Europese grondwet schadelijk voor democratie

 

 

Van de redactie

Vorig jaar discussieerden de Europese regeringen op een top in Brussel over een Europese grondwet. Volgens hen bood deze concept-grondwet "het antwoord op de angstgevoelens van onze medeburgers". Nog steeds is er geen overeenstemming en wordt de discussie voortgezet. Intussen zien de arbeiders Europa steeds meer als een oorzaak van hun problemen in plaats van een oplossing ervan. De uitbreiding van de Europese Unie met landen uit het voormalige Oostblok doet de arbeiders vrezen voor een afbouw van de sociale rechten. (deel 2/slot)

Als deze grondwet praktijk wordt, dan zal de strijd voor de Tobintaks of tegen de fiscale fraude zo goed als onmogelijk worden. Artikel III-46-3 bepaalt dat het vrij staat kapitalen in of uit te voeren. De maatregelen ter ondersteuning van de strijd tegen de fiscale fraude van ondernemingen moeten bij unanimiteit beslist worden, "zij moeten noodzakelijk zijn om het goed functioneren van de binnenlandse markt te verzekeren en zij moeten concurrentievervalsing tegengaan".

Een omweg langs het verleden

Het ontwerp bevat geen enkele bepaling over een sociaal Europa. De invoeging van het Handvest van de Grondrechten dat in 2000 op de top van Nice werd goedgekeurd, wordt voorgesteld als een 'tegemoetkoming' aan de eisen van het middenveld en moet dat over de streep trekken. Maar het Handvest is zelf onaanvaardbaar. Een bepaling wil zelfs het begrip recht op werk vervangen door het begrip "het recht om te werken" en "het recht om een beroep uit te oefenen en het recht om werk te zoeken in iedere lidstaat" (artikel 15-1 en 15-2). Dat zou er nog aan mankeren.

Over de rechten van de vrouw, zoals het recht op abortus, vind je niets in het ontwerp. Noch over het recht op werkloosheidsuitkeringen, op een sociaal bestaansminimum, op wonen, op een pensioen.

De leden van de Commissie hebben de rol van ministers maar worden niet verkozen. Ze oefenen echter zowel de wetgevende (uitvaardigen van wetten) als de uitvoerende macht uit (de uitvoering van de wetten organiseren) (artikel 18). De Commissie komt nog meer onder de controle van de grote landen. Beslissingen over monetaire kwesties en over handel en concurrentie worden niet of zeer weinig gecontroleerd door het Europees parlement en al helemaal niet door de nationale parlementen. Voor de multinationals is het efficiënter als een voorstel niet moet worden behandeld door een verkozen parlement. Dat is puur tijdverlies.

Tegenwicht voor de Verenigde Staten?

De verdragen van Amsterdam en van Nice maken het mogelijk dat de Europese Unie zich engageert in aanvallende militaire operaties, ook in gebieden duizenden kilometers buiten haar eigen grenzen. Europa wil een eigen leger. Dat is de reden waarom "de lidstaten beloven hun militaire capaciteiten geleidelijk te verhogen" (art.I.40.2 et 7).

Maar op dit terrein speelt de strijd tussen de imperialistische blokken. Een deel van de Europese regeringen, zoals de Nederlandse, wil zich nog meer afstemmen op de Verenigde Staten en hun oorlogspolitiek. In een Europa met 25 lidstaten wordt de invloed van de Amerikanen nog groter dan met 15. De hoge vertegenwoordiger voor Europa's buitenlands en veiligheidsbeleid, Javier Solana, heeft nog maar net een "veiligheidsdoctrine" voor de Unieuitgewerkt, die de Amerikaanse prioriteiten overneemt (strijd tegen het terrorisme, tegen de massavernietigingswapens) inclusief de doctrine over de preventieve aanval. Bovendien is de Unie bij het realiseren van haar ambities voor het ogenblik nog aangewezen op de NAVO en de Verenigde Staten. Dat is de reden waarom Europa "respect opbrengt voor de verplichtingen die het Noord-Atlantische Verdrag meebrengt voor sommige landen die van mening zijn dat hun gemeenschappelijke defensie wordt waargenomen in het kader van het Noord-Atlantische Verdrag." Dat artikel geeft Washington, via de NAVO, een vetorecht inzake de buitenlandse en de defensiepolitiek van Europa. Het is vooral gericht tegen de pogingen van Duitsland, België, Frankrijk en Luxemburg om een Europese bevelstructuur buiten de NAVO op te richten.

De Europese superstaat die deze grondwet opstelt is helemaal geen tegenwicht voor het imperialisme van de Verenigde Staten. De pacifistische illusie die enkele Europese landen tijdens de oorlog in Irak in het leven riepen, heeft in de eerste plaats te maken met de militaire zwakheid van de Unie. De "pacifistische Europese regeringen" willen die zwakte overwinnen door een versnelde militarisering van Europa.

Een kapitalistisch Europa zal nooit sociaal, democratisch of pacifistisch zijn. Dat bewijst deze grondwet. De grondwet kan de taaie illusie doorprikken dat het mogelijk is een sociaal en pacifistisch Europa uit te bouwen als tegenwicht voor het ultraliberale en oorlogszuchtige Amerikaanse imperialisme. Volgens een bekende vroegere Belgische vakbondsbestuurder, leidt deze grondwet het uitgebreide Europa naar "een drastische verlaging van het levensniveau bij ons in het Westen, zonder echter de leef- en werkomstandigheden te verbeteren van de meerderheid van de inwoners van Polen, Hongarije, de Tsjechische Republiek, Slowakije, Litouwen, Estland, Slovenië en Letland".

De grondwet komt boven de nationale grondwetten die allemaal moeten worden herzien om ze op een lijn te brengen met de Europese regels. Dezelfde bestuurder: "Een nationaal parlement zal geen wetten over sociale vooruitgang meer kunnen uitvaardigen. De versterking van de concurrentieregels en van de drastische criteria van het stabiliteitspact geven de rechtse partijen alle macht om aan sociale en fiscale dumping te doen, om door te gaan met het wilde kapitalisme, met de grenzeloze uitbuiting van de arbeiders door nepstatuten, lage lonen en de veralgemening van uitzendarbeid, zonder enige verplichting op zich te nemen inzake de risico's van de oude dag, werkloosheid of ziekte. Een terugkeer naar de 19de eeuw".

De eenheidsmunt, het stabiliteitspact, de beperkte bevoegdheid inzake belastingen en de druk van de verhoogde concurrentie kunnen alleen tot gevolg hebben dat de vakbondsrechten worden afgeschaft en de sociale bescherming afgebroken.

Verenigde strijd nodig

Andersglobalisten, vakbondsactivisten, gepensioneerden, personeel van overheidsdiensten en sociale instellingen, studenten en anti-oorlogsactivisten trachten zich stap voor stap - maar nog te beperkt - te verenigen in één strijd voor de verdediging van de elementaire sociale verworvenheden, voor het behoud van de openbare diensten, tegen de oorlogen van Bush en zijn Europese handlangers, maar ook tegen de militarisering van Europa.

Die strijd richt zich niet alleen tegen de rechtse partijen, maar ook tegen de sociaal-democratische leiders en vakbondsbestuurders die ons probeerden wijs te maken dat het Europa van het kapitaal maar een eerste stap was naarhet grote sociale Europa. Met die strategie wilden de sociaal-democraten de arbeidersklasse en de hele werkende bevolking winnen voor het imperialisme van de Europese Unie. Maar de fractie van de 'socialisten' vormde de meerderheid in de Conventie die de grondwet heeft voorbereid. Tot voor kort telde die fractie nog 63 van de 105 zetels. En zij brengen ons nu deze grondwet, die ons terug naar de 19de eeuw stuurt.

Voor de werkende mensen bevat de Europese staat niets goeds. In Nederland wil de NCPN een oppositie tegen de Europese Unie ontwikkelen. We willen dat doen door onze banden met de communisten en werkende mensen in de andere Europese landen te versterken. Ook met die in de voormalige socialistische landen van Oost-Europa. Die strijd heeft niets te maken met een nationalistische reflex, maar is internationalistisch. Elke nieuwe ervaring van gemeenschappelijke strijd, zoals die van de dokwerkers, helpt de eenheid vooruit die we moeten realiseren tussen alle werkende mensen van Europa.

Bron: Solidair, Herwig Lerouge, 10-12-2003.