Cubaanse economie terug naar socialistische aanpak

Wil van der Klift

De Cubaanse Revolutie is sterk genoeg om terug te keren naar een socialistische planeconomie. Door de 'Speciale Periode' opgedrongen vormen van individualisme zullen worden teruggedraaid. Dit is de boodschap die de Cubaanse regering de laatste weken laat horen. De Cubaanse regering zal het politieke systeem nooit opofferen voor kortstondige economische voordelen.

Allerlei vormen van toegevendheid aan individuele overlevingsstrategiëen, die in de praktijk hebben geleid tot grote en kleine verschillen in inkomen en bestaansniveau, worden langzaamaan weer gecollectiviseerd. Daardoor kan op tal van gebieden de scheefgroei die tot veel ergernis in de Cubaanse samenleving leidde worden aangepakt. De grote meerderheid van de Cubaanse bevolking ziet de nieuwe maatregelen als een stap voorwaarts, alhoewel in de kringen van direct getroffenen uiteraard ook gemor voorkomt.

De gevolgen van de aanpak treffen de Cubanen die hun bestaan enigszins hebben kunnen verbeteren door voor eigen rekening te werken. Volgens sommige bronnen kregen in 1993 nog 209.000 Cubanen een vergunning om voor eigen rekening te werken. Vorig jaar was dit aantal al gedaald tot 150.000. Op een bevolking van 10 miljoen mensen gaat het dus inderdaad om een relatief kleine groep.

Economische situatie verbetert snel

Omdat de economische situatie verbetert, zullen de negatieve gevolgen voor de kleine groep van 'gedupeerden' deels worden gecompenseerd en leidt de operatie tot een zichtbare verbetering voor de grote meerderheid van de Cubanen. Dat is goed te merken op het eiland. Er heerst een optimistische sfeer. Het zijn met name de zogenaamde dissidenten en hun bazen en opdrachtgevers in het Westen die op hun neus kijken. Zij proberen de ontwikkelingen zo negatief mogelijk te beschrijven, maar zullen - zoals steeds - weer achter het net vissen, omdat ze uitgaan van hun rechtse opvattingen en doelstellingen, in plaats van de realiteit op Cuba.

Zij blijven maar speculeren over de gevolgen na de dood van Castro. De president is immers 78 jaar oud en de afgelopen jaren enkele malen flauw gevallen en brak bij een val zelfs zijn knieschijf. Dat Castro daarna, zoals van ouds, weer langdurig in het openbaar optrad, verzwijgen zij maar liever. Hun droom is een omwenteling na het overlijden van Fidel Castro. Maar ze zouden eens zonder vooringenomenheid moeten gaan kijken op Cuba. De Cubanen staan in overgrote meerderheid klaar om hún revolutie voort te zetten en te verdedigen tegen elke aanval van buitenaf, met of zonder hun geliefde leider!

De nieuwe economische maatregelen zijn bedoeld om terug te keren naar een meer collectieve, socialistische maatschappij, die noodgewongen sinds de ineenstorting van het socialisme in Europa, onder druk kwam te staan. Castro benadrukte onlangs dat Cuba er weer voldoende bovenop is gekomen om de noodmaatregelen langzaam maar zeker weer af te breken. De dollar is 'oneervol ontslagen' en de economie is weer terug in de handen van centrale overheidsplanners, 'waar dit thuis hoort'. Cuba's economische 'motor', zei hij recent, zijn niet vrije-markt-hervormingen, maar deals met socialistisch China en patriottisch Venezuela. Venezuela is een belangrijke bondgenoot vanwege de olieleveranties.

Latijns-Amerika schuift op naar links

Ook dit snapt de anti-Cuba-lobby niet. Zij begrijpt niet dat de volkeren in Latijns-Amerika het tien jaar durende neoliberale experiment spuugzat zijn en sociale en socialistische maatschappijvormen opbouwen in Argentinië, Uruguay, Brazilië en Venezuela. De regering in Venezuela is bijvoorbeeld begonnen met het onteigenen van grootgrondbezitters. De Venezolaanse regering gaat beslag leggen op grond van de grootste rundveehouderij in het land. Het zijn de eerste grote onteigeningen in het landhervormingsprogramma van de regering-Chávez. De conservatieve anti-Cubba-lobby begrijpt niet dat ook de ontwikkelingen in Paraguay, Chili, Bolivia en een reeks andere Latijns-Amerikaanse landen gericht zijn op de nieuwe 'Bolivariaanse uitdaging'. Daardoor ontstaan nieuwe vormen van collectieve samenwerking in Zuid-Amerika. Dat zijn geen eendagsvliegen. Dat gaat niet (alleen) om persoonlijke relaties tussen staatshoofden, dat gaat om een nieuwe realiteit van wederzijdse steun en hulp. Zo zijn de directe buitenlandse investeringen in Latijns-Amerika en de Cariben vorig jaar met 44 procent gestegen, tot een totaal van 56,4 miljard dollar. Sinds 1999 ging dat cijfer gestaag bergafwaarts. De nabije toekomst ziet er echter goed uit.

Onze anti-Cubanen begrijpen ook niet dat de Cubaanse Revolutie en haar leiders een voorbeeldfunctie hebben voor de progressieven in heel Zuid-Amerika. Of begrijpen ze dat juist wel?

De Centrale Bank van Cuba is voortaan weer direct betrokken bij de toestemming voor buitenlandse transacties. Alle staatsbedrijven kregen eerder al de opdracht alle dollars die zij in bezit hadden - meestal vanwege export - over te maken op een aparte bankrekening. Buitenlandse zakenlieden ondervonden dat ze geen chèques meer konden uitschrijven bij transacties maar daadwerkelijk naar de bank moesten om hun zaken te regelen. De Cubaanse regering wil een einde maken aan vormen van corruptie en zwarte-marktactiviteiten.

Ook eurocommissaris Louis Michel ontgaat al deze ontwikkelingen niet. Hij wil dat Cuba en EU zo snel mogelijk definitief een punt zetten achter de diplomatieke crisis. De relaties tussen Cuba en de Europese Unie "kunnen snel genormaliseerd worden", verklaarde de Europese commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, Louis Michel, na een bezoek aan Cuba. Daarmee lijkt een einde te komen aan een diplomatiek conflict dat bijna twee jaar duurde.

Cuba is sterk genoeg om socialisme verder te ontwikkelen

Het is duidelijk. Cuba is sterk genoeg en heeft voldoende vrienden om haar socialistische Revolutie verder te versterken. En dat gebeurt tot groot ongenoegen van al haar tegenstanders. Dat maakt de situatie ook gevaarlijker, want de politiek van aanvallen van binnenuit wordt steeds minder mogelijk op Cuba. Er blijven alleen nog grove, militaire middelen over om Cuba weer in Westerse handen te krijgen. We zullen zien wat de Nederlandse tak van de CIA de komende tijd zal gaan roepen, na zijn mislukte pogingen om Cuba politiek te isoleren, om het toerisme naar Cuba te treffen en om de groeiende handelsrelaties te verstoren.