Blinde kinderen ingezet voor belangen gentech-industrie

Ernstige milieuschade door Gen-techniek.

Greenpeace in actie

Greenpeace heeft liever blinde kinderen dan genetisch gemodificeerde rijst, stond zaterdag 28 februari in NRC Handelsblad. Een eerste reactie op deze onterechte aantijging. Opnieuw worden blinde kinderen ingezet voor de belangen van de industrie.

De protesten van de milieubeweging tegen gentechnologie maken talloze slachtoffers in de Derde Wereld, betoogt Patrick Moore in de NRC-bijlage. De zogeheten 'gouden rijst' met toegevoegde vitamine A zou de blindheid van miljoenen kinderen voorkomen. Onzin, stelt Greenpeace. Kinderen in arme landen zijn niet blind enkel omdat er te weinig vitamine A in hun rijst zit. Deze blindheid is vooral het gevolg van een armoedig en eenzijdig dieet. Een technologische oplossing kan deze kinderen niet helpen. Wel een eerlijke verdeling van het voedsel op aarde.

Onomkeerbaar

Het belangrijkste bezwaar van Greenpeace tegen gentechnologie is de onomkeerbare verspreiding van gemanipuleerde gewassen. Gentechgewassen worden in de vrije natuur uitgezaaid, zonder dat bekend is hoe dit nieuwe DNA precies werkt, hoe de processen in de plant zijn veranderd en hoe andere planten en dieren reageren. Een foutje in het aangepaste DNA kan dan niet meer worden teruggedraaid.

Gouden beloftes

De wereld redden, iedereen te eten geven, milieuvriendelijke landbouw, etc. etc., de beloftes van de gentechnologie klinken mooier dan mooi. Maar vooralsnog zijn het slechts verkooppraatjes van de chemische industrie, met voorop bedrijven als Monsanto en Bayer. Deze bedrijven hebben enkel tot doel hun omzet te vergroten. Zij gebruiken beloftes over nieuwe gewassen, die goed zouden zijn voor de Derde Wereld of voor het milieu, als reclame, zonder daadwerkelijk te investeren in ontwikkeling van deze voordelen. De zaadleveranciers werken vooral aan commerciële gewassen als soja en maïs, het veevoer van het Westen. Ze maken deze planten resistent tegen de bestrijdingsmiddelen die ze zelf verkopen.

Argentinië na 10 jaar gentech

Argentinië was een van de eerste landen die een aantal jaren geleden overstapte op de grootschalige teelt van gemanipuleerde soja. Na een vliegende start met behulp van het IMF en een verdubbeling van de sojateelt in de jaren negentig, kwam vorig jaar de kentering. Gentech bleek helemaal niet de honger en de sociale ongelijkheid te hebben opgelost.

Allereerst waren 150.000 kleine boeren die rijst, maïs, linzen, aardappels, fruit en andere producten verbouwden, van hun land verdreven. Vele andere kleine boeren gingen failliet door de dure koppelverkoop van genetisch gemanipuleerd zaad en bestrijdingsmiddelen. Het resultaat van tien jaar gentechnologie is beslist niet rooskleurig. Wat resteert is een handjevol grote bedrijven. Er zijn zoveel nieuwe onkruiden ontstaan, dat meer bestrijdingsmiddelen moeten worden gebruikt dan vroeger. De opbrengsten zijn gekelderd. Kaalslag, grote monoculturen en verarming van de grond zijn het gevolg. Hoezo geen milieuschade? Hoezo verminderde armoede?