Europees kampioen

Anna Ioannatou

Eerste plaatsen zijn niet altijd een eer. Dat bleek bij een persconferentie die gehouden werd naar aanleiding van de HELECO 2005, Internationale Expo en Congres Milieu Technologie (3 tot 5-2/2005). De Griekse Kamer voor Techniek kondigde daar aan dat wat de concentraties van de zogenaamde 'moderne' verontreinigende stoffen betreft het land Europees kampioen is.

De mededeling werd vergezeld van een aanklacht aan het adres van de Griekse regering, die drastisch aan het bezuinigen is op geld voor het milieu, maar liefst 35 procent op acties ter bestrijding van de luchtvervuiling. Op grond van gegevens van de Europese Milieu Organisatie liggen 6 van de 10 Europese steden met de grootste overschrijding van de grens van 50 microgram per kubieke meter aan concentraties vliedende micro-organismen in Griekenland. Nummer één is Thessaloniki met 208 dagen per jaar overschrijding, nummer twee Athene met 174 dagen, drie is Larisa met 151 dagen, vier is Patras met 138 dagen, nummer acht is Jannina met 95 dagen en 10 Heraklion met 69 dagen overschrijding per jaar.

Griekenland blijkt nog een milieuprobleem te hebben: het afvalbeheer. Het meeste afval wordt 'opgeslagen' op 1.458 illegale stortplaatsen. Verder functioneren veel biologische reinigingseenheden gewoon niet en tweederde van de jaarlijks geproduceerde gevaarlijke afvalstoffen worden ongecontroleerd weggegooid. Officieel beschermde regio's laat men gewoon aan hun lot over.

Geen geld voor groen

Ondanks dit alles, aldus de Kamer voor Techniek op bovengenoemde persconferentie, heeft de regering tijdens de recente herziening van het Operatieve Project Milieu het geld dat bestemd was voor acties tegen de luchtvervuiling met 35 procent verminderd. Geld voor het beheer van gevaarlijke en ongevaarlijke afvalstoffen met 22 procent, geld voor bodem- en waterreinigingsprojecten met 80 procent (!) en voor milieu-instellingen met 20 procent. In plaats daarvan verhoogde de regering de posten bestemd voor de stedelijke 'face-lifting' (hier en daar opfraaien en voetgangerszones maken) met 35 procent. Het laatste, hoewel op zich niet slecht, functioneert uiteraard veel beter als etalage van regeringswerken zichtbaar voor het grote publiek.

Veel milieubewustzijn is er niet onder de Griekse bevolking, groene bewegingen zijn er nauwelijks geweest of hebben nooit succes gehad. Burgeractie kan ongetwijfeld verbeteringen aanbrengen of nog erger tegenhouden, maar een radicale oplossing kan alleen maar een politieke zijn. Dat zou betekenen, dat politieke machthebbers de echt grote vervuilers aanpakken en daarmee aan grote economische belangen tornen. En zo ver komt het ook niet op Europees niveau, laat staan in de afzonderlijke lidstaten. Ook het leefmilieu wordt uiteindelijk opgeofferd aan winstbejag.