Instabiliteit in Saoedi-Arabië

Wie gaat wie een hak zetten in dit bondgenootschap van concurrenten?

Aanslag op de Twin-towers bleek goed voor de kluizen van het groot-kapitaal.
Uit Solidair

Van redactie buitenland

De financiers van Al Qaeda in Saoedi-Arabië vormen een onmiddellijk gevaar voor het Saoedisch koningshuis. Het belangrijkste doel van de verbannen Osama bin Laden is de instelling van een islamitisch kalifaat op het Arabische schiereiland. Hij ontkent de legitimiteit van de Saoedische vorsten en bevordert hun ondergang.

De aanwezigheid van Al Qaeda in het koninkrijk, het openlijk afwijzen van de leiders ervan en de afkeuring van hun banden met het Amerikaanse leger moeten ertoe leiden dat het koningshuis omvergeworpen wordt om vervangen te worden door een radicale islamitische "Wahabbi"-regering die Bin Laden gunstig gezind is. Zij die het netwerk voorzien van geld zijn van levensbelang om Al Qaeda in staat te stellen binnen het koninkrijk en wereldwijd operaties uit te voeren.

Gezien deze situatie is het opzienbarend dat Riyad er niet op gebrand is om de hand te leggen op de financiële middelen van vermeende of verdachte geldschieters van Al Qaeda. Riyad bevindt zich echter in een duivels dilemma. Het Saoedisch koningshuis is immers helemaal vervlochten met de zakenmensen, kooplieden, religieuze leiders, stamhoofden, ambtenaren en weldoeners die Al Qaeda financieren. Achter het hoofd van elk groot bedrijf in Saoedi-Arabië staat bijvoorbeeld een prins uit het Saoedisch koningshuis.

Beide groepen profiteren van deze verhoudingen die essentieel zijn voor de economie van het land. Zonder hun betrekkingen met het bedrijfsleven zouden veel prinsen hun luxueuze levensstijl moeten opgeven, en zonder invloed van de prinsen zouden veel zakenmensen de contracten die de economische groei bevorderen niet bemachtigen.

Ondanks de oprichting van een gezamenlijke taakgroep duidt weinig erop dat Riyad bereid is om de economische en politieke landkaart van Saoedi-Arabië te hertekenen, terwijl juist hierdoor de financiers van Al Qaeda aangepakt zouden kunnen worden.

De Verenigde Staten en Groot-Brittannië worden echter ongeduldig. De guerrilla-oorlog in Irak maakt de situatie nog ernstiger, maar vooral het fundamentele meningsverschil over de financiering van Al Qaeda veroorzaakt onenigheid. Zolang Riyad geen serieuze stappen onderneemt om de geldstromen te stoppen zal de verhouding van het koninkrijk met de VS en Groot-Brittannië verslechteren.

Bron: Stratfor, 27 augustus 2003, vertaling Frans H. Willems.