Strijd om neoliberale politiek in Bolivia


Demonstraties in La Paz van boeren en mijnwerkers in oktober 2003 die de val van de regering van president Sánchez de Lozada inluidden.

 


 

Jan Ilsink

In oktober 2003 ontvluchtte de Boliviaanse president Sánchez de Lozada het land. De succesvolle strijd van de bevolking tegen de privatisering van het drinkwater in april 2000 heeft in Bolivia een groeiend bewustzijn onder de bevolking op gang gebracht. (deel 2, slot)

De hele procedure van winning, export en verwerking van bodemschatten heeft zich geheel buiten de bevolking om voltrokken. Hieruit blijkt al één reden waarom de transnationals en door hen gedomineerde regeringen belang hebben bij zwakke en corrupte regeringen in de zogenaamde ontwikkelingslanden. Zij maken juridisch al de dienst uit in deze landen waardoor militair ingrijpen niet eens nodig is.

Nationalisatie

Alle onthullingen over de achtergronden van de winning en export van bodemschatten, waar ook de door de Boliviaanse heersende groepen gedomineerde media niet omheen kunnen, stomen de bevolking klaar voor de eis tot nationalisatie van de bodemschatten. Dit zou de kroon betekenen op de strijd tegen de neoliberale politiek. Maar voor het uitvoeren van deze eis zal Bolivia aanlopen tegen druk van alle internationale instellingen en bilaterale verdragen. Daarom zullen voor zo'n stap internationale bondgenoten nodig zijn. En die dienen zich langzamerhand aan op het Zuid-Amerikaanse continent: Chávez in Venezuela, Tabares in Uruquay, Lula in Brazilië, Kischner in Argentinië, en anderen.

Mogelijk dat de tijd rijpt waarin het verzet tegen de, in 1944 op de conferentie van Bretton Woods opgerichte, Wereldbank en het IMF een nieuw elan kan krijgen. Na de nederlaag van de Fransen in Vietnam, de nationalisatie van het Suezkanaal door president Nasser van Egypte, maar ook na de revolutie in Bolivia van 1953, toen de mijnen werden genationaliseerd en het grootgrondbezit werd afgeschaft ten gunste van de kleine boeren, verenigden in 1955 de 'ongebonden landen' zich op de conferentie van Bandung. Daar verklaarden Sukarno van Indonesie, Nehru van India en Zhou Enlai van China een van het (koloniale) kapitaal onafhankelijke politiek te willen voeren. Maar in 1955 konden 'ongebonden' landen deze stap doen dankzij een machtsevenwicht tussen de socialistische en imperialistische staten.

Om in de huidige tijd aan de wurggreep van de internationationale imperialistische instellingen als Wereldbank en IMF te ontkomen, zullen de nieuwe 'ongebonden landen' tegenstellingen binnen het imperialistische kamp moeten uitbuiten. Bovendien heeft het lot van de 'oude ongebonden landen' aangetoond dat voor een duurzaam 'ongebonden bestaan' zij zich in de richting van het socialisme moeten ontwikkelen.

Regering en parlement gevangenen van neoliberalisme

Het Boliviaanse parlement bestaat uit leden die met hun neus op de escapades van de regering van Sánchez de Lozada hebben gezeten en weinig tot niets hebben ondernomen. Alleen de MAS (Moviemiento al Socialismo), een partij die vooral delen van de arme boerenbevolking vertegenwoordigt en vooraan in de strijd tegen privatisering staat, heeft geprotesteerd. De MAS is met name voortgekomen uit de cocaleros, de cocaboeren. Zij zijn vooral ex-mijnwerkers, die na de sluiting van de mijnen in de Andes naar het tropisch Amazonegebied zijn getrokken om daar de lucratieve coca te verbouwen. Maar de antidrugs-politiek van de VS heeft Bolivia gedwongen de cocaplantages met geweld te vernietigen. Hiertegen zijn de cocaleros op georganiseerde wijze in opstand gekomen. Het interessante van deze 'boeren' in Bolivia is dat zij de organisatie- en strijdprincipes van de mijnwerkersvakbonden hebben 'meegenomen' en toepassen in hun 'boerenstrijd'. Zij kennen een democratische besluitvorming, zijn zeer militant en treden voortdurend gezamenlijk op en hebben 'socialisme' als doel.

Anders dan de indiaanse boeren uit de Andes, leven zij in hun dorpen vaak nog in communaal verband. Voor hen is het begrip Ayu (samenwerking, collectiviteit) en Ayni (het daarop berustende economische systeem) richtsnoer voor hun handelen. Maar beide groepen hebben zich samen met de 'gewone' vakbonden verenigd in een alliantie tegen de neoliberale politiek.

De regering Mesa, die na het vertrek van Sánchez de Lozada werd gevormd, is vooral samengesteld uit 'specialisten' zonder partijverleden. Deze specialisten zijn echter wel allemaal afkomstig uit de hogere middenklasse in Bolivia die verbonden is met de postkoloniale politiek van het land en geen alternatief heeft voor de neoliberale politiek van het imperialisme. De regering van Mesa en het parlement ontwikkelen zelf alleen een zwak tegenspel tegen de multinationals maar onder druk van de massabeweging van de bevolking zijn zij gedwongen steeds fermere standpunten in te nemen. De boerenbevolking heeft bij alle acties het strijdmiddel van wegblokkades gebruikt. De belangrijke verbindingswegen in Bolivia die door het dunbevolkte platteland lopen zijn een kwetsbaar doelwit van de boze actievoerders. De boerenbevolking heeft zo wekenlang het land lamgelegd met wegblokkades. Maar de steun onder grote delen van de bevolking voor deze acties was zo groot dat zelfs het openbaar ministerie kortgeleden tegenover de klagende vereniging van ondernemers heeft moeten verklaren dat wegblokkades een gerechtvaardigd wapen van de bevolking is om haar democratische rechten uit te oefenen.

Drama Mesa werkt averechts

Dit was een ernstige klap in het gezicht van president Mesa, die met een dramatische oproep aan de bevolking 'om hem te laten regeren', probeerde de blokkade-acties van de boeren te isoleren. Hij gebruikte daarbij zelfs racistische argumenten tegen de overwegend indiaanse boerenbevolking. Deze oproep heeft echter als een boemerang gewerkt. In plaats van dat de bevolking werd verdeeld, groeide solidariteit en eenheid. Verschillende historici wezen erop dat juist de indiaanse boerenvolking in tijden van crisis in de Boliviaanse geschiedenis de doorslag in progressieve richting heeft gegeven. Ook nu de overwegend 'blanke' middenklasse in de steden en haar vertegenwoordigers in de regering het land en zijn bodemschatten opnieuw uitverkopen, zijn het de indiaanse boeren die hiertegen daadwerkelijk in actie komen. De acties en eisen van deze bevolkingsgroep laten op dramatische wijze zien hoe laf en onderworpen naar het imperialisme toe de Boliviaanse middenklasse en haar politici zijn. Het aanbod van China om Bolivia te helpen met technologie om zelf het gas te winnen, te verwerken en te exporteren is door de Boliviaanse regering genegeerd uit angst voor boze reacties uit Washington en Brussel.

De groeiende eenheid onder grote delen van de Boliviaanse bevolking en de roep om soevereiniteit over het eigen grondgebied en de bodem, heeft ook de seperatistische ambities van verschillende regio's, waar het gas wordt gewonnen, doen verstommen. De oligarchieën in die regio's hadden eind vorig jaar duidelijke stappen genomen tot afscheiding of op zijn minst autonomie. Zij speculeerden duidelijk over een 'Joegoslavisch model' en wilden voor hun regio een groter aandeel van de opbrengst van de gaswinning binnen de lopende contracten. Maar deze eisen van de separatisten zijn geheel overvleugeld door de eisen tot soevereiniteit over en nationalisatie van debodemschatten van de actiegroepen onder de Boliviaanse bevolking.

Proces tegen Sánchez de Lozada

Eén van de eisen na oktober 2003 was de berechting van president Sánchez de Lozada. Inderdaad is op instructie van het openbaar ministerie een onderzoek gestart en een proces in gang gezet om de ex-president te vervolgen. Maar kennelijk met zo'n tegenzin dat het proces door vele vormfouten en stupide procedurele slordigheden nog geen milimeter is opgeschoten. Zelfs acties tot bevriezing van banktegoeden van de ex-president, die vermoedelijk werden opgebouwd na privatisering van de staatsbedrijven, zijn uiteindelijk niet uitgevoerd.

Noodzaak groeiend klassenbewustzijn

Bolivia is objectief gezien een nieuwe revolutionaire fase in haar ontwikkeling ingegaan. Het is echter de vraag of de politieke organisaties van de bevolking, waaronder de Communistische Partij van Bolivia, klaar zijn om leiding te kunnen geven aan deze sluimerende revolutie. Wel is duidelijk dat het zelfbewustzijn van de basis van de bevolking snel aan het groeien is. Maar echt perspectief zal er alleen zijn als ook het klassenkarakter van de strijd wordt onderstreept, het klassenbewustzijn toeneemt en leiding wordt gegeven aan de strijd vanuit een klassenpersperstief.