Hoe de Turkse economie nog steeds standhoudt

Door E.M.

De laatste tijd verkondigen de burgerlijke economen eensgezind dat het steeds beter gaat met de Turkse economie. Daar zit een kern van waarheid in, maar de situatie is minder rooskleurig dan zij beweren. De Turkse economie staat er niet zoveel beter voor dan voorheen, maar er is ook nog geen sprake van een crisis, die aan het begin van dit najaar werd verwacht.

Het is een wonder dat de Turkse economie nog steeds overeind blijft, ondanks alle crises in de afgelopen periode, de verkiezingen en de enorme uitgaven tijdens de verkiezingscampagnes. Ondank de naburige oorlog, grote corruptieschandalen en het belangrijkste van alles: ondanks de anarchie ten gevolge van de vrije markteconomie.

Twee recente onderzoeken, uitgevoerd door twee belangrijke instituten, geven enige verklaring voor deze situatie.

Het eerste onderzoek is gedaan door de ATO (de Kamer van Koophandel in Ankara), een instituut dat sinds de laatste economische crisis in 2001 een veel grotere politieke rol is gaan spelen in het voordeel van het midden- en kleinbedrijf, die zij vertegenwoordigt.

Het rapport dat door de ATO is samengesteld brengt een aantal feiten over de Turkse economie bij elkaar op een zeer opvallende manier. Het rapport kan gezien worden als een 'handleiding voor beginners' om het mysterie achter het Turkse wonder te kunnen begrijpen. Volgens het onderzoeksrapport worden bij elke transactie van iedere 100 euro er 66 op geen enkele manier legaal geregistreerd. Tevens worden per 100 werknemers er 46 niet legaal geregistreerd en ditzelfde geldt voor gebouwen: per 100 zijn er 40 niet legaal geregistreerd. Dit betekent dat daar geen belasting over betaald wordt en dat er geen controle is door de staat. Volgens het rapport wordt per drie euro aan investeringen een euro uitgegeven aan omkoping en corruptie. En tenslotte: terwijl de economie, naar men aanneemt, groeit, toont het ATO-rapport dat het aantal belastingbetalers afneemt!

Het tweede onderzoek is uitgevoerd door de DIE (vergelijkbaar met Centraal Bureau voor de Statistiek) en werd een paar dagen geleden openbaar gemaakt. De feiten die in het rapport worden gepresenteerd en de openlijke kritiek met betrekking tot de bij het onderzoek gebruikte methodiek, geven een beter inzicht in wat zich de afgelopen jaren in Turkije heeft afgespeeld. De werkloosheid (waarbij om een of andere onduidelijke reden onbetaalde huisvrouwen en agrarische seizoensarbeiders niet worden meegeteld) steeg van 5,6 procent in 2000 naar 12,3 procent in 2002, nadat er twee enorme crises hadden plaatsgevonden. Dit percentage is sinds afgelopen augustus gedaald naar 10 procent. Deze cijfers suggereren dat de werkloosheid weer omlaag gaat. Maar de reden voor deze daling moet echter gezocht worden in de methode die de DIE hanteert om het werkloosheidscijfer te berekenen: als je na twee jaar zoeken en solliciteren nog steeds geen baan hebt gevonden, kom je niet meer in de statistieken voor. De DIE beschouwt je dan als 'noch werkzaam, noch werkloos' en dan wordt je niet meer meegeteld, omdat je geen mogelijkheden en vaardigheden meer zou hebben om een baan te vinden. In tegenstelling tot de cijfers volgens de DIE-statistieken, zijn de meeste mensen zich bewust van het feit dat 2,5 miljoen mensen in de afgelopen jaren hun baan hebben verloren en dat, zoals de DIE terecht beweert, elke dag dat je langer werkloos bent, je kans om een baan te vinden kleiner wordt.

Een ander feit dat het DIE-rapport laat zien is dat in 2002, midden in een economische crisis, de productiviteit is gestegen met een ongelooflijk percentage van 16 procent. Als we nu kijken naar de hoogte van de lonen in dezelfde periode, kan men herleiden dat deze stijging in de efficiency direct is toe te schrijven aan een loonsverlaging van 20 procent.

De Turkse economie houdt nog steeds stand. Maar dat komt niet doordat de heersende klasse meer belasting betaalt, in feite betalen ze elke dag minder voor iedere dollar die ze verdiend hebben. De Turkse economie houdt stand, niet dankzij nieuwe investeringen, want die worden bijna niet meer gedaan, maar doordat de arbeiders worden gedwongen om langer te werken voor minder loon. (vertaling J. Bernaven)