Klassiek en Actueel

"(...) Voor de metafysisch denkende mens zijn de dingen en hun afbeeldingen in het denken, de begrippen, op zichzelf staande, vaste, starre, eens en voor altijd gegeven voorwerpen van onderzoek, die één voor één en apart bekeken moeten worden. Hij denkt in louter absolute tegenstellingen; zijn gedachtengang is: ja, ja; neen, neen; wat daar bovenuit gaat is uit den boze. Voor hem bestáát een ding of het bestaat niet; een ding kan evenmin tegelijk zichzelf en een ander zijn. Positief en negatief sluiten elkander absoluut uit; oorzaak en gevolg staan eveneens in starre tegenstelling tot elkander. Deze denkwijze lijkt ons op het eerste gezicht daarom hoogst aannemelijk, omdat zij die van het zogenaamd gezonde mensenverstand is. Maar hoe respectabel dat gezonde mensenverstand ook zijn mag binnen de vier muren van de huiskamer, het beleeft de zonderlingste avonturen zodra het zich in de wijde wereld der onderzoeken waagt. En op hoe ruime, al naar de aard van het te onderzoeken voorwerp meer of minder uitgestrekte gebieden, de metafysische beschouwingswijze ook gerechtvaardigd en zelfs noodzakelijk is, toch stoot zij telkens, vroeger of later op een grens aan gene zijde,waarvan zij eenzijdig, bekrompen, abstract wordt en zich in onoplosbare tegenstrijdigheden verwart, omdat zij vanwege de eigenaardigheid der dingen - hun verband, vanwege hun zijn - hun worden en vergaan, vanwege hun rust - hun beweging vergeet; omdat zij door de bomen het bos niet ziet (...)".

Uit de inleiding tot de Anti-Dühring, Friedricb Engels.