Europese grondwet schadelijk voor democratie

 

Het Europa van het kapitaal leidt tot koopkrachtverlies en massa-ontslagen, zoals hier bij Sobelair in België.  

Van de redactie

Vorig jaar discussieerden de Europese regeringen op een top in Brussel over een Europese grondwet. Volgens hen bood deze concept-grondwet "het antwoord op de angstgevoelens van onze medeburgers". Nog steeds is er geen overeenstemming en wordt de discussie voortgezet. Intussen zien de arbeiders Europa steeds meer als een oorzaak van hun problemen in plaats van een oplossing ervan. De uitbreiding van de Europese Unie met landen uit het voormalige Oostblok doet de arbeiders vrezen voor een afbouw van de sociale rechten. (deel 1 van 2)

Het wantrouwen onder de Europese bevolking neemt toe. Net als het verzet binnen de openbare diensten tegen de Europese politiek. De dokwerkers hebben net een overwinning behaald op de Europese antisociale politiek. In Italië demonstreerden 1,5 miljoen mensen tegen een pensioenhervorming. Frankrijk heeft zijn strijdbewegingen voor de pensioenen. Duitsland kende zijn grootste betoging sinds de Tweede Wereldoorlog tegen de afbraak van de sociale sectoren. Al deze mensen werden geconfronteerd met een politiek die opgelegd is door Europa. Zal de grondwet Europa dichter bij de burgers brengen? Of is de grondwet een nieuwe gevaarlijke stap in de opbouw van Europa?

Grondwet geeft politieke richting aan

Na de Europese verkiezingen van volgend jaar leven wij in een Unie met 25 lidstaten. Als alles naar de wens van onze regeerders verloopt, krijgen we een Europese staat met drie instellingen: een parlement met 700 parlementsleden voor 450 miljoen inwoners, een Europese Raad met daarin de 25 regerings- of staatsleiders, en een Europese Commissie met 25 of 15 commissarissen die de functie van een minister hebben.

We zullen ook een Europees Rekenhof en een Europees Gerechtshof hebben. De monetaire macht is al geconcentreerd in handen van de Europese Centrale Bank die door niemand gecontroleerd wordt. Het geheel vormt een economische markt zonder binnenlandse grenzen en aan de buitengrenzen waakt de eenheidspolitie. We zullen een voorzitter hebben en een minister van Buitenlandse Zaken. En de ferventste 'Europeanen', zij die in zekere mate op gespannen voet leven met de Verenigde Staten, zoals België, Frankrijk en Duitsland, willen ook een gemeenschappelijk Europees leger.

En als alles naar wens verloopt komt er dit jaar ook een Europese grondwet. Een ontwerp was al ingediend op de Europese Raad (de vergadering van staats- en regeringsleiders) in Thessaloniki in juni 2003. Dat was het resultaat van de Conventie voor de toekomst van Europa. Maar deel III is pas op 3 september jl. openbaar gemaakt. Dat is overigens het belangrijkste deel want het geeft de politieke richting van de europese Unie aan. De andere delen behandelen de institutionele vraagstukken.

De verschillende regeringen bediscussiëren nu het project. Het belang van de grondwet valt niet te onderschatten. Het is de verzameling en ordening van de basiselementen die tot de Europese opbouw leiden en vervat zitten in de opeenvolgende Europese verdragen: Rome (1957), Maastricht (1986), Amsterdam (1997), Nice (2000). De goedkeuring van die grondwet is meteen de goedkeuring van de politiek die Europa tot nu toe gevoerd heeft. Ze kan dan niet gewijzigd worden, tenzij door een nieuwe grondwet die dan de unanieme goedkeuring van de 25 lidstaten nodig heeft.

Het zal verboden zijn een Europese politiek te voeren die in strijd is met het kader dat de grondwet biedt, met inbegrip van een politiek op het niveau van slechts één of meerdere lidstaten. De meeste wetten die aan de nationale parlementen voorgelegd zullen worden, zullen trouwens niet meer zijn dan de vertaling van de beslissingen op Europees niveau. Iedere nationale regering moet een politiek voeren met respect voor de Europese normen. Dat sluit dus iedere dissidentie of alternatief uit op economisch, sociaal, monetair en budgettair vlak.

Het debat in de pers en in de politieke wereld gaat enkel over de vorm van de grondwet. Er wordt met argumenten heen en weer geschoven over de vraag of de voorzitter rechtstreeks verkozen moet worden of niet, of er nu 15 of 25 commissarissen moeten zijn... In die omstandigheden is het de vraag of de aanvaarding van de grondwet, mogelijk later dit jaar, zelfs bij referendum, vanuit democratisch oogpunt iets meer is dan een farce.

De bakermat van de beschaving?

De eerste zin van de inleiding op de grondwet geeft al meteen te denken: Europa is het continent dat de beschaving heeft voortgebracht. (...) het heeft stapsgewijze de waarden van het humanisme ontwikkeld: gelijkheid van personen, vrijheid, respect voor de redelijkheid, de centrale rol van de menselijke persoon en zijn onschendbare en onvervreemdbare rechten, het respect voor de wet... Een excuus voor de misdaden van het Europees kolonialisme zou beter op zijn plaats zijn. In plaats van enige nederigheid als continent dat twee wereldoorlogen en het nazisme voortgebracht heeft, krijgen we in de grondwet een herschilderd Europees verleden in de kleuren van het platste chauvinisme.

Bakermat van de beschaving! En de Arabische wereld die Europa de beschaving bracht? En China? Vanaf het moment dat het kapitaal in Europa de macht greep, hebben de Franse, Britse, Hollandse en Belgische beschavers miljoenen Afrikanen als slaven weggevoerd. De Spaanse veroveraars hebben miljoenen indianen vermoord. Eeuwenlang was de beschaving het alibi voor het plunderen van de derdewereldlanden haast tot de dood erop volgde. Het humanisme van het Europese kapitaal heeft de wereld twee wereldoorlogen gebracht. Het respect voor de vrijheid heeft ons de koloniale oorlogen in Indochina en Algerije gebracht. De triomf van de redelijkheid bracht de concentratiekampen van de nazi's. Precies op die Europese beschaving wordt vandaag de Europese identiteit gebouwd.

De markteconomie is het dogma

De identiteit van de Europese Unie staat gedefinieerd in deel I waar het gaat over de waarden en de doelstellingen en in het Handvest van de Grondrechten dat besloten is in de grondwet. Het minste dat men kan zeggen is dat de mensen van de openbare diensten of de arbeiders of zij die voor een andere, meer rechtvaardige wereld vechten, zich hier geenszins in zullen herkennen.

De tekst herhaalt verscheidene keren, onder andere in artikel 3, dat de economische politiek "conform is aan het respect voor het principe van een markteconomie waar de vrije concurrentie geldt". Iedere politiek, inclusief die op sociaal vlak, is onderworpen aan dat principe. Wie opkomt voor een planeconomie of enkel nog maar elementen wil invoeren van openbare controle, zal beschouwd worden als een anticonstitutionalist. Zelfs de oprichting of het bestaan van openbare diensten valt niet binnen de waarden en de doelstellingen van de Unie. In deel III staat dat ze toegelaten zijn als ze de regels van de concurrentie aanvaarden. Zoniet, dan zullen zij voor het Europees gerechtshof moeten verschijnen wegens "voorkeursbehandeling", ofmet andere woorden wegens staatssubsidiëring.

De vrije concurrentie is niets meer dan een mythe

In 1985 stelde de Europese Ronde Tafel van Industriëlen (een conglomeraat van grote Europese multinationals) een memorandum op over de binnenlandse markt. Die tekst gaat alleen uit van de belangen van de grote multinationals en vormt de basis voor de uitbouw van de eenheidsmarkt in 1992. De herstructureringen in de staalsector en de luchtvaart bevestigen dat. De politiek van de Europese commissie is ten gunste van de vorming van grote monopolies zoals de staalreus Arcelor. Dat gebeurt ten koste van duizenden arbeidsplaatsen. In de luchtvaart begunstigt de commissie de hergroepering ten koste van de kleinere maatschappijen zoals Sabena. In dit kader kan ook de vlucht naar voren van de KLM worden begrepen. De economische concentratie is van vitaal belang voor de aandeelhouders van deze megagroepen die de concurrentie moeten aangaan met Amerikaanse en Japanse multinationals. Dat heeft niets te maken met de vrije concurrentie.

Vervolgens bouwt de commissie Europa uit ten voordele van de grote financiersgroepen en hun aandeelhouders door de afbouw van de openbare diensten. De openbare diensten zoals de post, het spoor, de bus, de telefoon, de elektriciteit, die van groot belang zijn voor de gewone mensen, worden herleid tot melkkoe van de multinationals. Dat in het Handvest van de Grondrechten het bestaansrecht van "diensten van algemeen economisch belang" geschreven staat, is waardeloos. Want de grondwet bevestigt in de artikelen 69 tot 73 de algemene oriëntatie van artikel 3: de concurrentie mag op geen enkele manier vervalst worden, geen subsidies aan de openbare diensten. Het gevolg is dat binnen enkele jaren de essentie van de openbare diensten ontmanteld zal zijn. Want het openbaar vervoer, de post, de ziekenhuizen, de openbare scholen rekenen uiteraard op staatssubsidies.

(wordt vervolgd)

Bron: Solidair, Herwig Lerouge, 10-12-2003.