Een eigentijdse augiasstal

 

 

 

 

Door Anna Ioannatou

Het blijft altijd een vraag hoe ver politiek morele afbraak kan gaan, zonder dat het gevolgen heeft voor de slopers van die politieke moraal. Als die afbraak dan ook nog plaatsvindt onder het mom van opbouw, dan is het resultaat een gevaarlijk groeiende hypocrisie. Uiteraard gaat dit verhaal over het bestaande politieke systeem, waarbij dus het woord moraal gerust tussen aanhalingstekens geplaatst kan worden.

In de tweede helft van de maand januari kreeg de publieke opinie van Griekenland met nog eens een politiek-economisch milieuschandaal te maken. In december van het afgelopen jaar bleek in het parlement een amendement te zijn aangenomen, waarmee duizenden hectaren bosgebied in Chalcidice (Noord-Griekenland) opgeofferd werden aan de belangen van een grootmagnaat-hotelhouder (overigens bekend vanwege een reeks 'ongeoorloofde praktijken' op de effectenbeurs). Beide grote partijen, de regerende PASOK en de 'oppositionele' Nea Dimokratia, wedijverden om het hardst wie het best deze grootondernemer van dienst kon zijn. Uiteindelijk trok de Nea Dimokratia, die kennelijk lont rook, haar handtekeningen op tijd terug voor het schandaal uitlekte, maar zette daarna wel haar handtekening onder andere milieudodende amendementen.

Het stof om bovengenoemd amendement was nog nauwelijks gaan liggen, of nieuwe onthullingen in de pers (eind januari) over andere schandamendementen (enorme bosgebiedconcessies aan kapitaalmagnaten) deden weer nieuw stof opwaaien. De regerende PASOK deed een poging de verhitte gemoederen tot bedaren te brengen door de tot haar partij behorende ondertekenaars te verbieden kandidaat te staan voor de komende verkiezingen (7 maart a.s.).

Premier Simitis verklaarde, dat die amendementenkwestie niet een tactiek was die de hele regeringsperiode van de PASOK werd toegepast! (Dus wel af en toe?). En zijn opvolger in spe, Papandreou, (die bovendien een breuk met het establishment predikt...), verklaarde : "Onze politieke moraal is revolutionair, geeft aan de politiek haar sociale dimensie terug en aan onze partij haar historische zending: er is geen ontwikkeling zonder morele waarden."

Geflirt met het junta-verleden

Beide bovengenoemde grote partijen deinsden er niet voor terug om in het belang van de grootmagnaat wetten van de militaire dictatuur (1967-74) uit de kast te halen: decreet 69 van 1968, waarmee toegestaan wordt het bewuste bosgebied plat te walsen en de Algemene Bouw Verordening van 1973, die de ondernemer in staat stelt in het voormalige bosgebied onbeperkt te bouwen. Alsof de milieudodende wetsontwerpen en herzieningen van de Grondwet van nà 'het herstel van de democratie' niet voldoende waren.

Dit diepgaande morele en politieke rottingsproces schijnt niet meer te stuiten, nu de ware aard van het economische systeem zich steeds duidelijker laat zien. De 'stok achter de deur' is sinds 1989-91 immers kleiner geworden. Vlak na de schandalige mileu-amendementen kwamen nog de immorele uitspraken van de staatssecretaris voor Ontwikkeling. Waarom hebben zoveel mensen in Griekenland een zo laag pensioen, dat ze er niet of nauwelijks van rond kunnen komen? Nou, dat is de schuld van de KKE (Communistische Partij)! En hoe tovert meneer de staatssecretaris dit monsterkonijn uit zijn hoed? Velen van diegenen die geen behoorlijk pensioen hebben zijn communisten. Die zaten ooit in gevangenissen en verbanningsoorden, omdat deKKE hen verbood de zogenaamde 'spijtverklaringen' te ondertekenen. Als je zo'n verklaring ondertekende, werd je vrijgelaten. De meesten weigerden dit heldhaftig, ondanks de ondraaglijke martelingen. Anderen overleden aan de martelingen, sommigen hielden het niet meer uit en tekenden.

De meesten bleven zitten en konden dus geen pensioenrechten opbouwen. Daar zijn ze individueel verantwoordelijk voor. Aldus de staatssecretaris, die bovendien de eis tot verhoging van hongerpensioentjes van een "fascistoïde mentaliteit" vindt getuigen....

Nogmaals Herakles

De Augiasstal van het Griekse politieke leven (en niet alleen het Griekse) wordt dus steeds vuiler. De stal van Augias (koning van Elis in de verre Oudheid) staat voor zeer onaangenaam, bijna onmogelijk opruimingswerk. Het was Herakles' zesde taak. Hij legde gewoon twee rivieren om, liet ze door de stal stromen en spoelde zo in een mum van tijd al het vuil weg. Dit was natuurlijk niet superman Herakles van de Hollywood versie (zie Manifest 2), maar het oude symbool van het volksgevoel voor rechtvaardigheid. Hoe het nu staat met dit rechtvaardigheidsgevoel kan die bevolking op 7 maart a.s. tonen. Verkiezingen als graadmeter voor de politieke rijpheid van een bevolking? Geen eenvoudige zaak. Om de eigentijdse politieke Augiasstal op te ruimen is er immers eerst een bewustzijnsopruimingsproces nodig.