Hoeksteen

Door Anja Nagtegaal

Vrijdagochtend, wakker gemaakt door loeiende brandweersirenes, zet ik beneden de radio aan. Hella Kalsbeek laat zich door de radiospeakers horen, niets bijzonders, het eerste nieuws. Plots zijn mijn oren gespitst. Hella heeft het over het 'gezin als hoeksteen van de samenleving'.

Opmerkzaam schuifel ik naar de keuken om de radio wat harder te zetten. Immers, het begrip 'gezin als hoeksteen van de samenleving' heb ik voor het laatst gehoord uit de mond van Michael Gorbatsjov, en dat was nog effe voor de muur viel, intussen toch ook al weer zo'n vijftien jaar geleden. Ik luister het betoog van Hella af. Een mooi betoog, een pleidooi voor de handhaving van de gezinsvoogden en tegen de bezuinigingen op deze beroepsgroep. Het argument: de gezinsproblematiek in vele gezinnen is dusdanig dat de gezinsvoogd een absolute noodzaak in de samenleving blijft en dan met name met betrekking tot voornoemde gezinnen. Opnieuw ben ik verwonderd over zoveel tekort aan inzicht van de politici.

Het geval wil namelijk dat er wel degelijk een causaal verband is te leggen tussen de toename van problematische gezinnen en de enorme bezuinigingen die de afgelopen decennia zijn doorgevoerd. Bezuinigingen die het hardst gevoeld werden en worden bij de gezinnen waar sowieso al niet te veel financiële rek meer is.

Indien namelijk kinderen besluiten van school te gaan voor het achttiende jaar, stopt de kinderbijslag acuut. Anders dan je zou verwachten, is de kinderbijslag in dit soort gezinnen niet een extraatje maar een absolute noodzaak ter aanvulling van het gezinsinkomen. Het stoppen van de kinderbijslag behelst tevens direct het stoppen van de ziekenfondsverzekering. De verzekeringsmaatschappijen schromen vervolgens niet om de ouders direct op de hoogte te stellen van het bestaan van een particuliere verzekering met een dienovereenkomstig particulier kostenplaatje.

Een ander scenario dient zich aan indien kinderen wel naar school blijven gaan, wat vanzelfsprekend een zeer nastreefbaar doel op zich is, ware het niet dat de scholen waar deze kinderen over het algemeen op belanden nu niet de scholen zijn die prikkelend zijn voor de zich ontwikkelende geest. Daarbij lijkt de problematiek op deze scholen veelal eerder gewijd aan interne beleidsproblematiek binnen dit onderwijs, dan dat zij direct met de wil van de kinderen verband houdt. De kinderen ontvangen in dit geval op hun achttiende zelfstandig het schoolgeld uit Groningen, de kinderbijslag vervalt ook hier. Pluspuntje is wel dat de ziekenfondsverzekering in zulke gevallen door blijft lopen, zij het middels een zelfstandige en veel duurdere polis. Deze schooltegemoetkoming echter komt slechts overeen met de constante kosten die het gaan naar school amper dekken. De ouders zullen grote sommen moeten bijdragen, al was het maar 'slechts' het basislevensonderhoud. Om deze kosten tegen te gaan, kan men van zijn of haar kind eisen dat hij of zij er zelf een baantje bijneemt, indien dat er al is. De volgende zich aandienende problemen zijn de dan te korten bedragen op huursubsidie, en de verminderde leerprestaties van kinderen indien zij er veel bij moeten werken. Om nog maar te zwijgen over het tekort aan tijd om een sociaal leven op te bouwen dat bepalend kan zijn voor het te vormen netwerk waar het kind later profijt van kan hebben bij het vinden van een baan.

Schrijnender nog wordt het scenario indien voornoemde ouders in de bijstand zitten. In dat geval telt het bedrag dat de kinderen uit Groningen op de eigen rekening gestort krijgen niet mee met het gezinsinkomen, maar indienzij teveel bijverdienen wordt het teveel verdiende bedrag gekort op allerlei andere tegemoetkomingen aangaande de ouders.

Het werkelijke toppunt wordt bereikt indien het kind erin slaagt in deze economische moeilijke tijden een fulltime betrekking te vinden. Dan namelijk komt het bijstandsbedrag van een alleenstaande ouder uit op zo'n 600 euro per maand, inclusief allerlei tegemoetkomingen. De rest mag hij of zij bij het kind gaan verhalen. Het laat zich niet moeilijk raden hoeveel stress en ruzies dit in voornoemde gezinnen geeft.

Bereikt het kind dan eindelijk de leeftijd van 21 jaar, dan kan het, indien het er niet in geslaagd is een baan te vinden, een zelfstandige bijstandsuitkering aanvragen. Een uitkering waar allerlei voorwaarden aan verbonden zijn, die dan wel weer een heel leger van hulpverleners van de straat houden, maar die er slechts voor zorgt dat de armoedige situatie een intergenerationeel aspect gaat vormen.

Al jaren pleit ik er dan ook voor om de ouderwetse kinderbijslagregeling weer in te stellen, gewoon tot 27 jaar, driedubbel en met behoud van de ziekenfondsverzekering. Per slot kunnen deze kinderen vaak toch niet eerder de deur uit dan vóór deze leeftijd, gezien de enorme sociale woningnood in de grote steden. Desnoods wordt hier een vermogensgrens ingesteld, immers mensen met bezit kunnen al optimaal profiteren van de hypotheekrenteaftrek die sowieso uit de algemene middelen komt. Een regeling waar voornoemde problematische gezinnen wel aan meebetalen maar niets voor terugzien.

De aangename gevolgen hiervan zijn dat voornoemde ouders van deze gezinnen de eigen autonomie bewaren ten aanzien van hun opvoedpatroon, en bovendien de mogelijkheden blijven behouden om hun kinderen door te laten leren zonder dat zij hun hoofd behoeven te breken over hoe dit betaald moet worden. Een prettig maatschappelijk aspect hierbij vormt het kostenbesparende plaatje. Laten we ter toetsing van deze these nu eens niet de officiële statistieken gebruiken, maar weer gewoon teruggaan naar de man in de straat en dat als uitgangspunt voor statistieken gaan gebruiken.

Tot slot Hella, ik kan je zeggen dat het gezin voor velen allang niet meer de hoeksteen van de samenleving is. Het is voor betrokken ouders meer een kwestie van rekken en erbij blijven in de hoop dat het allemaal nog eens goed komt. Meestal echter belanden kinderen in situaties waar zowel jij als ik niet naar streven. En dan is er inderdaad volop werk voor allerlei hulpinstanties, die zeer kostenverslindend zijn, maar in de praktijk weinig resultaat opleveren.