Katrina legt Bush' falen bloot

Frans Willems

Van alle kanten stromen de solidariteitsbetuigingen met de Amerikaanse bevolking, de regering, de lokale autoriteiten en vooral met de slachtoffers van de orkaan Katrina toe. Hoe groot de ramp uiteindelijk zal zijn valt nog te bezien.

Het geeft geen pas het menselijk leed in New Orleans en omstreken te vergelijken met gebieden die eerder te kampen kregen met natuurrampen, zoals Zuidoost-Azië, Mozambique of Haïti. Wel vergelijkbaar, maar des te navranter is het feit dat het ook in een rijk en technologisch geavanceerd land als de Verenigde Staten vooral de armste mensen zijn die het voor hun kiezen krijgen.

Katrina legt een groot aantal tekortkomingen van de Amerikaanse maatschappij en het falen van George Bush' bewind pijnlijk bloot. De zwakste en dus zwaarst getroffen groep in de Amerikaanse samenleving en met name in de zuidelijke staten bestaat voor het grootste deel uit zwarten en latino's aan wie de regering Bush, de Republikeinse Partij en een groot deel van de rijke blanke bevolking zich weinig gelegen laten liggen. Vooral in het zuiden is het racisme nog springlevend. Het mag dan ook geen verwondering wekken dat de achtergeblevenen die op zoek zijn naar voedsel, medicijnen en andere primaire benodigdheden door de grote media afgeschilderd worden als 'plunderaars' en dat de gouverneur van Louisiana, Kathleen Blanco liet weten dat de opgetrommelde militairen 'meer dan bereidwillig' zouden zijn om dit 'gajes' dood te schieten. Natuurlijk bevinden zich criminele elementen onder hen; het schieten op hulpverleners kan niet gezien worden als voortkomend uit overlevingsdrang. Anderzijds kan men zich ook afvragen waardoor zij zo gemakkelijk over wapens kunnen beschikken.

De voorbereiding op de voorspelde ramp en de evacuatie van de kansarmen schoot aan alle kanten tekort. Het ontbreekt in de Verenigde Staten niet aan treinen, bussen en vliegtuigen waarmee de inwoners van New Orleans en andere getroffen gebieden door de overheid in veiligheid gebracht hadden kunnen worden, maar gekozen werd voor een 'ieder voor zich'-strategie. Dat een dermate hoog verlies aan mensenlevens vermeden kan worden is in het verleden op Cuba gebleken. Cuba ligt middenin een gebied waar orkanen vaker woeden, maar het verlies aan mensenlevens is er telkens minimaal, dankzij een efficiënt systeem waardoor de ouderen, mindervaliden en armen in mum van tijd geëvacueerd kunnen worden. Een jaar geleden raasde Ivan over het eiland, de op vier na hevigste orkaan die het Caribisch gebied ooit trof. Bijna twee miljoen mensen, meer dan vijftien procent van de totale bevolking, werden in veiligheid gebracht, van wie 100.000 binnen drie uur. Meer dan driekwart van de evacués werd opgenomen bij families en niemand kwam om het leven. Deze actie werd later door de Verenigde Naties als voorbeeld gesteld ter voorbereiding op een te voorziene natuurramp.

De 'ieder voor zich'-strategie is niet voorbehouden aan de voorbereiding, of liever het gebrek daaraan, op Katrina. Ze is eerder exemplarisch voor het beleid van de regering Bush, al zijn diverse andere aspecten van dit beleid wel weer van directe of indirecte invloed op de omvang van de ramp. Met het niet-ondertekenen van het Kyoto-protocol, omdat dit funest zou zijn voor de eigen economie, gaf George Bush zowat zijn visitekaartje af. Het Kyoto-protocol heeft tot doel de uitstoot van broeikasgassen en de daarmee gepaard gaande opwarming van de aarde tegen te gaan. Vooraanstaande deskundigen zijn het erover eens dat deze opwarming van de aarde medeverantwoordelijk is voor de vernietiging die de orkaan Katrina heeft teweeggebracht. De hevigheid van orkanen is medeafhankelijk van de temperatuur van het oppervlaktewater en die is de afgelopen 15 tot 20 jaar aanmerkelijk gestegen.

Ook Bush' oorlog in Irak draagt in hoge mate bij aan de omvang van de ramp. De afgelopen jaren is er 71 miljoen dollar bespaard op het budget voor dijkverzwaringen, maar mocht de bevolking van Louisiana wel 1,7 miljard ophoesten voor de oorlog in Irak. Het was nota bene een afdeling van het Amerikaanse leger, het Army Corps of Engineers - verantwoordelijk voor het dijkenonderhoud - dat meer dan eens aan de bel trok voor extra fondsen omdat er gevreesd werd voor overstromingen zoals ze zich nu voordoen. Hierbij komt nog dat 40 procent van Mississippi's en 35 procent van Louisiana's Nationale Garde naar de andere kant van de wereld verplaatst is met medeneming van haar apparatuur zoals terreinwagens en generatoren, terwijl de primaire taak van deze 'weekendsoldaten' bestaat uit het in opdracht van de staatsgouverneur optreden tijdens plaatselijke noodsituaties zoals stormen, branden, aardbevingen en oproer.

De voornaamste Amerikaanse media proberen de aandacht van het falen van de regering Bush af te leiden door de aandacht te richten op de plunderaars die het 'echte gevaar' zouden vormen. De echte plunderaars zijn echter niet degenen die voedsel, babyvoeding, water en medicijnen meenemen uit verlaten supermarkten. Het zijn Bush, Cheney en Rumsfeld die het land leegplunderen door het stopzetten van programma's ter bestrijding van de armoede en met bezuinigen op projecten die het land zouden moeten beschermen tegen natuurrampen. Dit alles om een uitzichtloze en illegale oorlog in Irak te bekostigen.