Communiqué van de Communistische Partij van Bolivia


Zelf-  


verzekerd ... 


volks- 


verzet 


Actieleider Evo Morales 'Beweging voor het Socialisme' (MAS) 


Leve het verenigde volk; weg met de oligarchie! 


We vragen het parlement
  • de herziening van de wet voor olie en gas
  • de goedkeuring van de grondwetgevende assemblee
  • de nationalisatie van olie en gas
 


 


 


 

  1. Het aftreden van president Carlos Mesa heeft de politieke crisis die het land in zijn greep heeft niet opgelost. De grondwettige opvolging heeft integendeel voor aanvullende problemen gezorgd. De eerste in de opvolgingslijn, Hormado Vaca Diez, is een weerzinwekkende figuur, niet alleen door zijn persoonlijke ambitie, maar ook omdat hij een zichtbare vertegenwoordiger is van de oligarchie van Santa Cruz (een departement in Bolivia met 'nieuwe rijken' en separatistische ambities, red.) en militant lid van een partij die volledig ontluisterd is door corruptie en opportunisme. Bovendien doet hij een beroep op de slechtste praktijken en gewoontes in de geschiedenis van het land om plaats te nemen op de presidentiële zetel, zonder zelfs rekening te houden met de bloedige tweespalt die Bolivia boven het hoofd hangt. Daarom heeft het volk deze kandidatuur afgewezen, zijn presidentschap zou een onaanvaardbare ramp betekenen.
  2. De tweede kandidaat is Mario Cossío die het kwalijke brandmerk heeft te behoren bij de partij die ten onder is gegaan met het 'Pasentenssorismo van 21060' (Paz Estenssoro was president van Bolivia na de revolutie van 1953, maar werd begin negentiger jaren opnieuw president met een door multinationals afgedwongen neoliberale politiek en is verantwoordelijk voor wet 21060, die het Boliviaanse gas overdraagt aan multinationals) en Gonismo (Gonzalo Sanchés de Lozada was president van dezelfde partij en is weggejaagd door de bevolking in 2003 na zijn plan aardgas via een pijpleiding naar de VS te exporteren red.), die verantwoordelijk is voor de rampzalige privatiseringen en ineenstorting van de economie en Boliviaanse maatschappij. Daarom kan hij evenmin rekenen op steun van het volk.
  3. Het gebrek aan een andere uitweg leidt tot het accepteren van de voorzitter van het Hooggerechtshof, Eduardo Rodríguez, en hem belasten met een interim-presidentschap dat niet langer mag duren dan zes maanden. Echter, wetende dat hij een vermomd lid van de MIR (Beweging van Revolutionair Links, sociaal-democraten) is en zijn post dankt aan de gebruikelijke vriendjespolitiek tussen de partijen die de macht hebben, heeft hij als president van de republiek alleen maar tot taak het beheer van de dagelijkse staatszaken en het organiseren van algemene verkiezingen binnen zes maanden; alleen hierover bestaat brede overeenstemming. Echter deze verkiezingen kunnen niet plaatsvinden onder de huidige Partijwet, die uitvloeisel is van de 'partijcratie'. Om de kwalijke herhaling van het corrupte systeem van oligarchiepartijen, dat in oktober 2003 failliet is gegaan, te voorkomen zal men terug moeten grijpen op het Kiesstatuut, dat de verkiezingen van 1979, 1980 en 1985 regelde, en de terugkeer naar de democratie betekende (na tientallen militaire dictaturen, red.).
  4. Na het uitroepen van algemene verkiezingen zal het huidige parlement zijn functioneren moeten beëindigen met het aannemen van een 'Herstelwet', waarin de Boliviaanse staat het volledige eigendomsrecht terugkrijgt over de koolwaterstoffen (olie en gas) en de opbrengsten daarvan. Legaal en praktisch is dit de kern van de eisen die het Boliviaanse volk op de been heeft gebracht en de vier hoofdpunten van het vaderland die moeten worden ingewilligd.
  5. De politieke crisis waarmee ons vaderland werd geconfronteerd, werd verscherpt door de ambitie van Vaca Diez om president van Bolivia te worden. Slechts een enkele keer in de vaderlandse geschiedenis hebben we zo dicht bij de rand van het uiteenvallen van de natie gestaan of van een confrontatie, waaraan ten onrechte kenmerken werden toegeschreven van een conflict tussen regio's.

    Aan de ene kant stonden groepen van de bevolking die de strijd aanbonden voor het herstel van het eigendom over de aan de transnationals verkwanselde bodemschatten. Het is onjuist om deze bevolkingsgroepen alleen te localiseren in het westelijk deel van Bolivia (de Andes, red.). De wegblokkades, de vreedzame en symbolische bezetting van de olievelden en installaties in het departement Santa Cruz (in het oosten van Bolivia red.) en andere manifestaties van het volk tussen inheemse volkeren en andere groepen van de bevolking zijn het bewijs dat de eisen een nationaal karakter hebben. Aan de andere kant staat de minderheid bestaande uit machtige groepen van de oligarchieën van Santa Cruz, uitsluitend geïnteresseerd in het behoud en bevestiging van hun controle over de natuurlijke rijkdommen.

  6. reactionair rechts organiseerde knokploegen, die leidden tot gewelddadige acties tegen de organisaties van het volk in Santa Cruz. Het is belangrijk dat de centrale regering met legale middelen de noodzakelijke maatregelen neemt om de kiemen van dit reactionair geweld onder controle te houden. Tegelijkertijd moet men maatregelen nemen opdat het volksprotest, aangestuurd door zijn natuurlijke organisaties, de discipline handhaaft en onnodige acties voorkomt of het eigen volk schaadt. Men moet infiltranten die proberen de strijd van het volk op een dwaalspoor te brengen opsporen en isoleren.
  7. De Communistische Partij van Bolivia roept de maatschappelijke-, vakbewegings-, buurt- en jongerenorganisaties, revolutionaire en patriottistische volkspartijen, op tot vereniging van de eisen, de doelen van de strijd en de besluitvormingsprocessen daarvoor, tot het vermijden van anarchistische posities en afwijzen van infiltraties, waarmee verschillende organisaties te kampen hebben door elementen, die met revolutionair taalgebruik proberen de huidige sociale strijd op dood spoor te brengen, dat een terugslag teweegbrengen zal in de strijd om de nationale eisen ingewilligd te krijgen. Men moet beducht zijn voor onverantwoordelijk optreden, het ondernemen van acties en uitgeven van verwarrende verklaringen waarmee de basis onder en steun van de volksbeweging verloren gaat.

Marcos Domich, Eerste Secretaris van het Centraal Comité van de Partido Comunista de Bolivia, La Paz, 8 juni 2005, vertaling Jan Ilsink.