Bush en Kerry vallen Palestijnen in de rug aan

Steun voor landroof en moorden door Israël

Door Deirdre Griswold

Niet alleen de bevolking in het Midden-Oosten was geschokt op 14 april jongstleden. De bevolking over de gehele wereld reageerde ontzet, toen president George W. Bush zich vierkant achter de recente expansieactiviteiten van Israël tegen de Palestijnen schaarde en vervolgens de Democraten, de zogenaamde 'oppositie' in de Verenigde Staten, ook goedkeurend reageerden. Het feit dat beide partijen hun steun geven aan de aanpak van Israël kan slechts één ding betekenen: nog meer bloed en lijden in de regio.

Alsof ze dat laatste wilden bewijzen lanceerden de Israëli's op 18 april jongstleden een raket op het Palestijnse deel van de Gazastrook. Daarbij werden Abdel Aziz Rantissi, de hoogste leider van de militante organisatie Hamas, en twee van zijn helpers gedood. Rantissi had kort daarvoor het leiderschap overgenomen van Sheik Ahmed Yassin, die ook door Israël werd vermoord in een vergelijkbare raketaanval.

De Gazastrook werd een zee van enorme demonstraties, waarbij wraak werd gezworen voor de moordaanslag. Twee dagen na de aanslag stuurde Israël tanks het gebied in, waardoor nog eens vijf Palestijnen werden gedood, waarvan drie van hen tieners waren die zichzelf slechts met stenen konden verdedigen.

De Verenigde Staten hebben zich vele jaren voorgedaan als 'eerlijke bemiddelaars', die probeerden een compromis tussen beide zijden te bevorderen. In het bijzonder sinds het begin van de Intifada, de opstand van het Palestijnse volk om hun land en nationale rechten terug te krijgen.

Al die tijd waren de VS echter ook bezig met het tot de tanden toe bewapenen van het Israëlische leger en het versterken van de economie van Israël, door middel van miljarden dollars hulp. Israël is al die tijd een strategische bondgenoot geweest voor de VS in het Midden-Oosten, een militaire macht met kernwapens. Een militaire macht die reeds vele malen Arabische landen heeft aangevallen en die, op welke manier dan ook, een bedreiging vorm(d)en voor de VS-Britse overheersing in deze regio met haar rijke oliebronnen.

De schijn van neutraliteit werd losgelaten toen Bush, met de Israëlische minister-president Ariël Sharon aan zijn zijde, zijn goedkeuring gaf aan Sharon's plan om grote joodse nederzettingen te behouden op de West Bank, waarmee alle resoluties van de Verenigde Naties over deze kwestie worden geschonden. En tegelijkertijd verwierpen de VS het recht van de Palestijnen om naar hun vaderland terug te keren.

Dit alles is, weliswaar alleen in woorden, een breuk met het verleden, waarin de diverse presidenten van de VS spraken over "wegenkaarten" en "vredesplannen", waarmee de verwachting werd gewekt dat de oplossing van het conflict door middel van onderhandelingen bereikbaar was. Hoe reageerden de Democraten op deze verandering in strategie? Op 18 april, de dag dat Rantissi werd vermoord, zei de aankomend presidentskandidaat John Kerry, tijdens het programma "Meet the Press" op NBC-TV, de aanpak van Bush te steunen. En tijdens een bijeenkomst in het Waldorf-Astoria op 19 april noemde voormalig president Bill Clinton het plan van Sharon een "goede aanpak".

De Israëlische staat noemt zichzelf democratisch, terwijl ze Palestijnseimmigranten de toegang weigert en tegelijkertijd joden van over de hele wereld Israël binnenlaat om zich daar te vestigen. De Palestijnen en hun nakomelingen, die met geweld uit hun woonplaatsen werden verdreven, proberen al terug te keren vanaf 1946, het jaar waarin de staat Israël werd gesticht op hun land.

Vandaag de dag doet Sharon geen pogingen meer om de schijn van onderhandelen met de Palestijnen op te houden. Hij weigert elke Palestijnse autoriteit te erkennen die niet is aangewezen door Israël. Bij zijn terugkeer uit Washington vertelde Sharon triomfantelijk aan het grootste dagblad in Israël: "Hen [de Palestijnen] is een dodelijke slag toegebracht." Dat zei Sharon, erkend oorlogsmisdadiger in verband met de bloedbaden in Sabra en Shatila in 1982.

Natuurlijk wordt er momenteel ook politieke mist gecreëerd. Sharon zou het opgenomen hebben tegen de extreem-rechtse groepen in Israël, door te verklaren dat Israël haar troepen zal terugtrekken uit de Gazastrook, dat door Israël wordt bezet sinds de oorlog met Egypte in 1963.

Een klein aantal joodse kolonisten zou samen met de Israëlische troepen dat gebied moeten verlaten. Maar zelfs de extreem-rechtse partijen in Israël hebben allang hun steun gegeven voor dat plan.

En waarom ook niet? De Israëli's zijn nou niet bepaald massaal naar de Gazastrook - één van de dichtstbevolkte gebieden ter wereld, een onvruchtbare strook land aan de grens van Egypte, waar 1,3 miljoen Palestijnen wonen - getrokken. De bewoners zijn voornamelijk Palestijnse vluchtelingen, die onder erbarmelijke omstandigheden in kampen leven, waar geen werk is en geen vooruitzichten om een levensvatbare economie op te bouwen.

Israël geeft met de terugtrekking uit de Gazastrook dus helemaal niets op. In de New York Times van 18 april stond te lezen dat "Israël na de terugtrekking haar militaire controle over de Gazastrook voor langere tijd wil behouden, controle over de grens van de Gazastrook met Egypte, over het vliegveld, luchtruim en de kust". En Israël behoudt het recht om de Gazastrook, een broeinest voor Palestijns verzet, op elk gewenst moment opnieuw binnen te vallen.

In ruil voor terugtrekking heeft Israël de steun van de VS gekregen voor het roven van waardevol land van de Palestijnen op de West Bank en steun voor het behoud van een apartheidsmuur dat een Palestijns gebied afscheidt ter grootte van de staat Rhode Island.

De woede in de Arabische wereld over de recente ontwikkelingen is explosief. Zelfs reeds langdurige bondgenoten van de VS, zoals koning Abdullah van Jordanië en president Hosni Mubarak van Egypte hebben uiting gegeven aan hun ontzetting. Abdullah heeft een geplande afspraak afgezegd met Bush, die hij zou ontmoeten in Washington op de terugweg naar huis na een bezoek aan Californië. Deze staatshoofden moeten wel publiekelijk afstand nemen van zowel Israël als van de VS, anders zijn de reacties in hun eigen land niet te overzien.

De Palestijnse strijd voor zelfbeschikking en het verzet in Irak tegen de militaire bezetting door de VS zijn vanzelfsprekende en gerechtvaardigde reacties van volkeren, onderdrukt en beroofd door de arrogante imperialistische machten die de wereld domineren. Totdat dit onrecht is hersteld zal de strijd voortgaan.

Bron: Workers World, 29 april 2004, vertaling J. Bernaven.