het plan om Irak aan te vallen al voor het aantreden van Bush opgesteld was. Bovendien blijkt eruit, dat de militaire controle niet beperkt zal blijven tot Irak, maar zich uit zal strekken over de gehele regio rond de Golf. Inderdaad, Iran staat ook op het lijstje van 'schurkenstaten' en Saoedi-Arabië is door de haviken gebombardeerd tot "de wortel van het kwaad". Dat betekent dus nog veel meer oorlog.

Energiebronnen in Irak

Volgens de Energy Information Administration (EIA) van het US Department of Energy belopen de bewezen olievoorraden in Irak 112 miljard vaten, ruim 10 procent van de bewezen wereldolievoorraad. Het vermoeden bestaat dat hiernog 100 tot 200 miljard vaten aan onbewezen reserves aan toegevoegd kunnen worden waardoor het aandeel in de wereldvoorraad op zou kunnen lopen tot 25 procent. De olie is van hoge kwaliteit en de productiekosten zijn uiterst laag. Bovendien zit er een substantiële hoeveelheid gas in de bodem van Irak. Een betere prooi is nauwelijks denkbaar en de verovering ervan mag een paar centen kosten.

Contracten voor ontginning

In de afgelopen tijd heeft Irak, vooruitlopend op de opheffing van de economische sancties, ongeveer dertig contracten afgesloten voor de exploitatie van de olievelden in het kader van het "Development and Production Contract" (DPC) programma. Deze lucratieve contracten zijn afgesloten met oliemaatschappijen die in hoofdzaak afkomstig zijn uit Rusland (Tatneft, Rosneft, Zarubezhneft, Basneft, Mashinoimport, Slavneft) en Frankrijk (TotalFinaElf). Het belangrijke contract met Lukoil is opgezegd omdat de VN slechts toestemming zouden verlenen als het regime van Saddam Hoessein verwijderd zou zijn. Ook van de partij zijn onder andere CNPC (China), Agip en Eni (Italië), Repsol (Spanje), Japex (Japan), Pertamina (Indonesië) en ONGC (India). Shell staat samen met Petronas (Maleisië) en CanOxy (Canada) opgesteld voor een klein contract voor de ontginning van het Ratawi olieveld. Volgens schattingen van Deutsche Bank hebben internationale oliemaatschappijen in totaal verdragen afgesloten over bijna 50 miljard vaten oliereserve, vier miljoen vaten per dag aan potentiële productie en meer dan 20 miljard dollar aan investeringen. Oliemaatschappijen van over de gehele wereld hebben dus belangstelling om mee te doen, de hoofdrolspelers zijn Russisch en Frans, en opvallend afwezig zijn de VS en Groot-Brittannië.

Duitsland en Irak

Sinds een ondernemersdelegatie in mei 2000 een bezoek bracht aan Irak heeft Duitsland de economische betrekkingen met Irak systematisch verbeterd. In juni 2001 riep Ludolf von Wartenberg, voorzitter van het Bundesverband der Deutschen Industrie (BDI), op de economische sancties tegen Irak te heroverwegen. De politiek zou begrip moeten hebben voor het verzoek van de industrie om het land met de op een na grootste oliereserves van de wereld en een afzetmarkt van 24 miljoen mensen niet te verwaarlozen. De Duitse export naar Irak was van zes miljard mark in het begin van de negentiger jaren tot 270 miljoen mark ingezakt, terwijl Franse bedrijven nog voor drie tot vier miljard dollar konden afzetten. De oproep vond gehoor bij de politiek. Na de versoepeling van de sancties in mei 2002, die met name op initiatief van Duitsland plaatsvond, beoordeelde het ministerie van Economische Zaken de mogelijkheden voor de handel met Irak als beduidend beter, in het bijzonder de handel in bouwmachines, vrachtwagens en staalproducten.

Voorkeur voor Duitse producten

In november 2002 was het Duitse bedrijfsleven met meer dan honderd bedrijven prominent aanwezig op een beurs in Bagdad. Na de 'rommel', die jarenlang vooral door bedrijven uit China, Rusland en India in het land was gebracht, is er in Irak weer volop aandacht voor 'Made in Germany'. Ook de demonstraties in Duitsland tijdens het bezoek van president Bush in mei 2002 waren bij Irak in de smaak gevallen. Mede daardoor is Duitsland opgeklommen tot de 'preferred countries', de landen die de hoogste prioriteit genieten bij de economische samenwerking. Een woordvoerder van Siemens lichtte de aanwezigheid op de beurs toe: "Wij willen onze Iraakse vrienden en klanten vooral laten zien, dat wij ook in kritieke situaties achter hen staan." Siemens levert officieel goederen voor energiecentrales en medisch-technische producten aan Irak. Inofficieel schijnt het bedrijf via dochter Iskratel telefooncentrales te leveren. Het bedrijf hoopt een rol te kunnenspelen bij de uitvoering van een metrobouwproject in Bagdad. Mede als gevolg van de voorkeurspositie van de Duitse industrie bij de spilfiguren in de Iraakse industrie is de export naar Irak in 2001 verdrievoudigd. Om de handel verder te stimuleren zet de Duitse regering zich sinds september 2002 in voor het voorzitterschap van de VN-commissie voor de sancties tegen Irak.

Het economische schaakbord

Volgens de New York Times doen ongeveer 300 Russische bedrijven zaken met Irak. Hieronder bevinden zich ingenieursbureaus en machinebouwbedrijven. Bovendien heeft Irak een miljardenschuld bij Rusland. Opgeteld bij de grote belangen bij de ontginning van de Iraakse olievelden is het duidelijk dat Rusland niet staat te juichen voor een aanval van de VS op Irak. Hetzelfde geldt voor Frankrijk, dat eveneens grote belangen heeft in de Iraakse olievelden en bovendien voor miljarden naar Irak exporteert. Duitsland ziet de moeizaam opgebouwde relatie met het regime in Irak liever niet verloren gaan om de enorme potentiële export niet in gevaar te brengen. Bovendien is 'schurkenstaat' Iran een belangrijke handelspartner van Duitsland en weten de Duitsers heel goed hoe de VS met 'schurkenstaten' omspringen. Het is dan ook geen wonder dat uitgerekend Duitsland, Frankrijk en Rusland, samen met China, in de strijd om Irak opteren voor de 'vreedzame ontwapening', terwijl de VS en Groot-Brittannië Irak aan hun neus voorbij zien gaan en harde taal aan het adres van Saddam Hoessein uitslaan. De oppositie van Duitsland en Frankrijk gaat dwars tegen de plannen van de VS met de Golf in.

Isoleren, verdelen en dreigen

Zichtbaar ontstemd en verrast door het gezamenlijke verzet van Duitsland, Frankrijk, Rusland en China tegen een nieuwe resolutie van de VN Veiligheidsraad zetten de VS een diplomatiek offensief in, resulterend in 'de brief van acht' en uitspraken over "het oude Europa". Duitsland en Frankrijk zouden zich "isoleren" van de rest van de wereld, die niets liever zou zien dan de gewelddadige omverwerping van het regime in Irak. Het uitzonderlijke applaus in de Veiligheidsraad voor de 'vreedzame oplossing' bewijst echter het tegendeel, evenals de wereldwijde demonstraties van miljoenen mensen over de gehele wereld. Niet 'het oude Europa', maar de VS en hun bondgenoten staan geïsoleerd. Maar met onder andere Spanje, Portugal, Italië en Denemarken als ondertekenaars van de brief, waarin onvoorwaardelijke steun aan de VS wordt uitgesproken, is de EU wel hopeloos verdeeld. Fijntjes wrijven de VS dit de EU nogmaals onder de neus, aangevuld met opmerkingen over de rol van de VS in de Tweede Wereldoorlog, waar Europa toch heel dankbaar voor zou moeten zijn, en onderhuidse dreigementen aan het adres van Duitsland en Frankrijk. De economie van beide landen samen zou kleiner zijn dan die van Japan, en door hun verzet tegen de plannen van de VS zouden zij onverantwoord bezig zijn. Prompt stelde de CDU/CSU-oppositie in Duitsland zich vervolgens op hetzelfde standpunt.

Economische betrekkingen verslechteren

Wat de betekenis van de dreigementen is, blijkt uit een artikel in Die Welt. De regering in de VS zou Duitse bedrijven, die zaken doen met Irak, onder druk zetten. In een brief aan de minister van Economische Zaken, Wolfgang Clement (SPD), dreigt Washington dat de betrokken bedrijven hun zakelijke betrekkingen in de VS zouden verliezen als zij aan hun activiteiten in Irak vast zouden houden. Bedrijven als Siemens en Daimler-Chrysler zouden hierdoor getroffen worden. Verschillende berichten van bedrijven, die klagen over omzetdalingen in de VS, zouden Bondskanselier Gerhard Schröder (SPD) reeds bereikt hebben. Zij maken de "anti-Amerikaanse Irak-politiek van de Bondsregering" voor deze dalingen verantwoordelijk.

De strijd achter de schermen

Achter de schermen woedt dus een keiharde strijd die niets te maken heeft met 'massavernietigingswapens' of het 'internationale terrorisme'. In de propagandaslag horen we van alles waar het in de strijd om Irak niet om gaat, en waar het wel om gaat horen we nu juist niet. De posities worden echter bepaald door harde economische belangen. De strijd gaat om afzetmarkten, investeringen en winsten (kapitaalmarkten), de controle over de grondstoffen en om de olieprijs. Ook prestige speelt op de achtergrond mee. Henry Kissinger schrijft: "Zolang Saddam Hoessein aan de macht blijft in Irak (...), zal elke toenadering tot Bagdad in de wereld beschouwd worden als een nederlaag en een belangrijke vernedering voor Amerika." Hij voegt hier aan toe: "Een evenwichtige benadering van Irak is alleen mogelijk in een tijdperk na Saddam." In laatste instantie is de inzet in de strijd de alleenheerschappij van de VS over de gehele wereld. Het PNAC stelt: "Op dit moment hebben de Verenigde Staten geen enkele mondiale rivaal. De grote strategie van Amerika moet deze voordelige positie zo lang mogelijk behouden en uitbreiden. (...) Deze gunstige strategische situatie waarin de Verenigde Staten zich momenteel bevinden vraagt overheersende militaire mogelijkheden op wereldschaal." Deze uitspraken tonen aan, dat de aanval op Irak zonder vernedering onvermijdelijk is en dat deze oorlog, samen met die in Afghanistan, slechts het voorspel is van nog veel meer oorlog.

Ruzie tussen vrienden

Met hun gezamenlijke opstelling dreigen Duitsland, Frankrijk, Rusland en China nu onverwacht en tot groot ongenoegen van de VS een stokje voor de ambitieuze plannen van de VS te steken. Deze landen realiseren zich heel goed dat hun eenheid de enige kans is om hun belangen te verdedigen. De VS omschrijven de problemen met Duitsland als "zeer grote meningsverschillen tussen vrienden." Nog zijn zij vrienden, maar de meningsverschillen kunnen uitlopen op slaande ruzie. De VS zullen alles in het werk stellen om de oppositie uit elkaar te spelen. De uitkomst van deze strijd is ongewis. Het imperialistische blok dreigt uiteen te vallen en de scheuren lopen dwars door alle organisaties heen. Niet de VN, maar de VS maken de VN tot een "irrelevant kletscollege". Met kunst en vliegwerk is de eenheid binnen de EU en de NAVO ogenschijnlijk hersteld. Een tweede resolutie in de Veiligheidsraad is in voorbereiding en zal waarschijnlijk voor net zo veel uitleg vatbaar zijn als de verklaring van de EU. Maar het is slechts een kwestie van tijd voordat de breuk definitief is. De posities tekenen zich af. De wereldwijde economische crisis zet de verhoudingen op scherp. De oorlog wordt een noodzaak om zelf te kunnen overleven. Botsende economische belangen in een wereldwijde crisis leiden tot een onvoorstelbare vernietiging.

Samen tegen uitrazend kapitaal

De wereld staat dus mogelijk aan de vooravond van een regelrechte ramp. De VS hebben al gedreigd met de inzet van 'kleine' kernwapens. De wereldbevolking is het kind van de rekening. Alleen al in de komende oorlog in Irak worden tot 500.000 doden verwacht. Heeft het dan zin om verder tegen de oorlog in Irak te demonstreren? Natuurlijk heeft dat zin! De volkeren van de gehele wereld zullen zich verenigen om het uitrazende kapitaal, dat de wereldbevolking in diepe ellende stort, het hoofd te bieden. De allesvernietigende crisis is wat het kapitalisme ons met regelmaat brengt. Om nu eindelijk van die crisis af te komen moet de strijd zich dus tegen het kapitalisme zelf keren. Hoe heviger het protest, des te duidelijker dit inzicht zal doorbreken. Nu al worden wij geconfronteerd met bezuinigingen van niet minder dan 14 miljard euro op de staatsuitgaven, een sterk oplopende werkloosheid, explosief stijgende prijzen en verzekeringspremies, en afbraak van sociale voorzieningen en democratische rechten. Maar voor de ontwikkeling van de JSF worden miljarden uitgegeven. Tegelijkertijd slaaktde demissionaire regering Balkenende dezelfde energieke taal aan het adres van Saddam Hoessein uit als de regering Bush. Dat is het gezicht van de economische crisis in Nederland die ons onvermijdelijk mee zal sleuren in een wereldwijde oorlog. Daartegen moet het verzet zich richten, samen met de rest van de wereldbevolking. Het uiteindelijke doel is de afschaffing van het kapitalisme, de omwenteling naar een hogere maatschappijvorm zonder telkens weerkerende crisis en oorlog, het socialisme. Doorgaan dus met het verzet! Geen enkele medewerking aan de komende oorlog! Proletariërs aller landen, verenigt u!