Olympische Spelen: Mythe en Realiteit

 

In 2004 worden de Olympische Spelen weer in Griekenland gehouden. Maar niet meer van en voor het volk zoals in de oudheid.  

Door Anna Ioannatou

Op 13 augustus werd in Griekenland gevierd, dat over een jaar de Olympische Spelen van start gaan. Olympische Spelen, die minstens even erg gecommercialiseerd zijn als elders. Dit ondanks de luidruchtige aankondigingen van officiële zijde, dat bij deze spelen de mens, net als in de Oudheid, weer centraal staat, oftewel de mens de maat der spelen is.

De terugkeer van de Olympische Spelen naar het land van herkomst gaat gepaard met een flinke 'bruidsschat' (uitdrukking van de minister van Cultuur en Sport) aan het adres van het grote kapitaal (dat zei de minister er niet bij) en wel zeker voor de eerste helft van de 21ste eeuw.

"Alle Grieken moeten de barrière van zelfvernedering te boven komen, teweeggebracht door onrechtvaardige commentaren en overdreven kritiek", aldus de minister.

Topmensen uit het gevestigde politieke leven roepen het volk op tot geduld (de Olympische werken brengen al jaren een verkeerschaos met zich mee in het toch al geteisterde Athene en omgeving, de schade aan het toch al zwaar belaste milieu is enorm en de belastingbetaler zal moeten opdraaien voor zo'n 7,5 miljoen euro). Geduld, maar ook geestdrift wordt gevraagd voor deze dolle Olympische miljardendans.

Twee jaar geleden heeft de regering het besluit genomen tot volledige zelffinanciering - dus privatisering - van de Olympische werken, omdat de achterstanden te groot geworden waren. Maar deze Olympische uitlevering aan de 'grote privéjongens' betekende de nekslag aan milieu en sociale rechten van de Olympische werknemers. Toch blijven beide grote establishmentspartijen bij hoog en laag beweren dat het beleid van Olympische privatisering in dienst van volk en werknemer staat en dat de belangen van volk en grootmagnaten samenvallen.

Nauwelijks geestdrift bij bevolking

De 'Olympische zaak' is in elk geval duidelijk in het belang van de multinationale sponsors van het Internationaal Olympisch Comité, maar druist al even duidelijk in tegen de belangen van de meerderheid van de bevolking. De geestdrift onder de Griekse bevolking voor de Olympische Spelen is dan ook minimaal, in plaats daarvan heeft een mat scepticisme om zich heen gegrepen.

En dus moet er weer eens gewerkt worden aan het volksbewustzijn, zeker nu de verkiezingen in zicht zijn (in april 2004, als ze niet vervroegd worden). De agressieve pro-Olympische campagne, die bol staat van citaten uit de oudheid waaraan niemand zich houdt en waar druk gezwaaid wordt met de "onsterfelijke geest der Oudheid" heeft dan ook vaak het karakter van een verkiezingscampagne op lange termijn. De minister van Cultuur vindt, in een poging een zij het ook Olympische nationale eenheid tot stand te brengen, dat "het succes van de Spelen stoelt op het sociale en professionele bewustzijn van alle Grieken en niet alleen op regering en Organisatie Comité." En de Staatssecretaris van Sport deed een duit in het zakje door op een van de festijnen te verklaren, dat het success van de Spelen rechtstreeks afhangt van de liefde die de Grieken moeten tonen voor dit topsportevenement. Waarbij je je gerust mag afvragen, waar die liefde dan vandaan moet komen, gezien de talloze hierboven genoemde offers die door de brede bevolkingslagen en zeker niet door een organiserende, financierende en winstplukkende toplaag gebracht moeten worden.

Op de Olympische feestjes van augustus kon ook 'de Amerikaanse vriend' niet ontbreken: de VS-ambassadeur maakte van de gelegenheid gebruik officieel te verklaren, dat "de regering van de VS op haar manier zal helpen bij de uitvoering van de Olympische Spelen." Deze verklaring had goed beschouwd meer weg van een dreigement. Het is immers bekend dat Amerikaanse agenten de verantwoordelijkheid voor de veiligheid van de Spelen op zich genomen hebben en er heel wat plannen en terrorismewetjes in voorbereiding zijn ter (nog) meerdere beperking van de democratische en sociale rechten van de bevolking in naam van de strijd tegen het terrorisme. En hoe die gevoerd wordt, is maar al te duidelijk geworden in de twee jaar die volgden op 11 september 2001. Het oude ideaal van de mens als maatstaf der dingen heeft nú minder dan ooit met de realiteit te maken.