Wat staat de Irakezen te wachten?

In het begin van het Nieuwe Millennium zijn de Serven in Kosovo het enige volk in Europe dat gedood wordt vanwege hun taal, religie en etniciteit, compleet zonder vrijheid van meningsuiting, recht op organisatie en werk. De misdaden door Albanese extremisten tegen de Servische burgerbevolking en hun cultuur vinden niet plaats tijdens een oorlog, maar onder het oog en in aanwezigheid van 40.000 NAVO-manschappen en de VN-missie.

Door Annabelle Schouten

Een oorlog voor democratie en vrede heet de agressie tegen Irak. Daarbij schuwen de VS en Groot-Brittannië niet om de Amerikaanse en Britse troepen verboden wapens met (verarmd) uranium te laten gebruiken. Als geheel Irak bezet is, willen de VS van het olierijke land een protectoraat maken.

Betekent dat een einde aan alle leed voor de bevolking? De oorlog tegen Joegoslavië van maart - juni 1999 moest 'de slager van de Balkan', president Milosevic, verjagen en de Albanezen in Kosovo 'bevrijden'. Laten we - nu alle camera's de Balkan hebben verlaten - eens gaan kijken hoe het nu is. Vier jaar na de NAVO-bommen.

De moord op premier Djindjic (een van de kopstukken van de 'oppositie' tegen Milósevic), neergeschoten door een maffia-organisatie, bracht het Joegoslavië van nu even in beeld. Nederlandse media probeerden nog aanhangers van de vorige regering te beschuldigen, maar de bewijzen spraken dat volledig tegen. Maffia-bazen hebben sinds oktober 2000 vrij spel op de Balkan, met name in de Servische provincie Kosovo-Metohija. Drugsbaronnen vormen een nieuwe elite, die banden heeft met westerse bedrijven. Mensensmokkel, wapen- en drugshandel, etnische zuiveringen van niet-Albanezen en Albanese tegenstanders van het UCK zijn schering en inslag. In totaal hebben 230.000 mensen het gebied moeten verlaten. En KFOR staat er bij en kijkt er naar. De Amerikanen hebben in Kosovo, met het oog op interventies in de Kaukasus en het Midden-Oosten (Irak,) een grote militaire basis 'Camp Bondsteel' laten bouwen door de firma Brown & Root Services, een filiaal van petroleummaatschappij Halliburton. Aan het hoofd stond... jawel, de huidige vice-president Cheney!

In heel Joegoslavië zien we sinds de bezetting van de NAVO explosieve prijsstijgingen, ontslagen, stijging van zelfmoordpogingen en kankergevallen. Twee op de drie inwoners van Joegoslavie leeft op of onder de armoedegrens nu. In Belgrado kunnen 170.000 families de elektriciteitsrekening al niet meer betalen na de verhogingen doorgevoerd door het Internationaal Monetair Fonds (IMF). Levensmiddelen zijn gemiddeld met 50 procent omhoog gegaan; de lonen daarentegen niet. Brood kostte in de tijd van Milosevic 4 dinar (stond ongeveer gelijk aan de Belgische Frank), nu 30 dinar. Suiker is van 25 naar 50 dinar gestegen. Het aantal zelfmoorden is alarmerend, vooral onder jongeren. In Nis bijvoorbeeld (industriestad met 300.000 inwoners) krijgt de politie eens in de vijf dagen een melding binnen. De gevolgen van de NAVO-bombardementen zijn ook duidelijk zichtbaar in de volksgezondheid. In drie jaar tijd is het aantal kankergevallen met 30 procent gestegen. Volgens de krant Novosti hebben bijna 5.000 vrouwen in Belgrado kanker als gevolg van (verarmd) uranium. Door de privatisering van de zorg kunnen ze geen medicijnen betalen. Dertig tabletten tegen kanker kosten 60 euro bij de particuliere farmaceutische ondernemingen: ongeveer het maandelijkse pensioen van een arbeider. Opvallend is dat longkanker (inademing van radioactieve deeltjes) het meest voorkomt. Nog altijd durft de NAVO met haar zogeheten deskundigen te ontkennen dat verarmd uranium schadelijk is. Ga maar na wat dat betekent voor Irak, waar in de eerste Golfoorlog al 300 ton afvaluranium is neergegooid en waar nu weer hetzelfde gebeurt.

Maar we zien in het Joegoslavië van nu ook stakingen en verzet. Uit protest tegen een nieuwe belasting blokkeerden boeren wegen naar Bosnië en taxichauffeurs bezetten wegen rond Belgrado. Hun leuze: 'DOS-ta' (dosta betekentin het Joegoslavisch 'genoeg'; DOS is de regerende partij). Arvo Cuddo, een vertegenwoordiger van de Wereldbank: "We moeten 800.000 Serven ontslaan bij de publieke diensten en staatsbedrijven. In het kader van de markteconomie..." Privatiseringen stuiten op flink verzet van werknemers bij de belangrijkste staatsbedrijven, Karnex (agrarische voeding), Zastava (auto's), Smederevo (metaal) en GOSA (bouw). Ze willen hun zelfbestuur niet uitleveren aan een privé-directie en organiseren zich binnen de Joegoslavische vakbeweging. Telecombedrijven zijn voor de helft al verkocht, bijvoorbeeld aan de maffia-vriendjes van Djindjic, de gebroeders Karic, maar ook aan Duitse bedrijven. Na het ontslag van 10.000 medewerkers hebben Raffeisen (een Duitse bank) en La Société Générale (een Franse bank) zich gretig gestort op de privatisering van de vier grootste Servische banken. Duitsland profiteert dus volop van de plundering van Joegoslavië. Dat vertaalt zich ook in de overname van veel pers door kranten als Westdeutsche Allgemeine Zeitung en Grunner & Jahr.

De stilte in onze media over deze wantoestanden in Kosovo en Joegoslavië is oorverdovend. Als de bommen stoppen en de bezetting van Irak door de VS en Groot-Brittannië een feit is, wacht dit land hetzelfde lot. Privatiseringen, chaos, etnische zuiveringen, ontslagen, toename van kankerpatienten, enz. De kracht van de vredesbeweging zou moeten zijn deze oorlogen te koppelen in plaats van Joegoslavië geheel buiten beschouwing te laten. Irak, een land waar de gezondheidszorg en het onderwijs (toegankelijk voor zowel man als vrouw) in de tachtiger jaren op een zeer hoog peil stonden. Een land dat zich net als Joegoslavië schuldig heeft gemaakt aan een ernstige misdaad: opstand tegen de nieuwe wereldorde. Who's next? Na Irak zullen vast en zeker Noord-Korea, Cuba, Vietnam en alle andere 'schurkenstaten' volgen. Maart-juni 1999 (Joegoslavie), oktober-november 2001 (Afghanistan), maart 2003 -? (Irak). We mogen niet vergeten...

Bron: 'Le pays dont on parle plus' - Michel Collon (auteur van Blufpoker)