Gevaarlijke aanval op CPP en Sison

 

Door Wil van der Klift

In Grenzeloos 72 (augustus 2003), het blad van de SAP, staat de oproep: "Stop moorden op de Filippijnen". Je zou verwachten dat het gaat over de moorden door het regeringsleger of door de grote landeigenaren. Wellicht was het een afwijzing van de militaire aanwezigheid van de VS in de Filippijnen? Misschien was het figuurlijk bedoeld en wilde de schrijver van het artikel wijzen op de nodeloze dood van duizenden jonge en oude Filippijnen als gevolg van honger en te voorkomen ziekten. Niets van dit alles: het gaat om de uitschakeling van een gewapende regeringsagent door het Nieuwe Volksleger (NPA)

Op 23 januari werd Romulo Kintanar op de Filippijnen gedood. Hij was voormalig leider van de Filippijnse Communistische Partij (CPP) en met name verantwoordelijk voor het NPA. Sinds zijn gevangenneming door het regeringsleger in 1992 trad hij openlijk op als agent van de Filippijnse inlichtingendienst. Eenmaal actief lid van de militaire en politie inlichtingendienst, was hij uiteraard een vijand van de CPP en het NPA. Het feit dat hij agent van de inlichtingendienst was, werd herhaaldelijk officieel bevestigd, onder meer kortgeleden nog door de huidige president Gloria Macapal-Arroyo. Het waren dan ook geen "politieke meningsverschillen die er toe leidden dat Kintanar (...) door de leiding van de CPP ter dood werd veroordeeld." Zijn voortdurende pogingen om op alle mogelijke manieren, ook gewapend, op te treden tegen leden van het NDF, de CPP en het NPA, maakten hem een tegenstander in de voortdurende burgeroorlog op de Filippijnen.

De uitschakeling van Kintanar had dus niets te maken met menigsverschillen, maar alles met zijn positie als gewapend tegenstander in dienst van de regering. Ten tijde van zijn dood was hij gewapend met drie pistolen. Zijn twee lijfwachten gaven zich over en bleven in leven.

Kintanar was door de CPP ontheven van zijn verantwoordelijkheid voor het volksleger, omdat hij zich niet hield aan afspraken en het leger misbruikte, waardoor het een slechte reputatie kreeg. Na zijn vertrek als stafchef is de steun voor het NPA weer gegroeid en wordt het leger in de bevrijde gebieden door de bevolking gesteund en vertrouwd. Het NPA vervult hoofdzakelijk sociale en educatieve functies en houdt zich niet bezig met bankberovingen, afpersing en overvallen, zoals die onder leiding van Kintanar plaatsvonden. Het kost niet de minste moeite om in dit meningsverschil de kant van de leiding van de toenmalige en huidige CPP te kiezen, die deze 'methoden' afwees.

In Grenzeloos wordt het standpunt van de SAP en de Vierde Internationale naar buiten gebracht, waarvan bekend is dat die haaks staat op die van de CPP. De Trotskisten kunnen het duidelijk niet verkroppen, om in hun eigen termen te spreken, dat ze in tegenstelling tot de CPP geen dominante positie binnen Filippijns links hebben. Het is daarom niet verwonderlijk dat de uitschakeling van een gewapende agent van de Filippijnse regering wordt aangegrepen om onjuiste informatie rond te bazuinen.

Erger is echter dat die informatie hier en daar serieus wordt genomen. De desinformatie van de SAP schaadt vooral de samenwerking van Links in Nederland. Op de Filippijnen spelen hun verhalen nauwelijks een rol. De strijd tegen de versterking van de positie van leger en politie en de de Amerikaanse militaire aanwezigheid in met name het zuiden van de archipel wordt er niet door geschaad. De kracht van de CPP, het NDF en het NPA wordt erniet minder door. In Nederland echter wordt het verzet tegen de plaatsing van de CPP, het NPA en professor Sison op de Europese lijst van terroristische organisaties erdoor verzwakt.

De schijnbaar neutrale positie van het SAP, dat de CPP oproept om haar "schandalige praktijken te stoppen", tegelijkertijd wijzend op hun afwijzing van de aanvallen op Sison, is de facto een keuze tegen Sison en tegen het op gang brengen van een brede campagne voor steun in Nederland. Het maakt het bovendien lastiger voor de vredesbeweging om op te treden tegen de aanvallen op democratische rechten van linkse politieke vluchtelingen. De aanvallen op de CPP, het NPA en Sison schaden uiteindelijk heel links, omdat de acties tegen ondemocratische wetgeving in ons land er door verzwakt worden.