"Stop mensenrechten met twee maten te meten"

Cubaanse minister haalt uit voor Mensenrechtencommissie Verenigde Naties


 


 


 


Felipe Pérez Roque  

Bert de Belder

De Verenigde Staten willen ook dit jaar weer bij de Mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties een resolutie indienen tegen Cuba. Ze slagen er altijd in die te laten goedkeuren, maar Cuba bijt elk jaar stevig van zich af, met toenemend succes.

Van de VN-mensenrechtencommissie maken 53 landen deel uit, ze zijn verkozen voor drie jaar. Ze komt eenmaal per jaar in Genève bijeen en keurt dan meestal een 100-tal resoluties, waaronder één tegen Cuba, goed. Die resolutie bevestigt de aanstelling van een "persoonlijke vertegenwoordiger van de Hoge Commissaris voor Mensenrechten" om zich met het geval Cuba bezig te houden en vraagt Cuba deze vertegenwoordiger, ene Christine Chanet, te ontvangen.

In 2003 haalde de resolutie tegen Cuba nog 24 stemmen, bij 20 tegenstemmen en 9 onthoudingen. Vorig jaar was het nog nipter: 22 voor, 21 tegen, 10 onthoudingen. Dit jaar kampen Bush en de zijnen met een extra probleem: ze vinden zelfs geen land dat bereid is de anti-Cubaanse resolutie in te dienen! Want zo werkt Washington bij voorkeur: het laat een hondstrouwe bondgenoot uit Latijns-Amerika of Oost-Europa - Tsjechië bijvoorbeeld, of Honduras - de klus klaren. Eenmaal ingediend, riskeren de VS nu ook problemen om de resolutie goedgekeurd te krijgen. Want hoe langer hoe meer landen zijn de rituele aanvallen op Cuba in de Mensenrechtencommissie hartgrondig beu. .

"In de VS wordt een arme geen senator"

De beste verdedigers van Cuba zijn natuurlijk de Cubanen zelf. Hieronder daarom enige passages uit de toespraak van Cubaans minister van Buitenlandse Zaken Felipe Pérez Roque op 16 maart in Genève. (1)

Of je er zeker van kan zijn dat je geniet van de rechten van de mens, hangt vandaag af van het soort maatschappij waarin je leeft - ontwikkeld of niet-ontwikkeld - en van de klasse waartoe je behoort. Daarom kan er van een veralgemeend genot van de mensenrechten door iedereen geen sprake zijn, zolang we geen sociale rechtvaardigheid hebben veroverd in de verhoudingen tussen de landen en in de landen zelf.

Een kleine groep landen hier aanwezig - de Verenigde Staten en andere ontwikkelde landen - hebben het recht op vrede al veroverd. Zij zullen altijd de aanvallers zijn en nooit aangevallen worden. Hun vrede steunt op hun militaire macht. Ze hebben ook economische ontwikkeling verkregen, gebaseerd op de uitbuiting van de rijkdommen van arme landen, voormalige kolonies, die misère kennen en zich te pletter werken opdat anderen het resultaat van hun arbeid kunnen verspillen. Wat niet belet dat in deze ontwikkelde landen - het is bijna niet te geloven - de werklozen, immigranten, armen niet dezelfde rechten hebben als de rijken.

Kan een arme in de Verenigde Staten ooit senator worden? Zeker niet. Een verkiezingscampagne kost minstens acht miljoen dollar. Trekken de kinderen van de rijken naar de onrechtvaardige en onwettige oorlog tegen Irak? Niet één. Van de 1.500 jonge Noord-Amerikanen die in deze oorlog sneuvelden, was er niet één zoon van een miljonair of van een minister. Het zijn alleen de armen die daar vallen, terwijl ze vechten voor de privileges van een kleine minderheid.

Als je in een niet-ontwikkeld land woont, ben je er nog slechter aan toe: de overgrote meerderheid van de bevolking is er arm en zonder kansen en kan doordoor zijn rechten niet uitoefenen. En het land zelf heeft als land ook geen recht op vrede. Het kan altijd aangevallen worden op beschuldiging van "terrorist" te zijn of een "voorpost van de tirannie" of onder voorwendsel dat men het komt "bevrijden". Dan bombarderen ze dat land en vallen ze het binnen om het te "bevrijden". De Derde Wereld, meer dan 130 landen, hebben ook geen recht op ontwikkeling. Die landen mogen nog zoveel inspanningen doen, het economisch systeem dat de wereld ondergaat werkt hen tegen.

Het gevaarlijke voorbeeld van Cuba

Wij zijn een gevaarlijk voorbeeld: wij zijn een symbool van het feit dat alleen een rechtvaardige en solidaire maatschappij - anders gezegd een socialistische maatschappij - garant kan staan voor de uitoefening van alle rechten door alle burgers. Dat is de reden waarom de Verenigde Staten proberen ons hier te laten veroordelen door de Mensenrechtencommissie. Ze zijn bang voor het voorbeeld dat we geven.

Iedereen in deze zaal weet dat er geen enkele reden is om een resolutie tegen Cuba in te dienen bij deze Commissie. Cuba heeft in zijn 46-jarige Revolutie niet één buitenrechtelijke executie gehad, niet één gedwongen verdwijning. Niet één! Kan iemand hier één Cubaanse moeder noemen die zoekt naar de resten van haar vermoorde kind? Kan iemand één journalist noemen die op Cuba is vermoord? Kan iemand één persoon noemen die werd gefolterd? Kan iemand de naam zeggen van een gevangene die door zijn bewakers werd gefolterd of van een gevangene die op de knieën zit voor een hond die opgeleid werd om te doden?

Wij zullen onder geen beding samenwerken met de vertegenwoordiger van het Hoge Commissariaat wiens mandaat voortvloeit uit een resolutie van nul en generlei waarde. Waarom stuurt men geen jurist met een even hoog prestige als de vertegenwoordiger van het Hoge Commissariaat naar de militaire basis van Guantánamo? Waarom vraagt men hem niet onderzoek te verrichten naar de flagrante schendingen van de rechten van de vijf moedige en onbaatzuchtige Cubanen die in Amerikaanse gevangenissen opgesloten zitten en van hun families? (Het gaat om de vijf Cubanen die in de VS gevangenzitten omdat ze hun land tegen terroristische aanvallen vanuit Miami probeerden te verdedigen, nvdr.) Heel eenvoudig: omdat dit niet kan. Omdat het hier gaat om schendingen van de mensenrechten door de Verenigde Staten en omdat deze heren/dames onaantastbaar zijn!"

1. Titel en tussentitels van Solidair. Volledige tekst (in het Frans) op http://www.solidaire.org.

Petitie

Meer dan 2.100 intellectuelen, kunstenaars, schrijvers en academici ondertekenden een oproep tegen de veroordeling van Cuba in de VN-Mensenrechtencommissie in Genève. Onder de eerste ondertekenaars Adolfo Pérez Esquivel en Rigoberta Menchu, beiden Nobelprijs voor de Vrede, José Saramago en Nadine Gordimer, beiden Nobelprijs voor Literatuur, de bekende Braziliaanse architect Oscar Niemeyer en de auteurs Eduardo Galeano, Ernesto Cardenal. Zij stellen dat de VS noch de morele autoriteit hebben noch competent zijn om Cuba te beoordelen inzake de naleving van de mensenrechten. Zij roepen de regeringen van de landen die in de commissie zetelen op hun stem niet te verlenen aan "de agressie tegen Cuba vanwege de regering Bush".

Onderteken de petitie op http://www.cubadh.net en / of contacteer ics@cubanismo.net

Bron: Solidair, 30-03-2005.