Stemming Verenigde Naties rond Darfur wordt wedloop om Soedanese olie

Mogelijk olie-embargo tegen Soedan


Wordt Soedan een volgend Irak?

 


 

Door Rainer Chr. Hennig

De regering van de Verenigde Staten heeft in een verklaring gesteld dat de huidige gebeurtenissen in de regio Darfur (Soedan) neerkomen op genocide. Naar aanleiding van die verklaring hebben de Verenigde Staten hun oordeel voorgelegd aan de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties en opgeroepen tot een olieboycot, gericht tegen Soedan.

Over hoe het nu verder moet is de Veiligheidsraad nog verdeeld. China, Rusland, Pakistan en Algerije lijken niet erg bereid om het standpunt van de Verenigde Staten over te nemen.

Vanuit Khartoum, hoofdstad van Soedan, wordt het oordeel van de Verenigde Staten weerlegd als een politiek spel om stemmen te winnen voor de verkiezingen in de VS in november. Groot-Brittannië heeft ook de mogelijkheid geopperd dat het hier gaat om genocide. Het geweld in Darfur heeft de levens geëist van minstens 30.000 mensen. Ongeveer 1,5 miljoen inwoners zijn dakloos geraakt.

Olie, olie, olie

De Veiligheidsraad van de VN debatteert over een concept resolutie van de Verenigde Staten over de crisis in Soedan. Het debat vindt plaats vanuit verschillende visies op de vraag of er wel of niet sprake is van genocide. Gaande dit debat wordt het steeds duidelijker dat de olie in Soedan een essentieel element aan het worden is in het hele debat.

Als er akkoord wordt gegaan met een olieboycot verliezen China en India hun invloed over de grootschalige olievoorraden, en een wisseling van het regime in Khartoum zou betekenen dat deze oliebronnen toegankelijk kunnen worden voor het Westen. De Verenigde Staten zijn vóór deze sanctie; China is ertegen.

De bevolking van Darfur is op dit moment, zoals de Verenigde Naties het stellen, het slachtoffer van "de ergste humanitaire crisis". Het is bewezen dat de regering in Khartoum in grote mate verantwoordelijk is voor dit immense lijden dat door de VN "etnische zuivering" wordt genoemd, en dat door de VS gisteren is omschreven als "genocide". Het is echter ook bewezen dat de VS via hun meest trouwe Afrikaanse bondgenoten hebben geholpen om de SLA- en JEM-rebellen uit Dafur op te leiden. Deze rebellen zijn het geweld in Khartoum begonnen, zo heeft het lokale nieuws dinsdag (7-9-2004) bericht.

Terwijl de regeringen van de VS en Groot-Brittannië de Veiligheidsraad van de VN aansporen tot sancties tegen Soedan op grond van de "activiteiten van genocide" in Khartoum en om de humanitaire crisis te bezweren, zijn veel Aziatische en Afrikaanse landen terughoudend met het snelle oordeel over Soedan. Zij vermoeden dat de echte redenen voor deze voorstellen tot sancties alsmede voor het aanzetten tot het mogelijk maken van militair ingrijpen tegen Soedan is gelegen in andere dan humanitaire motieven om de crisis te stoppen - een crisis waarvan het ontstaan mede te wijten is aan het Westen. Er wordt immers aangenomen dat Soedan de grootste nog niet aangeboorde oliebronnen herbergt, groter nog dan die van de Golf van Guinea.

Westerse oliebelangen

Amerikaanse oliemaatschappijen worden geweerd uit Soedan en andere westersemaatschappijen worden uit het land verjaagd door Amerikaanse wetgeving. De Canadese oliemaatschappij Talisman Energy wordt aangeklaagd voor "betrokkenheid bij genocide en oorlogsmisdaden" - activiteiten die door de desbetreffende maatschappij in het verleden hebben plaatsvonden - door een Amerikaanse rechtbank. Op dit moment zijn de Aziatische oliemaatschappijen de baas in de Soedanese olievelden.

Soedan is voor China een belangrijke leverancier van olie geworden, en ook een belangrijk land om een nationale tak van internationaal opererende oliemaatschappijen te vestigen. De snel groeiende Aziatische economische reus heeft dringende strategische redenen om de eigen olievoorraden veilig te stellen. Alleen al gedurende de eerste zeven maanden van 2004 is de import van olie in China met 40 procent gestegen ten opzichte van het jaar ervoor. Ongeveer 6 procent van de olie die China importeert komt uit Soedan. De Chinese regering wil dit percentage verhogen. Grote investeringen zijn al gedaan en andere zijn al gepland.

Chinese belangen

De Chinese oliemaatschappij China National Petroleum Corporation (CNPC), een staatsbedrijf, heeft een aandeel van 40 procent in de Greater Nile Petroleum Operating Company (GNPOC) die twee van de belangrijkste olievelden beheert in de westelijke Opper-Nijl provincie. Vanaf het midden van 2005 zal de Chinese CNPC olie produceren in het Melut-bassin, ten oosten van de Nijl. Andere Chinese maatschappijen zijn betrokken bij de aanleg van de 1392 kilometer lange pijplijn van het Melut-bassin naar de haven van Soedan aan de Rode Zee en bij het 215 miljoen dollars kostende Amerikaanse project dat moet resulteren in een terminal voor olie-export in deze havenstad.

Andere belangrijke spelers in het veld van de langzaam groeiende olie-industrie zijn voornamelijk afkomstig uit India en Maleisië, twee andere industrialiserende Aziatische landen met dringende strategische redenen om hun aandeel in de internationale olieproductie veilig te stellen in een steeds heviger wordende concurrentie met Amerikaanse belanghebbenden. ONGC Videsh uit India en het Maleisische Petronas hebben aanzienlijke aandelen gekocht in Soedanese olievelden en Westerse maatschappijen zijn de laatste jaren onder druk gezet om hun investeringen uit Soedan terug te trekken.

Voor China, India en Maleisië is het Amerikaanse voorstel aan de VN Veiligheidsraad voor sancties tegen Soedan dus een directe economische bedreiging. Enkele uren nadat de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell tegen een wetgevend comité stelde dat de moorden in Darfur "genocide betekenen", kwam de Amerikaanse vertegenwoordiger in de Veiligheidsraad met het voorstel tot een embargo op Soedanese export van olie. China, het enige Aziatische land met vetorecht, heeft echter al aangegeven bereid te zijn tot het tegenhouden van deze sancties.

De druk op China en de andere leden van de Veiligheidsraad is echter zeer groot. Internationale mensenrechtenorganisaties, bijna de hele wereldpers en invloedrijke politieke groeperingen zijn van mening dat de wereld verplicht is "de genocide in Darfur" een halt toe te roepen. Het niet tegenhouden van die moorden betekent dan: medeverantwoordelijk zijn, zoals de internationale wereld faalde in het stoppen van de volkerenmoord in Rwanda in 1994. Zij willen niet langer wachten tot de regering in Khartoum iets onderneemt tegen de genocide, dat had al veel eerder moeten gebeuren. China kan dus verwachten sterk veroordeeld te worden indien dit land de VN-resolutie zou tegenhouden. De van oorsprong uit Duitsland afkomstige Organisatie voor Bedreigde Volkeren kwam al met een verklaring getiteld: "China's zucht naar olie laat de genocide in Darfur voortduren".

Olieleverancier Afrika

Critici beweren echter dat het juist de westerse zucht naar Soedanese olie was die verantwoordelijk is voor het begin van het geweld in Darfur, doordat de westerse wereld zorgde voor de training van de SLA en JEM (antiKhartoum)- rebellen. De Duitse analist Uwe Friesecke stelt dat chaos in Soedan Westerse machthebbers de gelegenheid geeft tot militair ingrijpen, om zo het weinig populaire islamitische regime in Khartoum van het toneel te laten verdwijnen. Met de nieuwe macht die de Wereldbank en het IMF dan krijgen om Soedan's economie open te stellen komen ook de enorme olievoorraden van het land binnen bereik van de Westerse oliemaatschappijen, zo denkt Friesecke.

Volgens de Hr. Friesecke is het geen toeval dat de regeringen van de VS, Groot-Brittannië, Noorwegen en Italië, die "vrede opleggen" tussen Khartoum en Zuid-Soedan, veel interesse hebben in olie. De VS hebben al uitgesproken dat het hun doel is om van Afrika een van de belangrijkste olieleveranciers te maken. De economie van Noorwegen is gebaseerd op olie, en het land zal gastheer zijn voor een op handen zijnde bijeenkomst waarop geld wordt ingezameld voor Soedan. Noorwegen heeft een aantal oliemaatschappijen, gestaag uitbreidende staatsbedrijven die al in verschillende vergelijkbare regio's actief zijn. Ook in Groot-Brittannië en Italië zijn grote oliemaatschappijen aanwezig. "Er zijn al veel westerse plannen voor Soedan wanneer de vrede daar eenmaal is teruggekeerd", zegt Friesecke, hiermee verwijzend naar informatie uit Amerikaanse regeringsbronnen.

Terwijl de discussie in de VN Veiligheidsraad over de Soedanese resolutie verandert in een machtsstrijd over de toekomstige olieproductie in Soedan, zijn meer dan 1,2 miljoen burgers in Darfur ontheemd geraakt en verstoken van internationale hulp. Humanitaire organisaties spreken van ernstig geldgebrek om de vluchtelingen te kunnen helpen met voedsel, water en onderdak. De meeste westerse machten die het hoogste woord hebben over "etnische zuiveringen" en "humanitaire crisis" hebben maar weinig financiële hulp geboden - met uitzondering van de Verenigde Staten, die de grootste donateur is.

Vertaling Marisca van Ommen.

NAVO bereid tot samenwerking met de Europese Unie in Darfur

De NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer zei in Helsinki op donderdag 9 september dat de - door de VS gedomineerde - allianties samen zouden kunnen werken met de EU om de crisis in de door oorlog geteisterde provincie Darfur in Soedan op te lossen. "De Europese Unie heeft actie ondernomen als reactie op de zich verdiepende humanitaire crisis in Darfur. Met het oog op deze problematische Afrikaanse regio zouden eveneens onze twee organisaties elkaar nuttig kunnen aanvullen", zei hij in een speech tot een denktank van de Finse buitenlandse politiek. "Ik geloof dat wij op creatieve wijze moeten nadenken over coöperatie. Bijvoorbeeld door logistieke of andere ondersteuning te geven aan de Afrikaanse Unie, als deze daarom zou vragen". De Afrikaanse Unie heeft enkele honderden militairen in Darfur die toezicht houden op een wankele wapenstilstand.

Bron: Agence France-Presse, Helsinki, 9 september 2004, vertaling Thomas Janssen.