Waar de winst vandaan komt

De Geus vult zakken van monopolies met geld van de werkenden en uitkeringsgerechtigden. Hij noemt zichzelf rechtvaardig.  

Niet alleen in Nederland is het kapitalisme in crisis, in Argentinië zijn deze beelden heel gewoon. Weg met de VS-regering, weg met het IMF, weg met Balkenende II.  

 

Door Jos van Bergen

Het Zweedse telecombedrijf Ericsson is eindelijk uit de rode cijfers. Sinds 2000 is het aantal werknemers gedaald van 100.000 naar 51.600 terwijl de omzet in het vierde kwartaal daalde van 36,7 tot 36,2 miljard kronen. Minister Dekker (VROM) verwacht per 1 juli van dit jaar een huurverhoging van 3,2 procent terwijl werknemers op de nullijn gezet worden en de huursubsidie omlaag gaat. Dit rijtje is gemakkelijk uit te breiden.

De winsten van de multinationals trekken aan terwijl in Nederland het aantal faillissementen van met name BV's stijgt tot een recordhoogte van 8.750 in 2003. Het aantal faillissementen in de VS steeg in de eerste negen maanden van 2003 tot een recordhoogte van 1,66 miljoen - hoofdzakelijk particulieren - en de uitstaande schuld bij particulieren steeg tot meer dan 2 biljoen (2.000 miljard) dollar.

De financiële pers jubelt, het gaat weer goed met de economie. De beurzen trekken weer aan en de verwachtingen voor economisch herstel zijn hooggespannen. Maar is winstherstel wel hetzelfde als economisch herstel? En wie profiteert er van dit herstel? Bij Ericsson is bijna de helft van de werknemers op straat gezet en de andere helft moet nu dubbel zo hard werken. Alle werknemers, ongeacht met of zonder baan, worden dus hard gepakt om weer winst te kunnen laten zien; winst die ten goede komt aan de aandeelhouders van Ericsson. Op de nullijn met een huurverhoging van 3,2 procent en minder huursubsidie worden huurders flink gepakt om de huiseigenaren een voordeeltje te bezorgen. De werknemers en huurders leveren dus in ten gunste van de eigenaren van kapitaal in de vorm van bedrijven en woningen. Maar niet alleen het inkomen, ook het vermogen wordt langzaam maar zeker door het grootkapitaal ingepikt. ABN Amro maakte een recordwinst van 3,2 miljard euro over 2003 bekend, dat voor een belangrijk gedeelte werd verdiend met hoge rente-inkomsten op duur particulier krediet dat een forse aanslag doet op de vermogenspositie van met name minder vermogende particulieren. Bankkantoren werden gesloten en de dienstverlening drastisch teruggeschroefd. De aandeelhouders van ABN Amro jubelden en de kleine man, die zich financieel in de nesten heeft gewerkt, stevent af op het faillissement.

Grootkapitaal oppermachtig

In de huidige fase van de crisis boekt het grootkapitaal dus een overwinning ten koste van de werknemer, de huurder en de kleine zelfstandige. Zowel inkomen als vermogen wordt overgeheveld naar de eigenaren van het kapitaal. Dat zou nodig zijn om nieuwe arbeidsplaatsen te creëren. Maar daarvan is onder de druk van de concurrentie nu juist geen sprake. En als er al sprake van is dan is dat op het gebied van het militair-industrieel complex. De defensiebegroting van de VS wordt verhoogd van 375 miljard dollar in 2004 naar 401,7 miljard in 2005, 422,7 miljard in 2006, 475,7 miljard in 2007 en 487,7 miljard in 2008. Daarnaast wordt er nog 40 miljard uitgetrokken voor militaire operaties in Irak. In de afgelopen jaren is de rente in de VS niet minder dan dertien keer verlaagd tot een historisch lage stand van één procent. De ene belastingverlaging volgt op de andere zodat het begrotingstekort inmiddels oploopt tot meer dan 520 miljard dollar. Dat geld wordt voor een belangrijk gedeelte door het bankwezen gecreëerd zonder dat er tegenwaarde in de vorm van productie tegenover staat. Het resultaat is waardedaling van de dollar en geld dat vloeit in de richting van de wapenindustrie en 'Homeland Security'. En dit alles wordt door het Witte Huis verkocht als noodzakelijk voor behoud van de vrede, devrijheid en de veiligheid, in de strijd tegen het internationale terrorisme dat een acute bedreiging voor iedere burger in de VS zou vormen. Angst en krachtig optreden zijn belangrijke elementen van de demagogie.

Afbraak voor winst

Het gaat dus helemaal niet goed met de economie. Opgepoetste resultaten en statistieken en een sterk dalende Amerikaanse dollar kunnen niet verhinderen dat de meeste mensen de pijn in hun portemonnee voelen en geen enkele reden tot jubelen hebben. Torenhoge schulden, recordaantallen faillissementen en geld dat uitgegeven wordt aan nog meer oorlogstuig kunnen ook niet overtuigen. Nog steeds worden werkende mensen op straat gezet en stijgt de druk op de overblijvers. In de EU is de afbraak van de verzorgingsstaat in volle gang. Volgens de verenigde multinationals van de EU zou dat nodig zijn om nog concurrerender te worden dan de VS. En het CDA stelt zich op het standpunt dat het arbeidsethos van Nederlandse werknemers zou moeten verbeteren zodat zij net zo hard werken en even weinig ziek zijn als de Poolse werknemers, die ook nog eens minder verdienen. Terug naar de veertigurige werkweek, niet zeuren maar meer en harder werken voor minder centen. Dat is dan het sociale gezicht van het CDA waar de eigenaren van kapitaal zich uiteraard prima in kunnen vinden.

Het spel om de knikkers

En waarom dan de positieve praat over herstel van de economie? Om de burger moed en vertrouwen te geven, om de consument te laten consumeren - desnoods met geleend geld - om de totale ineenstorting van de economie te voorkomen, en voor wat de VS betreft om opnieuw tot president te worden gekozen. Het geld moet blijven rollen, uit de zak van de sappelende burger in de zak van de kapitaaleigenaar. Het spel om de knikkers wordt des te harder gespeeld naarmate de economie verder afglijdt tot het geld op is of er zóveel van gemaakt is dat het niets meer waard is. Dan is het materiële bestaan van veel mensen in acuut gevaar en ontstaat er een explosieve situatie waarin de werknemers en uitkeringsgerechtigden een einde zullen maken aan de uitbuitingspraktijken door de dictatuur van het kapitaal af te schaffen. Het spilzieke en verrotte kapitalisme dat elke menselijkheid ontbeert zal plaatsmaken voor de maatschappij waarin niet het geld over de mens regeert, maar juist andersom, de mens over het geld regeert.