OORLOG EN VREDE

Bijeenkomst in Thessaloniki tegen NAVO en oorlog tegen Irak op 15 en maart jl. ter voorbereiding van demonstraties in Griekenland in juni a.s.(zesde van links: Wil van der Klift)  

Door Anna Ioannatou

Anti-oorlogsactie is toegenomen in Griekenland sinds vier jaar geleden naar aanleiding van Joegoslavië. Dit is duidelijk gebleken sinds de brute inval in Irak. Meer mensen op de been in een steeds groeiend protest. Meer, bozer en militanter.

Joegoslavië en Afghanistan werken door in het bewustzijn van steeds meer mensen en dat is te merken aan de reacties op de nieuwe (oorlogs)misdaad in Irak. In deze acties ligt een flink stuk twijfel en betwijfeling besloten. In de meeste gevallen (nog) in impulsieve, niet bewuste vorm, maar het is daarom niet minder een kiem van bewustwording. De leuze "nee tegen de oorlog, ja tegen de vrede" is ondanks zijn algemeenheid een goed begin. De haat tegen Bush en kornuiten is een wereldwijd verschijnsel, het zwakst aanwezig in de landen van de oorlogsmakers. Die oorlog wordt in feite gevoerd door de regeringen die in dienst staan van de oorlogsindustrieën (Lockheed, Boeing, General Dynamics, de oliereuzen Chevron, Exxon, Mobil enz.) en zeker door zullen gaan met hun niet aflatende jacht op meer, meer en nog eens meer winsten. Het doel van de anti-oorlogsbeweging, zeker nu er zoveel mensen op de been zijn, moet worden: werken aan deze bewustzijnsvorming en niet te blijven bij algemene leuzes, die steeds meer overgenomen worden door de oorlogsmakers zelf. Roepen tegen oorlog in het algemeen is makkelijk. Als de verovering van Irak een feit is en het oorlogsgeweld voorlopig verstilt (tot de aanval op het volgende land, dat 'een haard van internationaal terrorisme' is en maar niet wil ontwapenen terwille van de Pax Americana) houden uiteraard ook (voorlopig) de acties op of verminderen althans (op het moment, dat dit artikel ingestuurd werd nog steeds in volle gang). Dat doet niets af aan het feit, dat er de laatste jaren een stijgende lijn is in alertie, actie enz, onder de bevolking van de meeste landen. Daar geeft de toestand in de wereld, maar ook in eigen land meer dan genoeg aanleiding toe.

In Griekenland is er de laatste tijd een propaganda op gang gebracht gericht op het neutraliseren van de hele dynamiek, die in de anti-imperialistische oorlogsstemming onder de bevolking besloten ligt. Tactiek nummer 1 is twijfel zaaien: kunnen de betogingen een Bush weerhouden? Kun je eigenlijk wel zo'n oorlog stoppen? Kun je als volk wel de strijd aanbinden met zulke grote imperialistische landen? Of ze zelfs maar beïnvloeden?

Voor de anti-oorlogsbeweging in elk land is het van groot belang zich bewust te maken wat de rol van de eigen regering is, van de eigen leidende kringen met hun interne 'oorlog' tegen de (werkende) bevolking (afbraak sociale rechten), maar ook tegen de bevolkingen van andere landen (zie Irak). Zo zie je, dat de regering van Griekenland (en nog van heel wat andere landen) meedoet, ook al beweert men bij hoog en laag dat dit niet zo is en dat men alleen humanitaire hulp biedt (aan de slachtoffers dus van een invasie, waaraan men zelf meewerkte). In Soeda (Amerikaanse basis op Kreta) worden de bommen geladen, die op de Iraakse bevolking terechtkomen. De raketten, die o.a. op ziekenhuizen, een kraamkliniek en bewoonde gebieden afgestuurd werden, worden in Soeda in de Amerikaanse onderzeeërs geladen. De beruchte Awacs-toestellen (een soort vliegende radars) met hun Griekse bemanning, vormen een vast ingrediënt van de oorlog. De bombardementen worden gestuurd door de elektronische systemen in Soeda. Vliegtuigen, oorlogsfregatten, onderzeeërs tegen Irak worden bevoorraad met brandstof, die komt van Griekse ondernemingen en getransporteerd wordt door Griekse reders (regering: "Wij vervullen onze conventionele verplichtingen, maar we zijn tegen de oorlog"). Ook Spanje's premier Aznar, oorlogshavik nummer 3 na Bush en Blair, heeft uiteindelijk moeten verklaren tegen deoorlog te zijn na het onophoudelijk demonstreren van de Spaanse bevolking, waarvan 95 procent tegen de oorlog is. Daarom moet de anti-oorlogsbeweging in elk land zich om te beginnen richten tegen deelname van de eigen regering aan de oorlog en erna tegen de beoogde deelname aan de buitverdeling ('wederopbouwproces' na de door henzelf teweeggebrachte vernietiging, net als in Joegoslavië). De leuze "nee tegen de oorlog, ja tegen de vrede" vormt in zijn algemeenheid een rem op het perspectief van een massalere anti-imperialistische beweging, zoals die voort zou kunnen vloeien (mits goed gericht) uit de anti-oorlogsbeweging van het moment en uiteindelijk zou kunnen rijpen in een tegen het kapitalistische establishment gerichte macht.

Het Griekse Sociale Forum, waarin mensen van de regeringspartij en de Synaspismos (kleine reformistische partij) de dienst uitmaken, fungeert als zo'n rem, die de anti-oorlogsbeweging binnen de perken probeert te houden. Dus binnen de Europese Unie en de Frans-Duitse as, de zogenaamde tegenpolen voor de vrede. Ook al hebben deze landen nog zo hard meegedaan - samen met de VS - aan de oorlogen in Joegoslavië en Afghanistan. Ook al hebben ze de nieuwe doctrine van de NAVO mede goedgekeurd op de NAVO-conferentie van Praag anderhalf jaar geleden plus de doctrine van de zogenaamde preventieve oorlogen. Pas als de anti-oorlogsbeweging zich deze zaken bewustmaakt, deze verbanden weet te leggen en daar op politiek niveau uitdrukking aan weet te geven, kan zij een echte tegenpool gaan vormen tegen diegenen, die uit oorlog superwinsten halen.