De mensenrechtenreputatie van de Verenigde Staten in 2003

Informatie van de Staatsraad van de Volksrepubliek China


Op de Malecón in Havana, recht tegenover het VS belangenbureau (soort ambassade), staat een groot bord met foto's van gemartelde Irakezen en de tekst 'Fascisten'. Een veroordeling van de onmenselijke politiek van de VS. (Foto Manifest)

 

Op 25 februari 2004 bracht het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken het Verslag inzake de Mensenrechten over 2003 uit (voortaan 'het verslag'). Net zoals in voorgaande jaren stelt de VS zich op als dé bewaker van de mensenrechten wereldwijd waarbij de mensenrechtensituatie in meer dan 190 landen over de hele wereld, waaronder China, verkeerd weergegeven en bekritiseerd wordt. En zoals gewoonlijk verzuimden de Verenigde Staten in het verslag openheid van zaken te geven over hun eigen aloude nalatigheden en problemen omtrent de mensenrechten. (deel 6/slot)

Vandaar dat wij zoals voorheen de Verenigde Staten moeten helpen om hun reputatie op het gebied van de mensenrechten eer aan te doen.

Volgens een verslag van The Independent van 8 februari 2004 zijn er in de nasleep van de gebeurtenissen van 11 september 2001 tijdens de oorlogen in Afghanistan en Irak meer dan 13.000 burgers, onder wie veel vrouwen en kinderen, omgekomen als gevolg van het optreden van het Amerikaanse leger en zijn bondgenoten, "waarmee deze voortdurende conflicten de meest dodelijke oorlogen zijn, gevoerd door het Westen, voor niet-strijders sinds de Vietnamoorlog meer dan 30 jaar geleden." Zbigniew Brzezinski, de nationale veiligheidsadviseur van de voormalige Amerikaanse president Jimmy Carter in de jaren '70, zei dat het een "ernstige zaak is wanneer de grootste supermacht ter wereld ten strijde trekt omwille van redenen die achteraf niet juist blijken te zijn."(Washington Post, 2 februari 2004).

Granaten voorzien van verarmd uranium en clusterbommen werden met grote roekeloosheid gebruikt tijdens deze oorlogen, wat in strijd is met het internationale recht. In december 2003 onthulde Human Rights Watch in een rapport dat de 13.000 clusterbommen die de Verenigde Staten in Irak afwierpen bijna 2 miljoen kleinere bommen bevatten die het leven kostten aan meer dan 1000 mensen. Deze kleinere bommen die niet ontploften blijven gevaar opleveren voor het leven van de onschuldige bevolking. Ook gebruikten de Amerikaanse troepen grote hoeveelheden granaten met verarmd uranium tijdens de militaire operaties in Irak. De vervuiling die deze bommen veroorzaakten heeft die van de bommen die gebruikt werden tijdens de Golfoorlog in 1991 ver overtroffen. Het Pentagon heeft via een woordvoerder van het centraal commando bevestigd dat er munitie met verarmd uranium is gebruikt tijdens de oorlog tegen Irak. Doug Rokke, voormalig directeur van het verarmd uranium-project van het Pentagon, tevens voormalig hoogleraar Milieukunde en ooit kolonel in het Amerikaanse leger, zei na de oorlog tegen Irak dat het gebruik van wapens voorzien van verarmd uranium en de daarmee gepaard gaande bewuste vervuiling van een ander land schade toebrengt aan de bevolking en haar leefomgeving en daarmee een misdaad tegen de mensheid is (zie het Spaanse Uprising, 2 juni 2003).

Een ander onderzoeksrapport geeft aan dat alleen al in Bagdad talloze plekken zodanig radioactief zijn dat het normale niveau duizendmaal overschreden wordt. Ook maakte het Amerikaanse leger gebruik van "Mark-77" napalm, hoewel dit wapen door de Verenigde Naties verboden is. Dit heeft een negatieve uitwerking gehad op het milieu in Irak. Op 7 juli 2003 reageerde Dato' Param Cumaraswamy van de VN-mensenrechtencommissie openlijk gechoqueerd vanwege het feit dat de Verenigde Staten zich tijdens hun acties tegen het terrorisme niet hielden aan de internationale rechten en de mensenrechten (United Nations Right Expert "Alarmed" over United States Implementation of Military Order, United Nations Press Release, 7 juli 2003,www.un.org).

De Verenigde Staten hebben 3000 Taliban en Al Qaeda-leden in Afghanistan opgesloten, 680 vermeende centrale figuren van Al Qaeda uit ongeveer 40 landen in Guantanamo Bay op Cuba, en een onbekend aantal gevangenen in een Amerikaanse legerbasis op het eiland Diego Garcia in de Indische Oceaan, dat de VS least van Groot-Brittannië. Geen enkele van deze gevangenen is officieel in staat van beschuldiging gesteld (The Independent, 26 juni 2004). The New York Times citeerde op 13 februari 2003 een hooggeplaatste functionaris van het ministerie van Defensie, die zei dat de Verenigde Staten voornemens zijn de meeste van de gevangenen die nu in Guantanamo gevangenzitten voor lange, onbepaalde tijd daar te houden. Volgens de Amerikaanse regering zijn de gevangenen in Guantanamo geen "krijgsgevangenen" en kunnen ze daarom niet rekenen op bescherming door de Conventie van Genève.

"Het belangrijkste punt van zorg voor ons is dat de Amerikaanse overheid hen feitelijk buiten de wet gesteld heeft", zei Amanda Williamson, woordvoerder van het kantoor in Washington van het Internationale Rode Kruis (Overzeese Chinese krant in de VS, 11 oktober 2003). Een reportage getiteld "People the Law Forgot" in The Guardian van 3 december 2003, beschrijft de situatie van de meer dan 600 buitenlanders die door de VS in Guantanamo worden vastgehouden. Ze zitten daar sinds januari 2002 in hechtenis en worden zowel geestelijk als lichamelijk gemarteld. De gevangenen hadden per week maar één minuut om een douche te nemen en alleen maar door middel van een hongerstaking kregen ze vijf minuten douchetijd per week en tien minuten de tijd om lichamelijke oefeningen te doen. In een clandestien ondervragingscentrum op de basis Bagram in Afghanistan worden gevangenen nog ernstiger gemarteld. Ze werden gedwongen om urenlang in moeilijke posities te staan of te knielen terwijl ze kappen over hun hoofd droegen. Ze konden niet gaan slapen omdat ze 24 uur per dag aan zeer sterk licht werden blootgesteld.(The Independent, 26 juni 2003).

Amerika is het land met het grootste aantal soldaten in het buitenland, ongeveer 364.000 manschappen in meer dan 130 landen en regio's. Het schenden van de mensenrechten van de plaatselijke bevolking komt zeer vaak voor. In 2003 ontving het Amerikaanse militaire opperbevel 88 verslagen over "misdragingen" van de overzeese troepen. Op 25 mei 2003 verwondde en verkrachtte een Amerikaanse marinier in het Japanse Okinawa een 19-jarig Japans meisje. Deze militair werd tot drieënhalf jaar gevangenisstraf veroordeeld. De afgelopen tien jaar zijn dergelijke zaken vaker voorgekomen in Okinawa en naar verluidt hebben meer dan 100 Amerikaanse soldaten zich aan dergelijke misdrijven schuldig gemaakt. Op 7 februari 2004 arresteerde de Australische politie drie Amerikaanse mariniers op verdenking van seksueel misbruik van twee Australische vrouwen. In september 2003 beroofden drie officieren en soldaten van het vliegdekschip Kitty Hawk een taxichauffeur in het Japanse Kanagawa-Ken, waarbij hij ernstig gewond raakte. De drie werden veroordeeld tot vier jaar gevangenschap. In oktober 2002 werd een vrouwelijke mecanicien in Bagdad geboeid en gedwongen urenlang in de brandende zon te staan omdat ze weigerde zich door politiehonden te laten besnuffelen terwijl ze de Koran bij zich droeg. Deze kwestie leidde in Irak tot protesten en grootschalige demonstraties.

Sinds lange tijd publiceert het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken elk jaar het "Verslag inzake de Mensenrechten". De Verenigde Staten veronderstellen dat zij de "Hoeder van de mensenrechten wereldwijd" zijn en zonder acht te slaan op de verschillen tussen en de onvergelijkbaarheid van verschillende landen op politiek, economisch, historisch en maatschappelijkgebied beschuldigen zij andere landen er op onredelijke wijze van dat hun reputatie op het gebied van de mensenrechten niet in overeenstemming is met het Amerikaanse ideologische model van waarden en mensenrechten. Intussen zijn de VS blind voor hun eigen problematiek met betrekking tot de mensenrechten. De dubbele standaard van de VS als het gaat om mensenrechten en het Amerikaanse streven naar de hegemonie komen hierbij ten volle aan het licht. De mensenrechtenreputatie van de Verenigde Staten is totaal niet in overeenstemming met de status van wereldmacht, wat nogal ironisch is voor een land dat zichzelf de titel van "beschermer van de mensenrechten" toegekend heeft. De Verenigde Staten zouden hun eigen mensenrechtenproblematiek serieus moeten nemen, zich bezinnen op hun onjuiste standpunt en gedrag op dit gebied, en zouden moeten ophouden met hun impopulaire bemoeienissen met de interne aangelegenheden van anderen onder het voorwendsel van de bevordering van de mensenrechten.

People's Daily Online, vertaling Frans Willems.