De mensenrechtenreputatie van de Verenigde Staten in 2003


Charme-offensief van Rice? Bij voorbaat mislukt. 

Informatievoorziening van de Staatsraad van de Volksrepubliek China

Op 25 februari bracht het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken het Verslag inzake de Mensenrechten over 2003 uit (voortaan 'het verslag'). Net zoals in voorgaande jaren stellen de VS zich op als dé bewaker van de mensenrechten wereldwijd waarbij de mensenrechtensituatie in meer dan 190 landen over de hele wereld, waaronder China, verkeerd weergegeven en bekritiseerd wordt. En zoals gewoonlijk verzuimden de Verenigde Staten in het verslag openheid van zaken te geven over hun eigen aloude nalatigheden en problemen omtrent de mensenrechten (deel 4).

Vandaar dat wij zoals voorheen de Verenigde Staten moeten helpen om hun reputatie op het gebied van de mensenrechten eer aan te doen.

Van de kleurlingen gaat een kleiner deel naar de universiteit dan van de blanken. Volgens een verslag van de Amerikaanse onderwijsraad uit oktober 2003 krijgt 40 procent van de zwarte bevolking en 34 procent van de Spaanstaligen in de leeftijdscategorie 18-24 jaar de gelegenheid naar de universiteit te gaan; voor de blanken ligt dit percentage op 46 procent (www.accnet.edu/news/press_release/2003/10october/minority_report.cfm).

Volgens een bevolkingsonderzoek uit maart 2003 lag het inkomen van zwarte mensen met een bachelortitel 24,5 procent lager dan dat van blanke mensen met hetzelfde diploma, zwarten met een mastertitel verdienden 21,2 procent minder dan blanken met dezelfde titel en het inkomen van zwarten met een doctoraaltitel lag 28,1 procent lager dan dat van de blanken (zie USA Today, 9 september 2003).

De discriminatie van immigranten in de Verenigde Staten neemt ernstige vormen aan. Na de aanvallen van 11 september 2001 nam het Congres een antiterrorismewet aan die onderdelen bevat die afbreuk doen aan de mensenrechten. De wet laat het vasthouden van immigranten voor onbepaalde tijd toe, evenals het inzien van privé-dossiers, het inspecteren van openbare en privé-bijeenkomsten, het afluisteren van telefoongesprekken en het instellen van geheime onderzoeken. In zijn onderzoeksrapport van juni 2003 maakte Glenn Fine, het hoofd van de interne inspectiedienst van het ministerie van Justitie, bekend dat de Amerikaanse overheid na 11 september 762 buitenlanders voor een duur van gemiddeld drie maanden vastgehouden had, wat een schending van de immigratiewet betekende. Later onderzoek wees uit dat geen van allen iets te maken had met de gebeurtenissen op 11 september (zie Washington Post, 3 juni 2003).

Tijdens Operatie Landmark, die van december 2003 tot mei 2004 in Chicago werd uitgevoerd, werd in het geheim de achtergrond van verschillende personeelsleden die op openbare plekken zoals vliegvelden en andere risicoplekken werkten nagegaan. Sommige immigranten werden vastgehouden en uitgewezen zonder dat ze de wet overtreden hadden. De overheid weigerde details vrij te geven over dit bijzondere beleid ten aanzien van immigranten en verschafte geen informatie over hun aanhouding en uitzetting. Dit soort "geheime politie-activiteiten" met als excuus de nationale veiligheid tast de burgerrechten en de vrijheden van miljoenen immigranten in de Verenigde Staten aan (zie Los Angeles Times, 29 mei 2003).

Volgens een ander rapport werden er in de Verenigde Staten 1200 immigranten aangehouden zonder dat zij ergens van beschuldigd werden, en tenminste 484 mensen zitten nog vast. Tot op de dag van vandaag weigert de Amerikaanseregering de identiteit van deze mensen bekend te maken (zie The Independent, 26 juni 2003).

Minderjarige immigranten worden slecht behandeld. Volgens een verslag van Amnesty International werden minstens 5000 kinderen die naar de Verenigde Staten gingen om hun familie terug te vinden, om misbruik, mishandeling en oorlog te ontvluchten en te voorkomen dat ze gerekruteerd zouden worden door plaatselijke rebellenlegers, vastgehouden in de VS. Ze werden samen met volwassen gedetineerden vastgezet en tijdens hun fouillering ontkleed, geboeid en geslagen. Deze kinderen kwamen uit de hele wereld, varieerden van één tot tien jaar en werden vaak voor maanden of zelfs jaren vastgezet. Een kind dat in een gevangenis in Pennsylvania gevangen gehouden werd kreeg klappen voor minimale overtredingen zoals het zeggen van "Kan ik even naar het toilet" in plaats van "Mag ik even naar het toilet". Het personeel van een inrichting in Texas neemt dekens en matrassen weg en zet de airconditioning af als de kinderen overtredingen begaan (Reuters Miami, 18 juni 2003). Naar verluidt houdt de VS een aantal gevangenen vast die gezien worden als illegale strijders. Drie van hen zijn tussen de 13 en 15 jaar (zie The Guardian, 24 april 2003).

5. Over de situatie van vrouwen, kinderen en ouderen

Ook voor wat betreft de bescherming van de rechten van vrouwen, kinderen, ouderen en andere achtergestelde groeperingen doen de VS hun slechte mensenrechtenreputatie eer aan.

Amerikaanse vrouwen kunnen niet op dezelfde manier als de mannen gebruikmaken van hun recht om deel te nemen aan een overheidsbaan en het politieke leven. Cijfers van het Center for American Women in Politics uit 2003 tonen aan dat de vrouwen 59 zetels oftewel 13,6 procent van het zetelaantal in het Huis van Afgevaardigden bezetten, en 14 zetels oftewel 14 procent van de zetels in de Senaat. Ondanks de toename van het aantal vrouwen in de parlementen in 2003 maken ze slechts 22,3 procent van het totaal van 7.382 vertegenwoordigers uit (Women in Elected Office 2003 Fact Sheet Summaries, www.cawp.rutgers.edu/Facts/Officeholds/cawpfs.html).

Wat werk en inkomen betreft kunnen de vrouwen geen aanspraak maken op een gelijke behandeling. Volgens een verslag dat in mei 2003 gepubliceerd werd door de American Association of University of Women zijn vrouwen nog steeds grotendeels werkzaam in typische vrouwenberoepen zoals: secretaresse, verkoopster en bediende in restaurants (www.aauw.org/about/newspress_releases/230505.cfm).

Cijfers van het ministerie van Arbeid wijzen erop dat het gemiddelde weekloon van een vrouw van 16 jaar of ouder in 2002 530 dollar bedroeg, oftewel 77,9 procent van de 680 dollar die de mannen gemiddeld verdienen. Het onderzoek wijst erop dat er tweemaal zoveel vrouwen dan mannen zijn van wie het inkomen onder het landelijk vastgestelde minimumloon ligt. Vrouwen afkomstig uit de blanke of Spaanstalige bevolkingsgroep lopen meer risico om lage lonen te verdienen dan mannen uit dezelfde groepen (Bureau of Labor Statistics of the US Department of Labor, www.bls.gov).

Er vindt ernstig huiselijk en seksueel geweld tegen vrouwen plaats. Volgens cijfers van het Witte Huis uit oktober 2003 kwamen er in 2001 700.000 meldingen van huiselijk geweld in de Verenigde Staten. Eenderde van het jaarlijks aantal vermoorde vrouwen wordt om het leven gebracht door hun huidige of vroegere echtgenoot of partner (National Violence Awareness Month, 2003, door George W. Bush, www.whitehouse.gov).

Volgens een onderzoek van de National Coalition Against Domestic Violence noemt 92 procent van de Amerikaanse vrouwen huiselijk en seksueel geweld als een van de grootste zorgen. Een op de drie vrouwen heeft tijdens haar volwassen leven te maken met fysiek geweld, maar slechts een op de zeven gevallen van huiselijk geweld trok de aandacht van de politie. Een verslag van het Amerikaanse leger over seksuele intimidatie op de Amerikaanse luchtmachtacademie toonde aan dat 109 van de 579 ondervraagde vrouwelijke cadetten oftewel bijna 20 procent aangaf dat ze op verschillende manieren seksueel lastiggevallen of misbruikt werden.

De bescherming die de kinderen in de VS geboden wordt ligt ver onder de internationale maatstaven. Amerika is één van de slechts twee landen in de wereld die de Conventie van de Rechten van het Kind niet ondertekend heeft. Sinds de tachtiger jaren hebben alle Amerikaanse staten de leeftijd voor rechtsvervolging verlaagd en in sommige staten stonden overtreders van tien jaar terecht voor een rechtbank voor volwassenen.

Volgens het ministerie van Justitie hebben 27 van de 50 Amerikaanse staten een minimumleeftijd voor rechtsvervolging vastgesteld. De meeste staten zoals Californië hebben deze leeftijd vastgesteld op 14 jaar, staten zoals Colorado op 12 en twee staten waaronder Kansas op 10. In staten waar geen minimumleeftijd is vastgesteld kunnen de rechters besluiten om de jeugdige overtreders voor de kinderrechtbank te laten verschijnen of om hen over te dragen aan de gewone rechtbank, afhankelijk van de ernst van hun misdaad. In 2002 werd een 15-jarige scholier die tijdens een schietpartij twee van zijn klasgenoten doodde veroordeeld tot vijftig jaar gevangenschap. In hetzelfde jaar werd Brian Robertson, een 18-jarige middelbare school-leerling in Oklahoma gearresteerd omdat hij op een schoolcomputer een verhaal schreef dat "buitengewoon gewelddadig" was. Als hij veroordeeld wordt kan hij een gevangenschap van tien jaar tegemoetzien.

People's Daily Online, vertaling Frans Willems.