Hoogtijdagen van poldermodel voorbij

Nu weer leren om strijd te voeren


Ook grote demonstraties, zoals hier in Frankrijk, zijn nodig.  

Door Wil van der Klift

Cor Inja, algemeen adviseur van de FNV, stopt met zijn column in het Financieele Dagblad. Hij vindt het "een uitgelezen moment om er een punt achter te zetten." Bovendien, en wellicht daarmee samenhangend, wijst hij erop dat "de hoogtijdagen van het poldermodel achter ons liggen." De NCPN was al nooit zo blij met dat overlegmodel en wees meerdere malen op de grote gevaren ervan. Maar de tijden zijn drastisch aan het keren.

"Er is", volgens Inja "een crisis in ons overlegbestel ontstaan die niet meer oplosbaar is. De ideologische tegenstellingen tussen het kabinet en de vakbeweging zijn te groot geworden." Uiteraard waren de ideologische tegenstellingen tussen het kapitaal en zijn (soms goed bedoelende) marionetten in de regering altijd al onoverbrugbaar, maar Cor Inja heeft gelijk, het is nu weer heel duidelijk en manifest geworden.

De neoliberale aanpak van Balkenende 2 leidt er volgens hem onvermijdelijk toe "dat de invloed van de vakbeweging wordt teruggedrongen, en uiteindelijk liefst gemarginaliseerd wordt." Ook dat is duidelijke taal. Het gaat op dit moment zeker niet alleen over de afbraakmaatregelen, maar evenzeer om het voortbestaan van de vakbeweging zelf. Op alle mogelijke manieren wordt de vakbeweging in de media gekleineerd en gemarginaliseerd, geheel in de 'stijl' van de walgelijke aanvallen op de trainer van het Nederlandse elftal, Dick Advocaat. Jongeren worden tegen ouderen opgezet, zieken tegen gezonden, autochtonen tegen allochtonen, niets is te dol.

Werkgevers en regering strijden hand in hand

Het is Cor Inja ook opgevallen dat de werkgeversorganisatie VNO-NCW, tot kortgeleden voor de vakbeweging een constructieve partner in de overlegeconomie, haar masker heeft afgelegd. Dit kabinet steunt op alle mogelijke manieren de grote multinationale bedrijven, zelfs tegen de zin in van de kleinere, op de Nederlandse markt gerichte, bedrijven. De schijn van zelfstandigheid van de regering is weggevallen. Steeds openlijker verkondigen de grote werkgevers en de regering hetzelfde geluid: langer werken voor minder loon.

Inja realiseert zich dat "de Nederlandse vakbeweging staat voor hetzelfde gevecht om positie, invloed en bestaansrecht als de Britse TUC onder de toenmalige conservatieve premier Margaret Thatcher." Maar hoe pak je de strijdhandschoen op? Vergelijkingen gaan uiteraard altijd mank. Het is moeilijk om een gevecht dat twintig jaar geleden in Engeland plaatsvond tegen het licht van zeer specifieke omstandigheden te vergelijken met nu.

Vaststaat inderdaad wel dat "het Verenigd Koninkrijk uitmunt door zijn achterlijke arbeidsverhoudingen en dito arbeidsvoorwaarden."

Europese kaalslag

De arbeidersklasse in heel Europa staat voor dezelfde uitdagingen. De Duitse 'Agenda 2010', vernoemd naar de afspraken die gemaakt zijn in Portugal, staat voor een rigoureuze afbouw, geleid door sociaal-democraten en Groenen (sic) van de Duitse verzorgingsstaat. Overal in Europa vinden dezelfde ontwikkelingen plaats. In Duitsland begint zich een tegenmacht te formeren en zijn de eerste aanvallen op de strijdbare bondsbestuurders afgeslagen. Het lijkt erop dat ook in Nederland de hakken in het zand worden gezet.

De Nederlandse vakbeweging zal uiteraard niet van de ene dag op de andere van de overlegtafel naar het strijdterrein kunnen overstappen. Dat zal enige tijd vergen. Ook het losraken van de CDA- en PvdA-omstrengeling zal enige tijd kosten. Het zoeken naar nieuwe (en oude, maar vergeten) bondgenoten kost ook tijd. Dat vraagt inderdaad om selectief optreden. Het is waar "in deze complexe en kwetsbare samenleving kun je met kleine acties zeer grote gevolgen oproepen", mits ze het kapitaal raken, mits ze de werkenden en uitkeringsgerechtigden inspireren. Selectief zijn, doseren en effectief als het moet, massaal en strijdbaar als het kan.

Van onderhandelen naar strijden

In een gesprek dat ik aan het begin van zijn loopbaan als voorzitter van de ABVAKABO FNV had met Cees Vrins, antwoordde hij mij op de vraag, waarom de bond toen zo'n voorzichtige koers voer, dat dit de meeste leden opleverde. Onze ervaringen nu leveren een totaal ander beeld op. Veel strijdbare kaders hebben de afgelopen jaren hun lidmaatschap van de bonden opgegeven. Het gezapige karakter van de Nederlandse vakbeweging maakt het voor actieve jongeren oninteressant om lid te worden, maar bovenal het verzet tegen de afbraak groeit met de dag. Dat werd duidelijk in het referendum, maar is ook merkbaar tijdens vergaderingen.

De werkgevers zullen het in het komende CAO-overleg in ieder geval moeten voelen. Er zijn veel actiemiddelen voorhanden. Goed gedoseerde korte stakingsacties zijn lang vol te houden en kunnen zeer effectief zijn. Zo nodig tot de uiterste houdbaarheidsdatum van dit kabinet in 2007. We zijn het deze keer met Cor Inja helemaal eens: "Hoe dan ook, de FNV moet het gevecht bikkelhard aangaan. En de sympathie die er bij zeer velen bestaat voor de opvattingen van de vakbeweging mag niet worden verspeeld door publieksonvriendelijke acties. De tegenstanders zitten in Den Haag, in de gebouwen van de regering en de VNO-NCW, niet in forensentreinen." Maar als de mensen in de forensentreinen solidair worden, en de meesten zijn ook slachtoffer van het afbraakbeleid, dan zijn het strijdmakkers. In 1983 waren het vooral de rechters die de acties verboden en bleek de meerderheid van de bevolking schouder aan schouder te willen knokken met de actievoerders en stakers van de FNV. Die bereidheid is er op dit moment nog niet, maar de stemming begint al om te slaan.

Het poldermodel is over

De gewoonten van het uitwisselen van argumenten en van het streven naar consensus liggen achter ons. Het is inderdaad een uitgelezen moment voor de allerlaatste column van Cor Inja. Dat tonen ook de, unaniem overgenomen, motie van de Amsterdamse afdeling op de bondsraad van de ABVAKABO en de inleiding van Gerrie Geldorf, die hij hield tijdens die historische bondsraadvergadering op dinsdag 22 juni 2004. Het is nog even wennen, maar de klassenstrijd in Nederland is terug. Het komt er nu vooral op aan om de woorden van verzet om te zetten in feitelijke actie, want het gaat niet om de woorden, maar om de daden. De NCPN roept iedereen op lid te worden van de vakbeweging en daarbinnen mee te knokken om de brutale aanvallen van werkgevers en de neoliberale regering te stoppen. De NCPN is ervan overtuigd dat een strijdbare vakbeweging aantrekkelijk is voor jongeren, die nu massaal zonder werk en toekomst raken, maar zich tot op heden niet voldoende konden identificeren met de behoudende koers van de vakbeweging.