Gedicht: Doodse stilte

Door Henricus Azewijn

Doodse stilte

Daar verschijnt de autoriteit
met zijn hel, die ons deugd doet
als een door zwaailichten verlicht feit:
in onze prak toch nog wat roet!

Iedereen ondergaat gelaten
wat anderen niet kunnen missen
houdt waakzaam in de gaten
wie naast de pot met goud zou kĂșnnen pissen.

De rust moet spoedig wederkeren
zijn schreden onderstrepen zijn gezag
als voorman van onbekende heren
onder de even bekende handelsvlag.

De eeuwige rust, onuitgesproken
in de stilte, die steeds weer valt
is de rug uiteindelijk gebroken
als de jachthoorn schalt.

Arme, opgejaagde dieren
met adrenaline voor de beste smaak.
De autoriteit zal de overwinning vieren
vervult iedereen op tijd zijn taak.