FNV aarzelt tussen referendum en harde acties

Sociaal-economische redactie

Het kabinet en de regeringspartijen CDA en VVD beweren niet van plan te zijn onder druk van demonstranten hun beleid te veranderen. Het kabinet zegt, op de haar eigen arrogante wijze, niet onder de indruk te zijn van de massale vakbondsdemonstratie in Amsterdam. Ruim driehonderdduizend mensen betoogden die dag tegen het kabinetsbeleid. De demonstratie was de grootste vakbondsdemonstratie sinds de Tweede Wereldoorlog.

De FNV-leiding aarzelt tussen een volksraadpleging over VUT en prepensioen en versterkte voortzetting van de acties. De vakcentrale gaat de komende maanden ook stakingen organiseren in alle sectoren van Nederland en sluit bemiddeling in het conflict met het kabinet uit zolang het kabinet geen concessies wil doen. Minister De Geus van Sociale Zaken beschouwde het protest als "best wel een grote demonstratie" en hij erkende dat het iets zegt "over waar mensen bezorgd over zijn". Voor nader overleg met de vakbonden over de plannen met de VUT, het prepensioen en de WAO zag hij echter geen ruimte. Ook De Geus' collega Brinkhorst van Economische Zaken houdt op zijn eigen stoere studentikoze wijze vast aan zijn standpunt dat het kabinet al tot het uiterste is gegaan om met de vakbonden op één lijn te komen. Uiteindelijk gaat het om het oordeel van de Tweede Kamer, vindt de minister, rekeninghoudend met de comfortabele meerderheid van rechts aldaar. De derde coalitiepartij, D66, vindt dat het moment is aangebroken om weer met de vakbonden om de tafel te gaan zitten. Hoewel ook hij de bezuinigingen niet wil terugdraaien, vindt partijleider Dittrich het "een goed Nederlands gebruik" om met elkaar in overleg te blijven. Ook oppert D66 een bemiddelaar, bijvoorbeeld SER-voorzitter en CDA'er Wijffels, die daar wel voor voelt als partijen er ruimte voor bieden.

De situatie is volgens de NCPN wel duidelijk. Praatjes over gepasseerde stations, meerderheden in de kamer, betere communicatie en meer informatie over de goede bedoelingen van het kabinet, zullen de inhoud van het nieuws blijven bepalen. Maar de staking in het openbaar vervoer maakte duidelijk dat de media kunnen koeren wat ze willen als de bevolking weet wat ze wil. We zagen het vele malen eerder in de geschiedenis. Een referendum zal de weerzin van de bevolking tegen het kabinet Balkenende 2 zeker weergeven, maar waar het echt om zal gaan de komende periode is voortzetting van de strijd in de bedrijven. De ondernemers worden steeds zenuwachtiger, de tegenstellingen in het neoliberale kamp nemen toe. Een referendum is alleen een stemmingsmeter. Die stemming kennen we al: doorgaan met de acties tot we hebben gewonnen. Heel de energie moet daarop worden gericht. In zo'n aanpak past ook de gedachte aan een nationale staking.