Crisis echt, maar laat rijken betalen!

 

 

Door Wil van der Klift

Is de economische crisis waar we nu mee te maken hebben werkelijk zo erg? Het kabinet-Balkenende 2 wordt geconfronteerd met fors verslechterde economische vooruitzichten. Het CPB raamt het begrotingstekort aan het eind van de kabinetsperiode zo'n 2,5 miljard tot 3 miljard euro hoger dan in het regeerakkoord is afgesproken. Volgens Zalm wordt de noodzaak om extra te bezuinigen bovenop het pakket van 13,1 miljard euro binnen de ministersploeg 'breed gedeeld'. Maar moet er wel zo stringent vastgehouden worden aan de bezuinigingspolitiek van het kabinet?

De afgelopen periode zijn we overstelpt met sombere economische prognoses. Manifest ging de burgerlijke pers daar zelfs in voor. Groeiprognoses worden naar beneden bijgesteld, de werkloosheid loopt snel op, en ook het begrotingstekort komt slechter uit dan nog maar een paar weken geleden werd verwacht. Minister Zalm van Financiën wil een deel van de geplande extra uitgaven aan veiligheid, onderwijs, natuur en platteland uitstellen en hoopt op die manier geld te vinden om de tegenvallers op de begroting op te vangen. Er liggen grote ontslagrondes in het verschiet. Zalm verwacht aan het eind van volgend jaar circa zeshonderdduizend werklozen. Vooral deze snel oplopende werkloosheid slaat een gat in de overheidsfinanciën.

Gedurende het hele jaar 2003 is er in Nederland sprake van recessie. Ook uit het buitenland komen vooral tegenvallende berichten. Fiat schopt 12.300 mensen op straat. De Amerikaanse economie krimpt. De werkloosheid neemt er verder toe en bereikte de hoogste stand sinds 1994 (6,4 procent). Sinds 2001 kromp het aantal arbeidsplaatsen in de VS met 2,5 miljoen. Een tijdelijke dip of een structurele crisis?

Diepgaande kapitalistische crisis

De laatste twintig jaar maken we een reusachtige kapitaalconcentratie mee op wereldschaal. Op dit moment controleren slechts een tiental multinationals de verschillende sectoren van de wereldeconomie. Deze geweldige concentratie leidde tot opdrijving van de uitbuiting en ontslag voor miljoenen werknemers, wat de productiviteit enorm deed toenemen. Zodanig zelfs dat er sprake is van wereldwijde overproductie.

De tweehonderd grootste multinationals in de industrie zijn goed voor 25 procent van de waarde van de goederenproductie in de wereld. Enkele duizenden multinationals (in totaal zijn er 65.000) bezitten het grootste deel van de productiemiddelen in de kapitalistische wereld en ze laten die productie-eenheden alleen draaien om de aandeelhouders een zo hoog mogelijke winst te bieden. Zo uit zich de fundamentele, onoplosbare tegenstelling van het kapitalistische systeem: een tegenstelling tussen een schijnbaar eindeloze productiecapaciteit en tegelijk slinkende markten, omdat de arbeiders enorm worden uitgebuit en onderbetaald. Deze tegenstellingen leiden onvermijdelijk tot crisissen die het systeem op zijn grondvesten doen schudden en een spoor van oorlogen tot gevolg hebben.

Ondanks al hun 'veroveringen', dankzij de neoliberale globalisering, staan de VS nu voor de grootste crisis van hun bestaan. Ze hebben een globale (binnen- en buitenlandse) schuld van niet minder dan 20.000 miljard dollar, bijna tweemaal hun bruto binnenlands product. (China laat dit jaar Japan achter zich als belangrijkste geldschieter van de VS!) Zelfs nu, na het gedeeltelijk leeglopen van de luchtbel, blijven de aandelen nog overgewaardeerd. Er komt onvermijdelijk een nieuwe krach, sluipend of niet. Tegelijkertijd verkeren ook de andere twee 'blokken', de EU en Japan in eencrisis. De EU probeert uit de problemen te komen door een aanzienlijke uitbreiding. De EU zal straks een zeer grote economische markt zijn met 453 miljoen inwoners en op termijn wellicht nog veel groter, als het aan de belangrijkste kapitaalgroepen ligt. Dat is echter vooral toekomstmuziek en bovendien absoluut niet in het voordeel van de meeste mensen in deze Europese landen.

In 2010 zullen de tien ASEAN-landen en China wellicht de grootste gemeenschappelijke markt vormen van de planeet. Azië, en overwegend China, zal de Londense City passeren als de grootste netto-koper van Amerikaans 'lang' kapitaal (effecten als aandelen, bedrijfs- en staatsobligaties). De wereldverhoudingen staan dus op scherp en er zijn weinig aanwijzingen voor dat de wereldcrisis op korte termijn kan herstellen.

De Amerikaanse multinationals gaan vandaag de enige weg die het kapitaal rest, steeds als het voor een onoplosbare crisis staat: de weg van de oorlog, die de economie weer moet laten draaien, dankzij de massale wapenproductie, met als doel de bondgenoten-rivalen uit te schakelen en zich meester te maken van grondstoffen, markten en goedkope, goed opgeleide arbeidskrachten.

Nederland speelbal van krachten

De terugval in groei in Nederland is sterker dan in de EU. De werkloosheid behoort tot de laagste in Europa. Bij het begrotingstekort neemt Nederland (in 2002) een middenpositie in en is de daling vergelijkbaar met het Europees gemiddelde. Ook de inflatie zit dicht tegen het Europees gemiddelde. De sombere vooruitzichten voor 2004 en de jaren erna gelden ook voor de meeste andere Europese landen. Nederland dobbert mee in het Europese schuitje, maar kent wel een aantal eigen risicofactoren. Door het aanzienlijke koopkrachtverlies wordt er veel minder geconsumeerd. De sterke groei van het (toen nog voordelige) aandelenbezit in de jaren '90 en tegelijk de sterk oplopende huizenprijzen zorgden voor een extra toename van de consumptieve uitgaven. Nu aandelen- en huizenmarkt onder druk staan, zal de consumptievermindering in Nederland sterker zijn dan elders. De problemen worden echter op scherp gesteld doordat dit kabinet doelstellingen heeft geformuleerd, in het voordeel van een kleine groep rijken en grotere ondernemingen, die alleen met forse ingrepen, ten koste van werkenden en uitkeringsgerechtigden, te realiseren zijn. Om de winsten veilig te stellen, neemt dit neoliberale kabinet kennelijk het koopkrachtverlies op de koop toe.

De Nederlandse economie is met name afhankelijk van het herstel van de wereldconjunctuur en van de Europese economie. Het kabinet zet helemaal in op exportverbetering. Dat zal Nederland echter opbreken als blijkt dat er geen sprake zal zijn van exportgroei. De nadruk op het wegwerken van het financieringstekort en het veiligstellen van de belangen van multinationale ondernemingen en de daaruit voortvloeiende bezuinigingsmaatregelen zullen de economische ontwikkeling eerder verder belasten, dan begunstigen. Zelfs de aandacht voor onderwijs, de belangrijkste concurrentiefactor op de langere termijn, ontbreekt.

Wat te doen?

We zijn in een zeer gevaarlijke fase van de kapitalistische overheersing beland, waarin de heersende klasse en haar meerderheidsvertegenwoordigers in regering en parlementen absoluut geen scrupules meer (kunnen) hebben:
  1. in Nederland worden de troepenuitzendingen naar Irak gewoon doorgedrukt;
  2. over eventuele demonstraties op het Malieveld wordt openlijk geringschattend gedaan;
  3. overal in Europa worden kiesdrempels ingesteld en/of verhoogd;
  4. de media zijn volledig getemd en brengen als regel geen onwelgevallig nieuws meer; succesacties van links worden doodgezwegen.

Wij moeten ons beter voorbereiden op deze andere tijden, waarin de crisis doorzet (de FED heeft opnieuw de rente moeten verlagen) en het kapitaal en haar zaakwaarnemers hun politiek steeds brutaler doordrukken. De hamvraag is hoe we in deze tijd sterke allianties kunnen opbouwen?

Voor ons is duidelijk dat de vakbeweging als organisatorische uitdrukking van de 'elementaire beweging' hierin een centrale rol zou moeten spelen.

Centraal in onze politiek zal dus weer moeten staan om actief binnen de vakbeweging op te treden om van de versnipperde overlegclub weer een brede strijdorganisatie te maken. We zullen erin moeten slagen om ook jongeren weer actief aan het vakbewegingswerk te laten deelnemen. Zij worden als eerste getroffen door de afbraak van voorzieningen en door het gebrek aan perspectief dat het kapitalisme nu kan bieden.

De crisis is diepgaand en langdurig van aard en dreigt te leiden tot aanzienlijke nieuwe aanslagen op het levenspeil van de bevolking. De vraag is echter wie de crisis zal betalen! Door gezamenlijke strijd van werkenden en uitkeringsgerechtigden kan worden afgedwongen dat de rijke kapitaalbezitters hun overvolle kluizen moeten aanspreken. Dat zullen ze niet zonder dwang doen, integendeel! Alleen gezamenlijke strijd kan het tij keren, dat was vroeger zo en is ook nu het geval. Die strijd moet echter niet alleen gericht zijn op sociale rechtvaardigheid. Het kapitalistische systeem zelf moet op de helling. Dat systeem kan de zelfveroorzaakte crisissen niet anders oplossen dan door oorlogen, vernietiging en afbraak van het levenspeil!