Lokale verkiezingen in Turkije

Door E.M.

Zondag 28 maart, anderhalf jaar na de algemene verkiezingen, vonden er lokale verkiezingen plaats in Turkije. De hieraan voorafgaande campagneperiode was uitzonderlijk saai en trok nauwelijks de aandacht van de bevolking. Desondanks hebben de verkiezingen een aantal opvallende uitslagen opgeleverd.

Het belangrijkste verkiezingsresultaat is waarschijnlijk wel de winst van de AKP (*), de regerende partij in Turkije. Zij kregen deze keer 42 procent van de stemmen, een toename van 8 procent in 18 maanden tijd. Dit is ontegenzeggelijk een groot succes voor de AKP, als je bedenkt dat het politieke klimaat gedurende de voorbije anderhalf jaar behoorlijk gecompliceerd en hard is geweest. Een van de tekenen van het succes is dat verslaggevers van de burgerlijke pers, die bij de vorige verkiezingen zeer geschokt waren door de plotselinge groei van deze partij, nu tevreden lijken te zijn met het resultaat. En zij zeggen dat de AKP er uiteindelijk in geslaagd is hun centrum-rechtse positie te versterken.

De leiders van de AKP beweren dat zij hun fundamentalistische 'Milli Gorus'-verleden achter zich hebben gelaten. Milli Gorus is een extreem-rechtse Turkse organisatie, ontstaan in Europa. Echter diegene die nauwkeuriger kijkt zal ontdekken dat meer dan 75 procent van alle AKP-kandidaten nog steeds lid is van Milli Gorus. Het lijkt erop dat Europa bijzonder blij is met dit verkiezingsresultaat, want dit betekent dat de Europese Unie eindelijk profijt trekt van het feit dat zij al 20 jaar deze politieke organisatie financiert.

Een andere belangrijke verkiezingsuitslag is dat de CHP, de belangrijkste oppositiepartij, het aantal kiezers aardig wist vast te houden. Deze partij kreeg 18 procent van de stemmen, wat slechts een zeer kleine daling betekent ten opzichte van anderhalf jaar geleden. Voorafgaand aan de verkiezingen werden de uitslagen van opiniepeilingen aan het publiek gepresenteerd. Die peilingen lieten zien dat de AKP wel eens 60 procent van de stemmen zou kunnen krijgen. Er wordt beweerd dat dit veel kiezers, die bang zijn voor het islamitische fundamentalisme, ertoe heeft bewogen om op de CHP te stemmen. Veel 'neutrale' commentatoren beweren dat de peilingen zijn gemanipuleerd, om op die manier de CHP sterk te houden.

Een ander verkiezingsresultaat dat veel aandacht kreeg in de media is de mislukking van de linkse coalitie. Vijf partijen (SHP, DEHAP, ÖDP, ÖP en de SDP) hadden hun krachten gebundeld en deden mee aan de verkiezingen onder de naam SHP. Bij de vorige (algemene) verkiezingen, toen zij geen samenwerking waren aangegaan, kregen deze partijen bij elkaar opgeteld acht procent van de stemmen. Nu, als coalitie, hebben zij slechts vijf procent van de stemmen gekregen. Het wordt algemeen aangenomen dat dit verlies is toe te schrijven aan het feit dat de kiezers van DEHAP hun partij hebben afgestraft, omdat zij samenwerkten met de SHP, die bekend is om haar anti-Koerdische beleid.

Ondanks deze tegenvallende verkiezingsuitslag is het heel goed mogelijk dat de coalitie van DEHAP en SHP toch blijft bestaan. De heersende klasse verwacht dat de SHP middels de coalitie erin slaagt om Koerdisch links te integreren in het kapitalistische systeem. De DEHAP beschouwt deze coalitie als een stap voorwaarts in het proces om een legitieme politieke partij te worden op het Turkse politieke toneel.

En tot slot nog een andere verkiezingsuitslag: de TKP (Communistische Partij van Turkije) is de enige socialistische partij die meer stemmen kreeg dan bij de vorige verkiezingen. Met een kleine toename, verre van bevredigend, steeg het aantal stemmen op de TKP van 0,2 naar 0,3 procent ten opzichte van anderhalf jaar geleden.

Vertaling J. Bernaven

(*)