Tegen De Stroom In


Duizenden strijdbare jongeren nemen de fakkel over.  


 

Door Anna Ioannatou

Hoe nieuw is de toestand in de wereld? Wat is de balans van de afgelopen 14 jaar? Voor wie is er groei geweest en voor wie juist niet? Hoe ziet het er uit met de comunistische beweging wereldwijd? Wat zijn de perspectieven? Bovenstaande is een greep uit de vraagstelling, zoals die te lezen is in de Stellingen van de KKE (Communistische Partij Griekenland) voor haar 17de Partijcongres volgend jaar februari.

De Stellingen werden gepresenteerd op een persconferentie. Dit keer werd als uitgangspunt voor het opmaken van de balans het 14de Partijcongres genomen (1991) en niet slechts de afgelopen vier jaar. De KKE bevond zich toen in een benarde positie na de tragische ontwikkelingen in de socialistische landen van Europa en de Sovjet-Unie met de bekende negatieve gevolgen voor de progressieve beweging in de wereld en dus voor de vrede. Daarom zullen op het komende Congres de ervaringen sinds 1991 onder de loep worden genomen, nu er genoeg jaren verstreken zijn om een globaler beeld te krijgen.

Geen breuk met het verleden

"Het is van groot belang," aldus de secretaris-generaal van de KKE, Aleka Papariga, "dat de KKE haar continuïteit heeft weten te handhaven. We hebben nooit het gevoel gehad opnieuw te moeten beginnen. We probeerden onze geschiedenis en de schat aan opgedane ervaringen vast te houden, maar waren ons er tegelijkertijd bewust van het feit dat we ons moesten aanpassen aan de nieuwe ontwikkelingen."

De toestand in de wereld sinds 1991 is niet echt nieuw. De sterk toegenomen imperialistische agressie t.o.v. van alle progressieve verworvenheden (politiek, sociaal, economisch) kreeg vrij spel met voelbaar minder tegenwind door de dramatische verslechtering in de machtsverhoudingen in het nadeel van de socialistisch/communistische krachten. Kortom: in het nadeel van de vooruitgang.

Een voorloper op deze ontwikkelingen was het thatcherisme van de jaren '80 gevolgd door neoliberale partijen, maar al even goed door sociaal-democratische partijen en versneld door het afbraakproces in Oost-Europa en de Sovjet-Unie.

"Het leek alsof er maar twee wegen open lagen", aldus A.Papariga, "in een hoek gaan zitten en je stekels opzetten of meegaan met de stroom. Wij kozen een andere weg, wendden ons tot de bevolking en probeerden ons aan te passen aan de nieuwe eisen, die het leven stelde. We slaagden erin 'overal te zijn' en probeerden de voorwaarden te creëren waarop we later verder zouden kunnen bouwen aan de radicalisering van het volksbewustzijn in socialistische richting."

Steeds sterker

"De leuze was en is: versterking van de partij. De laatste jaren is de ideologische hersenspoeling in Griekenland sterk toegenomen. De groeicijfers zijn indrukwekkend (bruto nationaal product, productiviteit), maar dit zijn groeicijfers van het monopoliekapitaal. Wij lezen die cijfers anders," aldus A. Papariga, "want het zijn de cijfers die de enorme winsten van een zeer kleine minderheid en dus de klassenuitbuiting en de algemene sociale onderdrukking van de meerderheid van de bevolking weerspiegelen."

Griekenland kwam wel in de periferie van de zogeheten harde economische kern terecht, werd het meest ontwikkelde kapitalistische land van de Balkan. Maar ook deze positie is niet zeker met de bestaande politiek-militaire afhankelijkeid t.o.v. de 'harde kern', want Bulgarije, Roemenië en Turkije zitten (kapitalistisch) in de lift met ook daar uiteraard alle negatieve gevolgen van dien voor de bevolking.

Een sterkere KKE dus om beter te kunnen werken aan de radicalisering van het politieke bewustzijn van de bevolking. Dus helpen leren inzien, dat de hoogste politieke ervaring die van de socialistische machtsovername is als strategisch doel.

Daarvoor is ook een hogere theoretische ontwikkeling van de partij nodig, nauw verbonden met het praktische werk voor het Front van Samenwerking tussen de diverse groeperingen in de samenleving. Kortom: de partij wil naar een kwalitatieve verbetering toe.