Mooie woorden

Beroepen die er écht toe doen, pipse illegalen en proletarisch winkelen


 

Rinze Visser

Voor wat de mij beschikbare - waarvan nogal wat ter beschikking gestelde - lectuur betreft, loop ik nog wel eens wat achter. Nu is niet alles even belangrijk van wat aan gedrukt materiaal, soms vergeefs, op je ligt te wachten. Zo zit je dan opeens, ergens, enigszins afgesloten van de gangbare dagelijkse hectiek, te bladeren, te lezen in een weekendbijvoegsel van een landelijk dagblad van zo'n twee maanden geleden.

Een artikel over het probleem van werken buitenshuis in combinatie met de verdeling van huishoudelijke taken, columns, interviews, mode, aanprijzingen van dure, artistiek verantwoorde spulletjes, enzovoort. En dat alles met de pretentie van het doorgeven van wat er zoal in de maatschappij plaatsvindt. Tenminste, zo voel ik dat aan.

En, wat ik niet kan laten gebeurt weer: dat het mij opvalt dat mijn wereld niet lijkt te bestaan en dat ik mij daaraan erger.

Er bestaan veel beroepen waarin mensen werken, waarmee mensen de kost verdienen, waarbij ze zich misschien wel gelukkig voelen. Dus, met respect, een kleine rondgang door het bijvoegsel: ICT-consultant, setdresser, regisseur, innovatie-adviseur, business-consultant, bedrijfsdirecteur, socioloog, mediator, hoogleraar psychologie, sociaal-psycholoog, uitgever, auteur, acteur, Tweede Kamerlid, tekenaar, ontwerper, interieur-designer, fotomodel, model. Hè, gelukkig, een onderwijzer. Toch nog een menselijk exemplaar waarvan ik er een aantal ken en regelmatig tegenkom. En jawel! Een bakker! Je moet ook eten toch, een mediator krijgt ook honger. Maar de bakker blijkt toch wel een heel speciale bakker...

Bladerend, lezend, de radio aan. Zo hoorde ik nog even dat een Tweede Kamerlid, dat een muziekprogramma mocht samenstellen en presenteren, de tekst van een pas gedraaid Arabisch zangnummer voor 'de luisteraars die Arabisch niet verstaan' in het Engels voorlas. Elitair? Datzelfde Kamerlid, dat even daarvoor het door haar uitgekozen largo uit Dvorak's Negende Symphonie 'Uit de Nieuwe Wereld' gebruikte als een aanbeveling om vóór de Europese Grondwet te stemmen? Sluikpropaganda?

En dan die columniste! Die voor één keer afdaalde in de krochten van de wereld van het proletariaat, door een voor haar stand spotgoedkope supermarkt te bezoeken. Dat was even schrikken! "Het personeel bestond uit pipse illegalen, met de kleding en gelaatsuitdrukking van zo'n belegen stoffelijk overschot in een politiebericht. Je moest alles zelf pakken uit gescheurde kartonnen dozen, het rook er scherp naar armoedig waspoeder en overal stonden bakken met vleeskleurige onderbroeken maat 50, literblikken doperwten, merkloze sigarettenhulzen en andere deprimerende huishoudbehoeften." Zó wordt alle aan zichzelf toebedacht literair-humoristisch talent uit de kast gehaald om de veraf gewaanden en uit het zicht gewensten op hun plaats te zetten; de zelfingenomenheid in de hoogste stand gezet om de 'laagste stand' te kunnen verafschuwen.

Verafschuwen? Ja! Zij, die gezien hun inkomen, alle reclamepapier nodig hebben om zo goedkoop mogelijk boodschappen te kunnen doen, zij verpesten het milieu... Zij, die de duurste supermarkten moeten mijden, steunen daarmee degenen die hun werkvolk slecht behandelen (ja ook die pipse illegalen) en zijn dus asociaal... Zij, die stinken - goedkope zeep, armoedig waspoeder - worden verafschuwd. Van hun beroepen wordt het bestaan verzwegen, omdat alleen al de gedachte eraan, evenals aan de supermarkten voor het proletariaat, teveel is voor de fijnzinnig beschaafde lichamen en geesten. Dat vooral niet de tere zieltjes beschadigd worden...

Zo is de sfeer van een groot deel van de lectuur in dit land, dat niet alleen met hard werken, maar óók met roof groot is geworden. Zo is de sfeer in die bladen, waarvan de makers zich veelal ook nog tot het 'progressieve' kamp durven te rekenen, die ten dienste staan van de zogeheten hoge middenklasse-elites. Zij die zichzelf o zo sociaal vinden omdat ze het inkomen hebben om 'fair-trade-producten' te kopen, die zichzelf de illusie verschaffen goed te doen door bij de duurste supermarkten hun boodschappen te doen.

Natuurlijk! Respect! Een hoogleraar psychologie kan heel nuttig zijn voor de samenleving; de auteur en de acteur kunnen veel mensen genoegen verschaffen. Doch, hoeveel respect geeft men terug? Wat moet een volk van zestien miljoen mensen, waarvan alle activiteit bestaat uit elkaar consulteren, elkaars kleren tonen, elkaar vermaken, elkaars huizen inrichten?

Ik moet nog iets bekennen. In mijn drift mijn sociale stokpaard te willen berijden, zou ik nalaten te vermelden dat in dat bepaalde blad ook nog 'gewoon volk' aan bod kwam. Maar dan wel volk dat zó uitzonderlijk gewoon is, dat het zeker niet ongenoemd mocht blijven: de daklozen, de zwervers. Dit steeds meer als bewegend stadsmeubilair en niet als sociaal uitwerpsel van het kapitalisme geziene fenomeen, wordt in dit luilekkerland van de elites ook ten nutte gemaakt. Als wandelend reclame-object. Een 'gewoon' beroep moet dan ook wel heel erg uitzonderlijk gewoon zijn, wil het nog meetellen.