Gedicht

 

 



Door Rudy Musters

Keer het tij

Soms spoelt er iets aan het politieke strand
veelal brandhout, afval en wat is vergaan,
maar deze keer is het om er langzaam van dood te gaan.

De sprokkelaars, al verstoten uit de burgerlijke stand,
vinden niets meer op hun weg om van te leven.
Hun leven is figuurlijk en letterlijk al afgeschreven.

Het is niet de schuld van de man in de straat, de burger.
Het is het politieke grootverstand het lage soort,
bijeengehouden en gebonden door het heilig akkoord.

Aanbidders van bezuinigingen de zwart wit sociale wurger
vervallen in hoogmoed en arrogantie, de moeder van beklag
betitelt zichzelf dat men straffeloos uit stelen mag.

Het kabinet, Balkenende de Tweede, draait op vuile stroom
de uitgave wordt de witgewassen bezuiniging,
een stroom die leidt tot uitholling en verduistering.

Daarna trekt het zich terug in zijn apebroodboom,
alert oplettend wie niet tussen hem maar beneden hoort.
Het liefst ver weg zodat de ellende niet wordt gehoord.