Ontwikkeling ja, maar in wiens voordeel?


17de congres van de KKE: speech van secretaris-generaal Aleka Papariga tijdens het congres (Foto's KKE).

 

Door Anna Ioannatou

Niet alle Europese landen staan op hetzelfde ontwikkelingsniveau. Vandaar ook de uitdrukking 'het Europa van verschillende snelheden'. Het Griekse kapitalisme stond tot de uitbreiding van de Europese Unie (EU) bijna onderaan, maar is een paar plaatsen hoger gekomen sinds er 10 nieuwe lidstaten zijn bijgekomen. Zeker geen teken van enorme Griekse groei - laat staan van een Grieks Wirtschaftswunder maar gewoon doordat de meeste nieuwe lidstaten sinds hun toetreding tot het kapitalisme een enorme afbraak van hun productiekrachten te verwerken kregen en dus onder aan de lijst kwamen.

Griekenland is de laatste jaren steeds meer de kenmerken gaan vertonen van het zogenaamde hoogste stadium van het kapitalisme: meer export van kapitaal naar Europa en de wereldmarkt, deelname aan imperialistische oorlogen en interventies, meedoen aan het plannen en bevorderen van antisociale maatregelen tegen werknemers en in het algemeen maatregelen, die ongunstig zijn voor de Europese bevolking en genomen worden binnen het kader van EU en NAVO. Uiteraard is er binnen dit zogeheten hoogste stadium sprake van alle mogelijke schakeringen, gradaties, nuances en tegenstellingen. Ondanks deze 'ontwikkeling' blijft het land een sterke politiek-militaire en in hoge mate ook economische afhankelijkheidspositie bekleden t.o.v. de VS en binnen de EU en de NAVO. Tevens heeft Griekenland veel te verduren van de gevolgen van concurrentie en de verscherpte tegenstellingen die horen bij het ongelijkmatige kapitalistische ontwikkelingsproces.

In het land der blinden...

Het Griekse kapitalisme was tot nu toe nummer 1 op de Balkan en bovendien jarenlang de enige EU-lidstaat in die regio. Ook was het land de 'lange arm' van de VS aldaar, aangezien het nu eenmaal niet mogelijk is voor de Clintons en Bushes al hun zaken zelf op afstand te regelen. De oorlog tegen Joegoslavië (1999) was alleen mogelijk door Griekenland's medewerking, waarvoor de toenmalige regering dan ook een 'Thanks' van de VS incasseerde. Niets garandeert echter dat de relatief gunstige positie op de Balkan van blijvende aard is. Meer kapitalistische ontwikkeling betekent allerminst een vrijstelling van crises en bovendien staan andere economieën ook niet stil.

Onderlinge concurrentie op Balkan neemt toe

Turkije heeft een binnenlandse markt, een strategische ligging, een snelle kapitalistische groei plus het vooruitzicht op een EUlidmaatschap. Ook Roemenië en Bulgarije voldoen aan voorwaarden voor een verbetering van hun positie in een kapitalistische Balkan-regio.

De uitbreiding van de EU verscherpt de concurrentie tussen de Griekse industriële en agrarische producten en die van Polen, de Tschechische Republiek en Slowakije. De handelsbalans met Hongarije, Tschechische Republiek, Slovenië en Slowakije is nu al negatief. Dat de handelsbalans met de 10 nieuwe lidstaten bij elkaar genomen nog steeds positief is, is te danken aan het enorme overschot van Malta en Cyprus.

Het 'nieuwe kapitalisme' in de Balkanstaten, dat grotendeels een vernietiging van hun productiekrachten met zich meebracht (hetzelfde gebeurde trouwens ook met Griekenland na de toetreding tot de EU) schiep voor even een gunstige internationale conjunctuur voor het Griekse kapitalisme. Deze 'kleine grote' van de Balkan kon immers gebruikmaken van de behoefte de Europese markt te verbinden met Oost-Europa en de Aziatische voormalige Sovjet-republieken. Eerst concurreerde men met het Turkse kapitaal en later werkten beide in hoge mate samen bij de energieverbinding van West-Europa met de olie- en aardgasbronnen in die regio's.

Kapitalisme in beweging, groeiende en ondergaande economiëen, een handjevol lieden dat van de nieuwe machtsverhoudingen rijk wordt, maar weinig goeds voor de Europese bevolkingen die een sociaal afbraakproces beleven.

De kwestie van Griekenland's positie in het huidige stadium van kapitalistische ontwikkelingen dan vooral ook binnen de regio heeft op het afgelopen 17de Partijcongres van de KKE heel wat discussie uitgelokt. De halfslachtigheid van redelijk ontwikkeld zijn maar toch (nationaal) afhankelijk baart zorgen. Bij haar toespraak tot de nieuwe President van de Republiek, zei de voorzitter van het Griekse Parlement een paar dingen die bij velen vraagtekens opriepen, o.a. het volgende: "de nationale grenzen en een deel van onze nationale soevereiniteit zullen beperkt worden terwille van vrede, welzijn en veiligheid in het uitgebreide Europa..."

Kennis omtrent dit thema is dan ook heel belangrijk voor de tactiek en de strategie van een communistische partij. Afgesproken werd dus dit onderwerp verder uit te diepen en theoretisch te ontwikkelen uitgaande van een praktijk die rechtstreekse eisen stelt.