Kabinet verdraait de feiten

Populistische praatjes versluieren werkelijkheid

 

 

Door Jos van Bergen

Volgens minister-president Balkenende (CDA) is loonmatiging beslist noodzakelijk om onze concurrentiepositie te verbeteren. De Nederlandse economie moet weer kunnen "aanhaken" als de conjunctuur aantrekt. In de afgelopen jaren zouden de loonkosten te hard gestegen zijn, nu krijgen wij de rekening gepresenteerd. De minister-president blijft zijn boodschap eindeloos met verve herhalen en hij schijnt er zelf heilig in te geloven. Maakt de herhaling dit fundament onder het kabinetsbeleid tot een waarheid of is Balkenende bezig ons zijn eigen geloof op de mouw te spelden?

Niets is het kabinet te dol om zijn plannen aan de man te brengen. Volgens minister De Geus (CDA) van Sociale Zaken zijn wij in de afgelopen jaren verwend met enorme loonstijgingen: "Wij verdienen nu veel meer dan vijf jaar terug." Wie hij onder "wij" verstaat is onduidelijk, maar voor de overgrote meerderheid van de mensen met een CAO geldt deze uitspraak zeker niet. Als gevolg van het veelgeprezen poldermodel hebben de vakbonden juist afgezien van loonsverhogingen. Veel mensen zijn er, mede door de prijsexplosies rondom het tijdstip van de invoering van de euro, zelfs in inkomen op achteruitgegaan. Dit weerhoudt minister-president Balkenende er niet van de "enorme loonstijgingen" aan te voeren als belangrijkste oorzaak van de verslechtering van "onze" concurrentiepositie ten opzichte van de rest van de EU-landen. Met "onze concurrentiepositie" doelt hij uiteraard op de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven. En omdat dit kapitaal in moeilijkheden verkeert moet de loonarbeid het ontgelden. Jawel, het kapitalisme wordt nog steeds gekenmerkt door de tegenstelling tussen loonarbeid en kapitaal, hoe hard dat door de heersende krachten ook wordt ontkend of wordt afgedaan als "ouderwets".

Bewering is geen bewijs

Niet per ongeluk hamert Balkenende er voortdurend op dat de Nederlandse economie slechter presteert dan die van het geheel van alle EU-landen. Ook in de miljoenennota wordt dit volledig uitgewerkt. Hierdoor wordt de aandacht gericht op het onderscheid met de economie van de gehele EU en blijft de overeenkomst onderbelicht. De concurrentiepositie van de Nederlandse economie is volgens de miljoenennota verslechterd door de stijging van de kosten van de arbeid per eenheid product. De kosten van de arbeid zouden sneller gestegen zijn dan de arbeidsproductiviteit. Welke kosten dat precies zijn en waardoor de stijging veroorzaakt wordt blijft onduidelijk. Maar voor Balkenende en De Geus is dat geen enkel probleem. Voor hen zijn het gewoon de "enorme loonstijgingen" van de afgelopen jaren. Deze bewering zonder onderbouwing of bewijs wordt door deze heren geponeerd als waarheid om vervolgens de mensen met een CAO, die er nu juist in meerderheid op achteruitgegaan zijn, hard aan te pakken.

Waar het kabinet niet over spreekt

Het kabinet baseert zijn beleid dus op beweringen waarvan het de juistheid niet heeft aangetoond. Maar ernstiger dan de uitgesproken suggesties is datgene waar het kabinet niet over spreekt. De concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven mag dan volgens de miljoenennota verslechterd zijn ten opzichte van de EU, maar de concurrentiepositie van de EU als geheel is nog veel harder achteruitgegaan, evenals die van de VS en Japan. In al deze landen verkeert de economie in mineur en overal verkondigen de regeringen dat de concurrentiepositie versterkt moet worden. Niet alleen in Nederland, maar overal worden de werkende mensen op straat gezet en devoorzieningen teruggedraaid.

Neergaande spiraal

Hoe kan de concurrentiepositie, als relatief begrip, overal tegelijkertijd verslechterd zijn? Dat kan niet, dus is er iets anders aan de hand. Het gaat niet om de concurrentiepositie, zoals het kabinet het voorstelt, maar om de concurrentie zelf die wereldwijd is toegenomen. De concurrentie is niet toegenomen door "enorme loonstijgingen" van werkende mensen, maar omdat er sprake is van een overschot aan productiecapaciteit in de wereldeconomie. Uitgaande van een sterk toenemende vraag naar hun producten hebben veel bedrijven in de tweede helft van de negentiger jaren volop geïnvesteerd in gebouwen en machines, in communicatielijnen en -apparatuur, kortom in productiecapaciteit of kapitaal. Maar de vraag bleek veel te hoog ingeschat zodat er nu sprake is van overcapaciteit. Het gevolg is dat veel fabrieken ver onder hun maximale capaciteit draaien, in de VS nu rond de 75 procent. Tegenvallende omzet leidde tot daling van de winsten en aandelenbeurzen die kelderden. Winst sloeg om in verlies, bezuinigingen werden noodzakelijk, mensen werden - en worden nog steeds - op straat gezet. Minder inkomen bij de bevolking leidt tot verdere daling van de koopkrachtige vraag waardoor de omzet van bedrijven nog verder onder druk komt en de prijsconcurrentie verder toeneemt.

Concurrentieslag op de wereldmarkt

Om uit de neergaande spiraal in de economie te komen stelt het kabinet de toegenomen concurrentie voor als verslechterde concurrentiepositie die verbeterd zou kunnen worden door drastische verlaging van de kosten voor het bedrijfsleven. Daarom moeten de lonen omlaag. Door tegenvallende inkomsten kiest de politiek voor verlaging van de overheidsuitgaven. De hoge inkomens laat het kabinet ongemoeid, inkomen uit vermogen - box 3 - wordt niet zwaarder belast. Harde ingrepen in de sociale zekerheid en de gezondheidszorg, eveneens een grote kostenpost voor het bedrijfsleven, zijn het gevolg. Niet alleen in Nederland, maar in de gehele EU wordt de verzorgingsstaat afgebroken. Het is Europees beleid dat tot doel heeft de EU nog concurrerender te maken dan de VS. Ziehier de achtergrond van het kabinetsbeleid dat verkocht wordt als beslist noodzakelijk. Iedereen voelt de toenemende druk van de wereldmarkt, de mensen met de laagste inkomens het hardst. De vlucht van bedrijven naar lagelonenlanden zoals China is volop aan de gang, evenals de verovering van nieuwe markten en controle over essentiële grondstoffen zoals in Irak. Economische belangen in het gedrang vertalen zich in een agressieve politieke en militaire strategie.

Verslechtering door privatiseringen

Het gevolg van het gevoerde beleid is onzeker. Maar de kans is groot dat de economie door inkomensdaling bij de bevolking niet zal aantrekken, maar juist nog verder in het slop zal raken waardoor de concurrentiestrijd nog harder zal worden en de bevolking nog meer de dupe wordt van nog hardere bezuinigingsmaatregelen. Escalatie van de strijd, die gevoerd wordt onder de vlag van de oorlog tegen het "internationale terrorisme", is niet uit te sluiten. Om de wereldwijde concurrentie het hoofd te bieden heeft de EU gekozen voor privatiseringen op grote schaal, ook van de gezondheidszorg en het onderwijs. De ervaringen tot nu toe spreken boekdelen. Net als bij de NS zal de kwaliteit achteruit hollen en zullen de prijzen de pan uitrijzen.

Onzichtbare macht beheerst de mens

Balkenende en De Geus reppen hier niet over. Zij houden niet alleen bewust informatie achter, zij deinzen er zelfs niet voor terug ons hun eigen leugenachtige geloof op de mouw te spelden. Hun beleid als belangenbehartigers van het Nederlandse kapitaal is duidelijk. De aanval op de werkende en werkloze bevolking is ingezet om de voorwaarden voor winstgevend ondernemen zo gunstig mogelijk te maken en het Nederlandse bedrijfsleven zo goedmogelijk door de steeds harder wordende strijd te laveren. Dat is de taak van het kabinet waarvan De Geus zegt: "Dit is voluit een christen-democratisch kabinet". Wij noemen dit echter de dictatuur van het kapitaal. De onvoorwaardelijke onderwerping aan de onzichtbare macht van de veelgeprezen "vrije markt" is het geloof dat het bedrijfsleven en het kabinet voortdurend verspreiden waarmee veel mensen in diepe ellende gedrukt worden. Weg met dit geloof, wij onderwerpen ons aan niets en niemand, wij verenigen ons, wij slaan de onzichtbare macht - de dictatuur van het kapitaal - aan diggelen en nemen ons lot in eigen handen!