Portugese communisten worden sterker

Twee zetels meer!


Beelden van het 17de congres van de PCP (foto Manifest). Het CDU (lijstverbinding van PCP met ecologische PEV) kreeg 2 zetels meer (van 7 naar 7.6 procent) dan in 2002, nu 14 van de 226 zetels. De sociaal-democraten hebbeneen meerderheid (120).  


 


 


 


 

Frank Bochow (*)

In de laatste aprildagen van 1974 speelden zich in het uiterste westen van het Europese continent in de kleine NAVO-staat Portugal gebeurtenissen af waarmee niemand in Oost of West rekening had gehouden. In het begin zag het er allemaal onschuldig uit: via een militaire coup, zo werd aangenomen, ontdeed de bourgeoisie zich van een onderdrukkende dictatuur die ook in het buitenland in diskrediet was geraakt. Het liep anders, de Anjer-revolutie vond plaats en ondanks zware en voortdurende tegenstand bestaat er nog steeds een sterke Portugese Communistische Partij (PCP). De lijstverbinding CDU, communisten en 'groenen', won twee zetels bij de verkiezingen op 20 februari.

De Portugese bourgeoisie wilde haar heerschappij voortzetten in het kader van een parlementaire democratie die haar diensten had bewezen in andere kapitalistische landen van Europa. Op langere termijn is dat tot op heden ook gelukt in Portugal, maar de blijvende kracht van de Portugese communisten was niet voorzien door de Bourgeoisie.

De Portugese revolutie, die deze naam ook echt verdiende, schudde het land door elkaar. In een tot dat moment ongekende opleving van volkskrachten die zich verbonden met de progressieve soldaten en officieren uit het leger, bloeide binnen twee jaar vanuit een fascistische dictatuur (sinds 1932 onder Antonio de Oliveira Salazar, sinds 1968 onder Marcello Caetano) een moderne democratie op, die op 2 april 1976 een Grondwet aannam met daarin als doelstelling opgenomen de opbouw van een socialistische samenleving.

Veranderde bezitsverhoudingen

Door de nationalisering van grote banken en verzekeringen van de nationale monopoliegezelschappen in de industrie en door de onteigening van het grootgrondbezit in Alentejo, dit in het kader van een wettelijk verankerde agrarische hervorming, werden voor het eerst sinds 1945 in een West-Europees land de bezitsverhoudingen grondig veranderd. De nationalisering van kernindustrieën en belangrijke dienstensectoren zoals banken en het verzekeringswezen was een gevolg van het directe optreden van arbeiders in de bedrijven en employees bij de banken en verzekeringsagenturen, die niet alleen hun sociale rechten opeisten maar middels de vakbonden directe invloed uitoefenden op de economische leiding. Ze verhinderden sabotagedaden van de kapitalistische bezitters en pleegden verzet tegen alle pogingen om het kapitaal naar het buitenland te sluizen.

De vakcentrale CGTP-Intersindical speelde een beslissende rol in deze strijd. In oktober 1970 gesticht als een vereniging van dertien losse vakbonden, telde hij in april 1974 al een half miljoen leden. Tot op vandaag is hij de grootste en invloedrijkste koepel van vakbonden in Portugal die zich een klassengebonden vakbond noemt en voor de bestuurders van déze koepel is het ondenkbaar een post te bekleden als commissaris van een bedrijf. In de leiding werken communisten en socialisten, christenen en partijlozen samen op basis van democratische besluitvorming in hun congressen.

Communisten...

Een revolutionair proces is niet een wandeling over geplaveide wegen. Allen die eraan deelnemen staan dagelijks voor nieuwe problemen en onverwachte moeilijkheden. Men heeft het vermogen nodig om op basis van een helder programma, met brede en vooruitziende blik, een langetermijnstrategie uit tezetten en tactisch flexibel te handelen. In Portugal was dat de Portugese Communistische Partij (PCP). In 1921 gesticht, in haar illegale strijd van tientallen jaren tegen de fascistische dictatuur gerijpt, was ze in 1974 voortreffelijk op haar taak voorbereid. Sinds 1965 beschikte ze over haar programma 'Op naar de overwinning', dat zich consequent oriënteerde op een gewapende opstand en in de samenwerking tussen een strijd van de massa en militaire acties de basis zag voor een geslaagde revolutie. Haar centrale blad 'Avante!', tot op heden met hamer en sikkel en de leus "Proletariërs aller landen verenigt u" op de titelpagina, verscheen ook regelmatig onder de moeilijkste omstandigheden, net zo goed als een hele serie andere publicaties. Ondanks een aanzienlijk verlies aan stemmen (van 18,1% in 1983 naar 7,0% in 2002) blijft de PCP de meest consequente antikapitalistische kracht, leidend in de vakbonden en nauw verbonden met de democratische beweging.

.....en Socialisten

Iedere revolutie heeft haar contrarevolutie. Hoe consequenter het revolutionaire proces zich ontwikkelt, des te verbetener wordt het reactionaire verzet, met name als het gaat om het bezit van de belangrijkste productiemiddelen. In Portugal lukte het de aanvallen van de contrarevolutie tot 25 november 1975 af te slaan en de belangrijkste maatschappelijke veranderingen bij wet vast te leggen en vanaf 1976 in de Grondwet te verankeren. In de zomer van 1975 begon een verwoede anticommunistische campagne. Er werd brand gesticht in de kantoren van de PCP, functionarissen van de partij, vooral in het noorden van het land, werden bedreigd en voor een deel ook vervolgd. Deze aanvallen van de contrarevolutie zou men succesvol hebben kunnen beantwoorden als de socialistische partij (PS) onder Mario Soares haar eigen programma zou hebben gevolgd.

Omdat de partijen ter rechterzijde van de PS, de Democratische Volkspartij (PPD) en het Christelijk Sociaal Centrum (CDS) te sterk de verdenking op zich laadden van verwantschap met het Caetano-regime, concentreerde de hoop van de binnenlandse reactie en van het kapitalistische buitenland zich op de socialisten. De Portugese Revolutie zag zich al snel geplaatst tegenover de openlijke vijandschap van de hele kapitalistische wereld. Extreem bezorgd toonde zich in de VS de regering Nixon. Ze stuurde Frank Carlucci als ambassadeur naar Portugal, een CIA-medewerker die ervaren was in het smeden van complotten en die snel inzag dat men moest rekenen op Mario Soares en de SP om de revolutie tegen te werken. "Niemand kan beter communistisch links bestrijden dan een moedige, strijdlustige anti-communist", zo beoordeelde Carlucci in 1995 de "verdiensten" van Mario Soares. Carlucci werd bij zijn terugkeer in december 1977 uit Portugal tot plaatsvervangend chef van de CIA benoemd.

De Socialistische Internationale vormde op initiatief van Willy Brandt en Olaf Palme een 'Comité van vriendschap en solidariteit voor democratie en socialisme in Portugal'. Er vloeiden aanzienlijke financiële middelen naar Portugal onder andere om de verkiezingsstrijd te financieren. De IVVV (Internationaal Verbond van Vrije Vakverenigingen) en de Europese Vakvereniging (IVV) financierden de scheuring van de Portugese vakvereniging en de oprichting van het 'Algemeen Verbond van Arbeiders'(UGT) voor een deel met heimelijke bijdragen van de CIA.

Bij de parlementsverkiezingen in 1976 haalde de socialistische partij 34,9 procent van de uitgebrachte stemmen en 107 zetels, de PCP haalde 14,4 procent en 40 zetels. Beide partijen samen hadden met een meerderheid van 147 van de 263 volksvertegenwoordigers zonder enige moeite een regering kunnen vormen en een politiek kunnen verwerkelijken in het belang van dearbeiders, als Mario Soares niet zou hebben vastgehouden aan zijn eigen partijprogramma alleen. Onder zijn regering echter begon men de sociaal-economische verworvenheden van 'April' stap voor stap, altijd tegen hardnekkig en vaak gewelddadig verzet in, terug te draaien.

Zijn de anjers verwelkt?

31 jaar na de 'Anjerrevolutie' moet je je afvragen wat er nog rest. Is er enige kans op een andere samenleving? Wat bleef is de afschaffing van het fascistische regime en het einde van de koloniale oorlogen. "Het kapitalisme wordt niet slecht geleid, het is slecht en een kwaad", zei Bruno Dias, één van de jongste volksvertegenwoordigers van de PCP een jaar geleden. Dit inzicht schijnt terrein te winnen, niet alleen in Portugal. Een nieuwe 'Anjerrevolutie' is nog niet in zicht, maar wie weet! Nog steeds geldt de oude regel, dat een revolutionaire situatie ontstaat waar 'die van boven' niet meer kunnen en 'die van beneden' niet meer willen zoals voorheen. Hoe lang de mensheid het zich nog laat welgevalllen dat wereldwijd een kleine groep zich schaamteloos verrijkt en daarbij alle sociale voorzieningen opruimt, is moeilijk te voorspellen.

Aacute Alvar Cunhal, de toenmalige secretaris-generaal van de PCP in zijn rede op het VIde Partijcongres van de PCP in 1965: "Er zijn mensen die zeggen dat ze bereid zijn zich op te offeren - als het de moeite waard is - dus in een beslissende laatste strijd. De communisten zijn van mening dat het altijd de moeite waard is om voor de belangen van het volk te vechten, als door het offer van vandaag de zege van morgen mogelijk gemaakt wordt", geschreven en uitgesproken negen jaar vóór 25 april 1974. Dat is nog en sinds het laatste congres van de PCP weer sterker, het kenmerk van de Portugese communisten. Nog zijn het de Portugese socialisten die het verzet van de bevolking tegen rechts weten te kanaliseren, maar de PCP versterkt zich en treedt verenigd en sterker dan in jaren naar voren.

(*) Bewerking van een artikel van Frank Bochow, junge Welt, april 2004. Delen van het artikel plaatsten we eerder in Manifest 14, 2004. Vertaling uit het Duits van Yosé Höhne-Sparborth.