Kosten oorlogsvoering stijgen, belastingverlaging voor de rijken

Door Heather Colin

Terwijl de bevolking de beelden zag van bommen en tanks in zware zandstormen, vroeg de regering Bush op 24 maart het Congres om nog eens 75 miljard dollar aan 'bijkomende kosten' voor de oorlog tegen Irak. En dat is alleen nog maar voor de eerste oorlogsmaand.

Dit bedrag komt bovenop de 400 miljard dollar die in 2003 al voor het leger voorzien was. Het legt beslag op het budget van het ministerie van Defensie en dat van het nucleaire wapenprogramma van het ministerie van Energie. De experts, die bezwoeren dat deze oorlog slechts 50 miljard dollar zou kosten, is de mond gesnoerd. Volgens de Republikein David Obey is deze 75 miljard dollar alleen nog maar de 'eerste termijn'.

Wie betaalt de prijs van deze oorlog? Het totale militaire budget tot dusver dit jaar, 475 miljard dollar, komt neer op 1500 dollar per persoon in dit land, oftewel 6000 dollar voor een gezin bestaande uit vier personen. Tegen de arbeiders wordt gezegd dat ze er met hun belastingen aan bijdragen, de jongeren betalen met hun leven. Vanwege de groeiende werkloosheid, en geconfronteerd met armoede en een slechte arbeidsmarkt worden jonge mensen kanonnenvoer. Zodoende sterven arme jonge mensen terwijl ze de olievelden bevrijden voor Exxon-Mobil en Halliburton.

Tegelijkertijd werken de Senaat en het Huis van Afgevaardigden aan een belastingwet die een onmiddellijke belastingverlaging van minstens 350 miljard dollar mogelijk maakt en waarvan vooral de rijksten in de VS profiteren. Met het oog op deze maatregel, die zelfs Bill Gates van Microsoft verraste, stemde de Senaat voor een amendement op de begrotingswet, waardoor de successierechten zouden komen te vervallen. Hierdoor komen de financiële lasten nog meer terecht op de schouders van de werkende klasse.

De arbeiders worden zo snel kaalgeplukt door de Amerikaanse belastingwetgeving dat het haast niet bij te houden is. De belastingmeevaller van 2001 zal de arbeiders in de praktijk 2 biljoen dollar gaan kosten over de komende 10 jaar, terwijl het belastingvoordeel voor aandelenpakketten de rijken in 2002 nog eens 1,6 biljoen dollar bespaarde volgens de website van het AFL-CIO, de grootste Amerikaanse vakbondsfederatie.

Het geld dat wordt uitgegeven aan soldij voor de troepen maakt slechts een klein gedeelte uit van het bedrag dat aan de oorlogsvoering besteed wordt. Het leeuwendeel gaat naar de militaire industrie. Terwijl Washington beweert dat de VS de Iraakse bevolking wil helpen is er maar 543 miljoen dollar voor de humanitaire hulp uitgetrokken. Van de nieuwe 75 miljard dollar is er maar 1,7 miljard opzij gelegd om een modern land, dat voor onze ogen vernietigd wordt, weer op te bouwen. Dat is ook de prijs van één B-2 bommenwerper.

Waar gaat de rest van het geld heen? Naar de 'defensie'bedrijven. Ze ontvangen inkomsten voor wapens zoals de Mark-84 JDAM van Boeing, een bom van 10.000 dollar, die in mum van tijd een krater van zes meter diep slaat en 4000 kilo aan rotsen en puin omhoog werpt. De VS hebben duizenden JDAM-bommen opgeslagen op luchtmachtbases in de regio van de Perzische Golf.

Miljarden gaan naar Raytheon voor Tomahawk- en kruisraketten, naar Lockheed Martin voor de PAC-raket, naar Boeing voor Apache-helikopters. Het geld gaat naar de enorme 'Daisy Cutter'-bommen, naar 'bunker busters', en naar tankmunitie met verarmd uranium. Het gaat naar General Motors voor tanks, naar Kellog Brown & Root en Halliburton voor militaire installaties in de Golfregio.

Terwijl het land diep snijdt in de sociale dienstverlening en de werkloosheid groeit, worden arbeiders zich bewust van de menselijke en financiële prijs die voor de oorlog betaald wordt. Ze kunnen de oorlogsmachine een halt toeroepen als ze zich realiseren dat deze strijd in de woestijn alleen maar in het belang is van Koning Olie en de militaire industrie.

Vertaling: Frans Willems