Getuigenverklaring van Vojislav Seselj pleit Milosevic vrij


 


 

Anna Gutenberg

Hoewel de afloop van het kruisverhoor nog onzeker is, zou de ondervraging - die nu al zes dagen duurt - van Vojislav Seselj door Slobodan Milosevic, de ex-president van Joegoslavië die in Den Haag wordt aangeklaagd, voor veel opschudding kunnen zorgen in de rijen van de openbare aanklagers.

Meteen aan het begin deed de voorzitter van de Servische Radicale Partij een van de twee fundamenten onder de aanklacht tegen Milosevic schudden, toen hij duidelijk stelde dat noch Milosevic noch zijn Socialistische Partij ooit streefden naar de oprichting van een 'Groot-Servië'.

Behalve de huidige, 'aan het Westen onderdanige' minister van Buitenlandse Zaken voor Servië en Montenegro, Vuk Draskovic, die aan het begin van het conflict in het vroegere Joegoslavië dat concept voor korte tijd ondersteunde, zou het tot op vandaag alleen de Radicale Partij van Seselj zijn die voor dit doel opkomt.

Volgens deze getuigenverklaring zou Milosevic de voornaamste natuurlijke ideologische tegenstander zijn van de anticommunistische, nationalistische Radicale Partij. Hij zou lange tijd gepleit hebben voor het behoud van Joegoslavië en telkens weer naar compromissen gezocht hebben. De Radicalen zouden met hem en zijn partij doorgaans in een diepe politieke vijandschap hebben verkeerd en slechts bij gelegenheid hebben samengewerkt, aldus Seselj. Zo zouden ze er bijvoorbeeld in 1998 in hebben toegestemd met de Socialisten een regering van 'politieke eenheid' te vormen om zich samen te weren tegen de dreigende aanval van de NAVO.

De aanklager, duidelijk in de problemen geraakt, rechtvaardigde zichzelf met de opmerking, dat Milosevic niet is aangeklaagd wegens zijn 'Groot-Servische' politiek, maar vanwege een politiek die bijna identiek is; een verweer dat niet alleen bij de aangeklaagde grote irritatie wekte. De Wiener Standard merkte op, dat de rechters na deze stellingname van de openbare aanklager "nogal verrast waren". (Zie ook Manifest 16)

Het Joegoslavië-tribunaal verwijt Milosevic voor alle oorlogen in de 90er jaren in het uiteenvallende Joegoslavië verantwoordelijk te zijn en, met de woorden van de openbare aanklager, zou hij samen met anderen bij een criminele organisatie betrokken zijn geweest, de zogenaamde 'Joint Criminal Enterprise', met het doel een 'Groot-Servië' te stichten.

Ook van de constructie van de 'Joint Criminal Enterprise' blijft na het verhoor van Seselj niet veel over. Seselj, die momenteel in de Scheveningse gevangenis als aangeklaagde wacht op de start van zijn eigen proces, zou eveneens, aldus de aanklacht, lid van de 'Joint Criminal Enterprise' zijn geweest. Milosevic ondervroeg zijn getuige systematisch over zijn relaties met de door de openbare aanklager genoemde leden van het criminele plan.

Daaruit bleek dat zowel Seselj als Milosevic met de meerderheid van hun zogenaamde collaborateurs een slechte of zelfs helemaal geen relatie had. De gedetailleerde beschrijving van Seselj toont aan, dat er aan de zijde van de Serviërs meer politieke vijandschap bestond dan samenwerking en het streven naar een gemeenschappelijk plan lijkt dan ook nagenoeg onmogelijk geweest te zijn.

De ondervraging van Seselj geeft allerlei informatie over de gebeurtenissen tijdens de afscheidingsoorlogen in Kroatië en Bosnië en weerlegt ook in deze zaak de aanklacht tegen Milosevic op belangrijke punten, maar werkelijk spectaculair zijn vooral de onthullingen die Seselj doet over de pro-westerse krachten in Servië, de 'Maffia', die zich op 5 oktober 2000 "van de macht verzekerde".

Vojislac Kostunica en Zoran Djinjic, die met behulp van het Westen aan de macht kwamen, zouden een wezenlijk intensiever contact gehad hebben met de president van de Servische Republiek in Bosnië, Radovan Karadzic, dan Seselj en Milosevic. De Servische minister-president Djindjic, die in 2003 werd vermoord, had in het begin van de 90er jaren commandant Ljubisa Savic 'Mauzer' van de illegale paramilitaire eenheid 'Panther' tot zijn politieke medewerker gemaakt en aan het hoofd gesteld van de Democratische Partij van de Servische Republiek in Bosnië. De Panther was een eenheid die veel problemen veroorzaakte en ook door Karadzic stevig bekritiseerd werd.

Waarnemers, die niet geheel ten onrechte van deze getuigenverklaring van Seselj - die zichzelf de "grootste Servische Nationalist" noemt - een heftig spektakel verwacht hadden, werden verrast door de gedisciplineerde houding van Milosevic en Seselj. De getuigenverklaring van Seselj zou wel eens zowel in de regerings- en maffiakringen van zijn land alsook bij hun westerse steunpilaren voor behoorlijke onrust kunnen zorgen. Het proces wordt de komende week voortgezet.

vertaling: José Höhne-Sparborth