MOOIE WOORDEN

De opblaasbaarheid van beleidsresultaten. Een bericht uit de samenleving


 

Rinze Visser

Mooie woorden, hele mooie woorden zelfs, werden er gesproken op de bijeenkomst. Een feestelijke bijeenkomst, dat was het. Zo stond het in de kranten. De wijk waar schrijver dezes al vele jaren woont - of een deel van die wijk, dat is niet helemaal duidelijk - is onderscheiden. Niet voor bewezen moed en trouw, maar wel met de titel 'Veilige Wijk' .

Na heel veel inspanning, zo moeten wij begrijpen, is het dan toch gelukt te voldoen aan de eisen zoals die worden gesteld aan het politiekeurmerk. Sprekers, trots en in stijl, in de stijl van hoogwaardigheidsbekleders, voor een dergelijke gelegenheid in een sociaal harnas gehesen, zoals die over en voor een volksbuurt spreken. De ontwikkeling van sociale achterstandswijk met drugsoverlast, vandalisme en criminaliteit naar een wijk waar het weer prettig wonen is... Zoals de burgemeester die zijn kennelijk aangeleverde kennis van de wijkbewoners uitdrukte door middel van een vergelijking met Rotterdammers en Feyenoorders. De eerst in duidelijke bewoordingen geuite scepsis en boosheid van de bewoners was dan toch omgeslagen in medewerking. Ja ja, wel rauw in de mond, wat onbeschaafd wellicht, maar toch zo slecht nog niet..

Want, zonder de betrokkenheid van de mensen zou het zeker niet zo'n succes zijn geworden..! En een succes was het en dat mag dan ook gerust gevierd worden. Want wat lezen we in de kranten? De regionale coördinator politiekeurmerk en tevens projectleider van de wijk, die zeker in zijn laatste hoedanigheid alles over de wijk moet weten: "Van een wijk met problemen naar een prettige woonomgeving". In 1997 was de wijk op een dieptepunt, zo werd gezegd. "Zowel regionaal als landelijk kwam de wijk negatief in het nieuws. Gesproken werd over een drugsprobleem, een sterk verhoogd inbraakcijfer, vernielingen en overlast en sociale achterstand. De bewoners kwamen op een gegeven moment in opstand (...) Veel mensen woonden niet meer met plezier. Het gevoel van veiligheid en leefbaarheid was aangetast (...) De wijk heeft een facelift ondergaan. Niet alleen de woningen, maar ook de omgeving is drastisch aangepakt. Een aantal woningen is gesloopt om beter zicht te krijgen, andere woningen zijn compleet gerenoveerd (...) Orde en netheid zijn teruggekeerd in de wijk. Er is minder overlast en vernielingen en het inbraakcijfer zijn zelfs tot nul gereduceerd. Dat heeft tot gevolg dat het veiligheidsgevoel ook is teruggekeerd in de wijk (...)." Tot zover de projectleider van de wijk, een functie en een naam die tot op heden bij de bewoners geen bekendheid genoten.

In vijf jaar tijd geen enkele inbraak. Vanwaar nu die kritische ondertoon mijnerzijds? Ben ik eropuit andermans feestjes te bederven? Waarom moet al dat gejubel en gehalleluja over dat grote succes beantwoord worden met een cynische glimlach? De feiten: de wijk vijf jaar inbraakvrij? En die inbraken van de laatste drie maanden dan? Waren dat er drie, vier of vijf? En die van een jaar geleden, is die ook meegeteld om op nul te komen? Weggepoetst omwille van het al van tevoren geplande feestje? Drugsproblemen sterk verminderd? Kom nou! Hebben de bewoners dan stront in hun ogen of zien ze dingen die er niet zijn? De bewoners kwamen in opstand? Welke opstand? Zouden die communisten die in deze wijk het hoogst scoren met raadsverkiezingen dat dan niet gemerkt hebben?

Er was nog één vraag die de hotemetoten in het voor deze gelegenheid tot feestlokaal bestemde buurthuis bezighield en dat was deze: waarom er ondanks het succes van het project en de persoonlijke uitnodiging toch zo weinig mensen waren komen opdagen... Desondanks vertolkte de projectleider tenslotte 'aller mening' dat de mensen in de wijk weer genoeglijk kunnen wonen.

Het dagelijks bestuur van de gemeente dat van plan is de subsidies voor de sociaal-culturele sector, naast het onthouden van een prijscompensatie, met nog vierenhalf procent te verlagen en nog andere voor de bevolking belangrijke uitgaven te verminderen; de vorig jaar tot stichting omgebouwde woningbouwvereniging, want zonder leden is het veel democratischer, wier belangrijkste taak lijkt te bestaan uit het slopen en verkopen van nog enigszins betaalbare huurwongen; de politie, wiens voornaamste activiteit lijkt te zijn het turven van aangiften van drugshandel, vernielingen en diefstallen; zij allen kunnen zeer tevreden zijn.

Zij beschikken tenminste over de uitzonderlijke gaven dingen te zien die er niet zijn, zaken zodanig op te blazen dat ze elke gelijkenis met de werkelijkheid verliezen en het opblazen van eigen ego's. Laatste bericht uit het dorp waar deze echt niet uitzonderlijke wijk deel van uitmaakt: verontruste ouders van drugsgebruikers luiden de noodklok!