Door wie de oorlog betaald wordt

Door Jan Cleton

Terwijl de werknemers onder druk gezet worden om akkoord te gaan met loonmatiging tot op inflatieniveau, waar het in werkelijkheid al behoorlijk onder ligt, worden extra miljarden uitgegeven aan bewapening, zoals de Joint Strike Fighter. Waar zit de logica in deze?

De grote financiële instellingen bulken, ondanks tegenslagen, van het geld. Werknemers, die op een of andere manier een onderpand hebben, barsten van de schulden. Dat onderpand kan bestaan uit een eigen woning, andersoortige kostbaarheden, of stomweg de eigen arbeidskracht die geleverd moet worden om te overleven. Sociale voorzieningen, waar de arbeidersklasse hard voor moest knokken, verzachten in een aantal landen enigszins de daaruit feitelijke loonslavernij, maar worden momenteel rigoureus afgebroken. Die afbraak werd mogelijk door het verdwijnen van het reëel bestaande socialistische perspectief en de (onvermijdelijke periodiek terugkerende) economische crisis als gevolg van overproductie/onderconsumptie. Nu zelfs op wereldniveau.

Alhoewel oorlog voeren het kapitalisme niet vreemd is, vormt de huidige wereldcrisis een extra reden voor oorlog. De kaarten moeten opnieuw geschud worden in het macro-economische pokerspel. Wie wint het meest, wie gaan er verliezen en wie betaalt? Degene met het meeste geld, macht en invloed, heeft de grootste kans om uiteindelijk te overleven. Een stel maffiose pokeraars spelen om elkaars geld en klanten, omdat de markt verzadigd is en de winst niet verder opgevoerd kan worden.

Controle over grondstoffen

Momenteel zijn er nog drie grote machtsblokken: de VS, Europa en Japan. In de afgelopen tien jaar is de positie van Japan in de macro-economische wereld, en dus in het kaartspel, behoorlijk verzwakt. Toch is het nog een speler van formaat. Verder is er nog een zich economisch ontwikkelende grootmacht, nl. China, waar Japan als nabije buur een grote rol speelt. Bij het spel van de overige woekeraars is dit ook van grote invloed. Er zou daar voor hen een nieuwe markt open kunnen gaan.

De andere twee machtscentra, de VS en Europa, beseffen heel goed dat China en Japan zelf over weinig grondstoffen beschikken. Wie de controle over de grondstoffen heeft, kan deze landen en de andere imperialistische blokken economisch aan zich onderwerpen. Met name de olievoorziening speelt daarin een grote rol.

Geen poker meer, maar risk

Dat het pokerspel overgaat in een 'spelletje' risk, waarbij grote legers ingezet worden en veel mensenlevens vernietigd, vloeit voort uit het feit dat de kapitalistische economische crisis op andere wijze onoplosbaar wordt. Natuurlijk zouden ze met het spelletje kunnen stoppen en allemaal gewoon aan het werk kunnen gaan om een sociale wereld op te bouwen, maar daar peinzen ze niet over. Dus zal het 'spelletje' risk waarschijnlijk tot het einde uitgespeeld worden. Tenzij wij afdwingen dat er niet meer gegokt wordt en we gezamenlijk een sociale wereld opbouwen. Wie niet leert van de geschiedenis is gedoemd om hem te herhalen, tot de geschiedenis eindigt...